Handboek voor leraren pagina 378 t/m 386.
11.1.2 Beroepscontexten en beroepsrollen
Volgens de Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO) moet een docent aan zeven
bekwaamheidseisen voldoen.
Kern van het beroep:
- Vakinhoudelijk bekwaam;
- Pedagogisch bekwaam;
- Vakdidactisch bekwaam.
Er zijn vier beroepscontexten:
- In de klas met leerlingen;
- Met collega’s in het team van leerkrachten waar je deel van uit maakt;
- De schoolomgeving (bijvoorbeeld de ouders van je leerlingen);
- Jijzelf in je eigen ontwikkeling als leerkracht.
Bekwaamhedenmatrix
Matrix waarin de vier beroepsrollen zijn gecombineerd met de vier beroepscontexten:
11.1.3. De competenties van de SBL
De SBL heeft op basis van deze bekwaamhedenmatrix zeven competenties geformuleerd:
- Interpersoonlijk competent: je maakt op een positieve wijze contact en je hanteert een
goede balans tussen leiden en begeleiden.
- Pedagogisch competent: je biedt leerlingen een veilige leeromgeving, zodat zij zich zo
optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon.
- Vakinhoudelijk en didactisch competent: je creëert een krachtige leeromgeving waarin de
leerlingen het verband zien tussen kennis en maatschappij. Je daagt leerlingen didactisch uit.
- Organisatorisch competent: je zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer
in de groep, de klas en daarbuiten. Dit betreft tevens de leerwerkplek op het mbo.
- Competent in het samenwerken met collega’s: je levert een positieve bijdrage aan het
pedagogische en didactische klimaat, de onderlinge samenwerking en de schoolorganisatie.
- Competent in het samenwerken met de omgeving: je zorgt voor een goede communicatie en
samenwerking met de schoolomgeving, zoals ouders, buurt, bedrijven en instellingen.
- Competent in reflectie en ontwikkeling van zichzelf: je onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt
je opvattingen over het leraarschap en je eigen bekwaamheid als leraar.
,11.2 assertiviteit en pro activiteit
Assertiviteit
Betekent letterlijk ‘weerbaarheid’. Voorbeelden van assertief gedrag zijn:
- Complimenten kunnen geven en ontvangen;
- ‘nee’ durven zeggen;
- Kritiek durven geven.
Pro activiteit
Houdt in dat je anticipeert en initiatiefrijk en daadkrachtig bent. Voorbeelden van proactief gedrag
zijn:
- Een taak van iemand overnemen;
- Actie ondernemen als iets niet goed gaat.
11.2.1 In de klas
Leiderschap zichtbaar maken
Een goede leraar kan in zijn rol als leider het verschil maken door te inspireren en te motiveren. Een
leider zijn begint bij het besef dat je die rol vervult. Vervolgens onderneem je stappen om je
leiderschap zichtbaar te maken:
- Vertaal een assertieve en proactieve houding naar handelen.
- Vorm je een helder beeld van waar je naartoe wilt.
- Besef dat de leiderschapsrol de som is van een aantal ‘subrollen’. Een van deze rollen is die
van didacticus. Daarnaast ben je ook een gastheer, een pedagoog en coach.
11.2.2 In het team
Als docent krijg je behalve met je leerlingen ook te make met je collega-docenten, met wie je moet
samenwerken in je team of je vaksectie. Om competent te kunnen samenwerken met collega’s moet
je een open houding tonen en bereid zijn om samen te werken en zorgen dat de communicatie goed
verloopt. Hiertoe zal je je binnen je team ook assertief en proactief op moeten stellen.
Aandachtspunten daarbij zijn:
- Transparante en professionele houding: door open te zijn en te zeggen wat je denkt ben je
transparant. Niet achter collega’s rug om praten.
- Feedback vanuit wederzijds respect: collegiale feedback geven en ontvangen.
- Geef je grenzen aan: nee zeggen wanneer dat volgens jou nodig is.
Volgorde fasen van professioneel communiceren:
- Uitspreken: om ervaringen, feiten en persoonlijke beleving op tafel te leggen, zijn tijd en
luisterende aandacht van de ander noodzakelijk.
- Bespreken: elkaar vragen stellen en zo interesse in elkaar tonen.
- Afspreken: elkaar vragen stellen en zo interesse in elkaar tonen.
- Aanspreken: elkaar aanspreken op gemaakte afspraken als hiervan afgeweken wordt.
11.2.3 In de school
Op school heb je te maken met de verticale systemen met een vorm van controle van bovenaf. Dit
zijn systemen die bepalen hoe het onderwijs in Nederland er uitzien. Denk aan Cito-toets.
Drie dimensies van goed onderwijs
Goed onderwijs heeft volgens Biesta (in Kneyber & Evers, 2013) drie dimensies:
- De dimensie van kwalificatie ( het overdagen van kennis en vaardigheden)
- De socialisatiedimensie (manieren van doen en manieren van zijn)
- De dimensie van subjectvorming (persoonsvorming)
Deze worden ook wel de horizontale systemen genoemd, omdat ze gericht zijn op de onderwijs
pedagogische opgave om de verbinding tussen de leerlingen en de wereld mogelijk te maken en de
leerlingen voor te bereiden op de maatschappij.
