H1: Investeringsplan
Een investeringsplan is een schematische weergave van alle benodigdheden voor
het starten van een onderneming. De volgende vraag is: hoe ga ik dit financieren?
Daarvoor stel je een financieringsplan op. In het financieringsplan is opgenomen hoe
je aan geld komt om alle benodigdheden te kunnen betalen. Dit kunnen leningen zijn,
giften, maar ook eigen ingebracht geld.
Wanneer je het investeringsplan en het financieringsplan naast elkaar zet heb je een
beginbalans. Een balans is een staat van bezittingen en schulden, waarbij het
verschil tussen die twee het eigen vermogen voorstelt.
De linkerkant van de balans is de debet-kant hierop staan alle bezittingen, ook wel
activa genoemd. De rechterkant is de credit-kant, hierop staan alle schulden, ook wel
passiva genoemd. De passiva bestaat uit eigen ingebracht geld: eigen vermogen en
geleend geld: vreemd vermogen.
Voorbeeld van een balans:
H2: De balans
H2.1 Activa
- Vaste activa: bezittingen voor langer dan een jaar.
- Vlottende activa: bezittingen voor korter dan een jaar.
- Liquide activa: geldmiddelen in kas of bank
H2.2 Eigen en vreemd vermogen
- Eigen vermogen: geld dat door de eigenaar of eigenaren zelf is ingebracht,
kunnen ook aandelen zijn.
- Vreemd vermogen: geld dat door derden ter beschikking is gesteld,
bijvoorbeeld door de bank. Lang vreemd vermogen bestaat uit leningen met
een looptijd van langer dan een jaar. Kort vreemd vermogen bestaat uit
leningen met een looptijd korter dan een jaar.
H3 De functie van een balans
Bij het lenen van geld bij de bank is het belangrijk dat een onderneming in staat is
het geld weer terug te betalen. De bank hanteert hiervoor een aantal kengetallen.
- Liquiditeit: dit geeft aan in hoeverre een onderneming in staat is om aan haar
(kort)lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen
- Solvabiliteit: dit geeft aan in hoeverre een onderneming in staat is om aan al
haar betalingsverplichtingen te kunnen voldoen
Het berekenen van deze kengetallen geeft echter niet altijd een goed inzicht:
- Uit een eenmalige berekening vallen weinig conclusies te trekken, hiervoor
moeten meerdere jaren worden berekend
- De cijfers uit een balans zijn een momentopname, morgen kan het dus weer
heel anders zijn
- Ondernemingen kunnen doen aan windowdressing. Hieronder vallen alle
betalingen en ontvangsten die een onderneming kan doen om de financiële
, situatie op het moment van berekening gunstiger over te laten komen. Door
bijvoorbeeld kortlopende schulden te betalen.
H3.1 De liquiditeit
Er zijn twee soorten liquiditeit:
1. De dynamische liquiditeit: hiervoor zijn interne gegevens van de onderneming
nodig. Deze zijn voor buitenstaanders niet altijd beschikbaar maar geven een
veel betrouwbaarder beeld. Het gaat hierom cijfers die betrekking hebben op
een langere periode.
2. Statische liquiditeit: hiervoor worden de cijfers uit balansen gebruikt die door
de onderneming zijn gepubliceerd. Hieruit blijkt of een onderneming kan
voldoen aan haar betalingsverplichtingen op de korte termijn.
Liquiditeitsbalans
Een balans waarin de balansposten zijn opgenomen op basis van tijdsduur. Vasta
activa, vlottende activa (incl. liquide middelen), eigen vermogen, kort vreemd
vermogen en lang vreemd vermogen.
Aan de hand van een liquiditeitsbalans kunnen drie liquiditeitskengetallen worden
berekend
1. Netto werkkapitaal
2. Current ratio
3. Quick ratio
Het netto werkkapitaal (NWK)
- NWK = vlottende activa (incl. liquide middelen) – kort vreemd vermogen
Het NWK geeft aan hoeveel geld er nog beschikbaar is voor nieuwe projecten. Als de
uitkomst positief is, is de onderneming liquide, is de uitkomst negatief dan is de
onderneming illiquide.
Current ratio
- Current ratio = vlottende activa (incl. liquide middelen)/kort vreemd vermogen
De current ratio geeft de verhouding aan tussen vlottende activa (inl. liquide
middelen) en het vreemd vermogen. De uitkomst ligt tussen de 1,5 en 2,5. Lager dan
1,5 is dus illiquide.
Quick ratio
- Quick ratio = vlottende activa (excl. voorraden)/kort vreemd vermogen
Bij de quick ratio worden voorraden buiten beschouwing gelaten omdat de voorraad
weinig oplevert bij een gedwongen verkoop. De norm is 1. Een quick ratio van minder
dan 1 is dus een illiquide onderneming.
H3.2 Solvabiliteit
Posten op de balans die van belangrijk zijn bij het berekenen van de solvabiliteit:
1. Het eigen vermogen
2. Achtergestelde leningen
3. Voorzieningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TKrijv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.