Alcoholmisbruik
- Pancreasproblemen
- Leverproblemen: vervetting van de lever
- Vitamine B1 deficiëntie: Wernicke korsakoff probleem
- Denk ook aan gastritis: paar dagen goed alcohol nuttigen irriteert je maagslijmvlies minder
eetlust en sneller vol gevoel.
Soms zie je bij urolithiasis een hematurie. Verwar dit bij de vrouw niet met menstruatie.
3 oorzaken van steatorroe: lipase wordt gemaakt door de pancreas.
- Probleem met opname
- Probleem met vertering
- Probleem met de gal: nodig om vetten te emulgeren zodat lipase aan kan grijpen
Je kunt een vitamine deficientie krijgen van vitamine ADEK: stollingsproblemen: minder
stollingsfactoren 1972
Endocrien pancreas probleem: zie hierboven
Exocriene pancreas probleem: diabetes
Chronische buikpijn bij kinderen
Buikpijn wordt onderscheiden naar:
- Duur: acute buikpijn (<1 week), niet-acute buikpijn(.1 week) en chronische of
recidiverende buikpijn (>2 maanden).
- Oorzaak: buikpijn berustend op een somatische oorzaak en functionele buikpijn.
Definitie: chronische buikpijn = continu aanwezige buikpijn of buikpijn met een recidiverend
beloop die ten minste 1 keer per week gedurende > 2 maanden aanwezig is.
Het vinden van een somatische oorzaak is bij acute buikpijn veel groter dan bij chronische
buikpijn. Het accent bij acute buikpijn ligt op de diagnostiek, bi jchronische buikpijn op de
behandeling.
Epidemiologie
- 8% van de kinderen heeft geregeld last van buikpijn
- Vaker meisjes dan jongens.
, - Belangrijke somatische oorzaken zijn: gastro-enteritis, urineweginfectie of
appendicitis. 2/3e is zonder somatische oorzaak.
Risicofactoren:
- Angstklachten en depressieve klachten bij de ouders
- De aanwezigheid van uiteenlopende functionele klachten bij de moeder of het kind
Er is een relatie tussen chronische buikpijn op kinderleeftijd en het PBS op volwassen
leeftijd.
Pathofysiologie
De oorzaak van buikpijn is vaak multifactorieel. Het ontstaan en de prognose van buikpijn
worden verklaard door interacties tussen biologische, psychologische en sociale factoren.
De pathofysiologie is gebaseerd op de brain-gut axis.
j
- Deze axis is een complex sensomotorisch systeem tussen het maag-darmkanaal en
het centrale zenuwstelsel dat onder andere de darmmotiliteit en de sensitiviteit
daarvan reguleert. Verstoringen in dit systeem veroorzaken hypersensitiviteit van de
darmen. In dit verklaringsmodel kunnen psychologische factoren de darmfunctie, de
beleving van pijn en als gevolg daarvan schoolverzuim en het consultgedrag
beïnvloeden.
Voedselallergie (Atopie)
Atopie= de aanleg van een persoon om immunoglobuline (antistoffen) van het type IgE te
maken specifiek gericht tegen onschuldige stoffen die in de omgeving voorkomen, zoals
huisstofmijt of pollen van gras of bomen.
Bij een atopische allergie voor voedselallergenen gaat het exclusief om een IgE-
gemedieerde reactie. Bijvoorbeeld coeliakie of Crohn zijn IgG gemedieerd en vallen hier dus
niet onder.
Epidemiologie
Voedselallergie komt bij zuigelingen en jonge kinderen (5-7 procent) vaker voor dan bij
volwassenen (2-3 procent). De darmen en het afweersysteem zijn op jonge leeftijd nog niet
,volledig ontwikkeld. Daardoor kan het voorkomen dat eiwitten nog niet goed zijn afgebroken.
Deze wat grotere eiwitdeeltjes worden in het bloed opgenomen en kunnen dan de
voedselallergie veroorzaken.
Oorzaken
Er zijn twee belangrijke factoren die een rol spelen bij het ontstaan van voedselallergie:
erfelijke component en blootstelling aan het allergeen. Beide moeten aanwezig zijn om de
allergie tot uiting te laten komen.
Erfelijk: Allergieën zijn meestal erfelijk. Iemand kan aanleg voor allergie hebben, zonder
klachten te ontwikkelen. Wie één allergische ouder heeft, heeft zelf meer kans om een
allergie te ontwikkelen. En wanneer beide ouders allergisch zijn, is die kans nog veel groter,
tot 80 procent. Bij twee niet-allergische ouders is die kans 10 procent.
Blootstelling: Alleen erfelijke aanleg is niet genoeg om allergisch te worden. Daar is ook
nog contact met het allergene voedingsmiddel voor nodig. Want daarna treedt pas de reactie
op. In een eerste contact met het allergeen treedt sensibilisatie op, het gevoelig worden voor
dat bepaalde allergeen. Vanaf dat moment reageert iemand allergisch.
Afweerreactie
Vrijwel alle voedingsmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong bevatten eiwitten.
Voedselallergie is een abnormaal sterke reactie van het afweersysteem op eiwitten in ons
voedsel. De eiwitten die een reactie veroorzaken, noemen we allergenen. Deze eiwitten
(allergenen) worden door het lichaam als indringers gezien, die onschadelijk moeten worden
gemaakt. Het lichaam reageert daarom met het vormen van antistoffen. Elke keer als het
allergeen wordt herkend, komen de antistoffen direct in werking. Dit heet ‘sensibilisatie’.
Deze antistoffen noemen we IgE. Elk allergeen heeft zijn eigen antistof (specifiek IgE). Als
reactie komen allerlei stoffen in het lichaam vrij, onder andere histamine. Dit noemen we de
allergische reactie. De klachten zijn afhankelijk van waar in het lichaam deze reactie
plaatsvindt.
, Welke voedingsmiddelen?
De meeste allergische reacties ontstaan op koemelk, schaaldieren, schelpdieren, vis,
kippenei, noten, pinda, soja, appel en sesamzaad.
Kruisreacties
Mensen met een pollenallergie of latexallergie hebben vaak een allergie voor bepaalde
fruitsoorten, groenten of noten. Dit noemen we ‘kruisreactie’. Het immuunsysteem kan soms
geen onderscheid maken tussen eiwitten, omdat deze sterk op elkaar lijken. Dit kan tussen
voedingsmiddelen onderling of tussen voedingsmiddelen, en pollen en/of tussen
voedingsmiddelen en latex. Bijvoorbeeld: het appelallergeen lijkt zoveel op het allergeen van
de berk, dat de allergische persoon niet alleen op de berk reageert, maar ook op de appel.
70 procent van de voedselallergieën zijn in verband te brengen met pollen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannedehaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.