,Hoe stel jij je op als je merkt dat de verticale systemen jouw pedagogische opdracht in de weg zitten?
Om dit bespreekbaar te maken zal je je assertief en proactief moeten op stellen. Bepaal als
onderwijsprofessional waar je de ruimte neemt. Belangrijk hierbij zijn:
- Proactieve onderzoekende houding: maak het probleem in school bespreekbaar.
- Feedback: met wederzijds respect.
Handboek voor leraren 149 t/m 154 4.3
4.3 Klassenmanagement: continu signaal
Hoe vloeiender en constanter de les verloopt, hoe makkelijker het is voor de leerling om betrokken
te blijven. Deze doorgaande lijn in de les noemen we het continue signaal.
4.3.2 Goede voorbereiding
Om de regie op je eigen les te behouden, is een goed doordacht lesplan onontbeerlijk. Drie principes
die relevant zijn voor elk lesplan:
Denk na over de manier waarop je leerlingen op een actieve wijze bij de les betrekt.
Leg de leerlingen het belang van de lesdoelen uit.
Zorg voor variatie in de les: dat voorkomt dat een leerling zich gaat vervelen en de orde gaat
verstoren.
Tot slot vestigen we de aandacht op een probleem dat we in veel lessen zien. Maar dat in de
voorbereiding getackeld kan worden: obergedrag. Het gedrag van de docent die opspringt bij elke
vraag van iedere leerling.
4.3.3 Uitvoering
Om het continu signaal te realiseren moet je:
Contact maken: oogcontact zoeken, ontvangen van leerlingen bij de deur.
Regie houden: alle communicatie via jouw laten verlopen.
4.3.4 Wisselmomenten
De kunst is om wisselmomenten haarscherp voor te bereiden en daarbij goed na te denken over de
volgende vragen:
- Hoe laat ga ik wisselen en hoe kondig ik dit tijdig aan zodat de leerlingen daarnaartoe kunnen
werken en de ingreep dus niet onverwachts komt?
- Ga ik terugkijken of juist vooruitkijken naar de volgende activiteit?
- Met welk handvat start ik het wisselmoment en welke hulpmiddelen heb ik daarbij nodig?
-
4.3.5 Wisselen van activiteiten
Voorbereiding
In de voorbereiding moet je hebben nagedacht over zowel de opdracht als de manier waarop je die
presenteert. Denk hierbij aan het ezelsbruggetje whhtuk (3.2 lichamelijke opvoeding op de
basisschool)
4.3.6 Wisselen van de aandacht
Op het moment dat je start met de uitleg, vraag je om een wisseling van aandacht. Om jezelf te
wapenen tegen te veel lawaai, moet je voor jezelf helder hebben hoe je de situatie in de klas wilt
vormgeven. Daarbij kan het ‘wat-hoe-en-waarommodel’ helpen:
- Wat: jij wilt ongestoord je uitleg kunnen geven;
- Hoe: iemand mag pas een vraag stellen als hij de beurt heeft gekregen. Leerlingen moeten
daartoe hun vinger opsteken;
- Waarom: je wilt dat alle leerlingen je verhaal kunnen volgen.
, 4.3.7 Leerling gestuurd continu signaal
De volgende aanwijzingen:
Wees je bewust van het belang van een goede voorbereiding
Ga in de voorbereiding op zoek naar de elementen die het gereedschap vormen waarmee de
projectgroep het eigen continue signaal kan versterken.
Anticipeer op de wisselmomenten in het werkproces van projectgroepen.
Handboek voor leraren hoofdstuk 4 (pg. 141 t/m 174)
4.1 De communicatie op orde: de Roos van Leary
Het betrekkingsniveau van de communicatie.
4.1.1 Relatiewensen
De Roos van Leary:
De roos van Leary maakt relatiewensen op het betrekkingsniveau inzichtelijk, en dat kan je een
voorsprong geven op de leerlingen. Je kunt dan immers je gedrag en taalgebruik afstemmen op hun
relatiewens. Bij de relatiewens gaat het in feite om twee vragen:
wie is de baas? (boven- onder)
met elkaar of tegen elkaar (samen-tegen)
4.1.2 De verschillende gedragingen
Voorbeeld van de cirkel: als de leraar zich ‘boven’ gedraagt gaat de leerling ‘onder’ zitten. En
omgekeerd. Op de as ‘voor-tegen’ werkt het juist andersom en zal de ander jouw reactie overnemen.
Als jij je dus ‘tegen’ gedraagt, dan springt de ander ook op ‘tegen’, en als jij je ‘samen’ gedraagt, gaat
de ander zich ook ‘samen’ gedragen.
Aandachtspunten
Houd bij het inzetten van de Roos van Leary rekening met de volgende aandachtspunten
wees flexibel:
‘samen’ werkt niet altijd
4.1.3 Hoe breng je het in de praktijk?
Om te laten zien hoe je dat kunt doen, werken we hierna de mogelijkheden uit waarnaar Harper in
1985 uitgebreid onderzoek heeft gedaan:
Aankijken: de mate waarin docenten oogcontact maken, is bepalend voor hoe dominant ze
overkomen. Ervaren docenten maken relatief meer oogcontact met meer leerlingen dan
beginnende docenten. Vier functies van aankijken:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lingbeekbj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.