100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Materiaalkunde 1 $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting Materiaalkunde 1

3 reviews
 152 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

een samenvatting over de colleges en het boek materiaalkunde voor het Windesheim. Met deze samenvatting ben je goed voorbereid voor het tentamen.

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • Unknown
  • October 5, 2021
  • 26
  • 2019/2020
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: esmeeplug • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Martin1999 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Mirian2000 • 3 year ago

avatar-seller
Materiaalkunde:
Er zijn 4 hoofdgroepen van materialen (chemisch)
1. Keramisch (baksteen, glas, natuursteen)
2. Metalen (wapeningsstaal, legeringen)
3. Polymeren (kunststof of hout) kool-waterstofketens
4. Composiet (mengsels van verschillende materialen)

Verbindende functie: schroeven, lijm, mortel.
Scheidende functie: wand

Beschermende functie: verven van houten kozijnen.
 Grondstof: de basisproducten van een bouwmateriaal.
 Bouwstof: een materiaal (stof en/of mengsel) waaruit producten kunnen worden
gemaakt.
 Bouwmaterialen: bouwmaterialen die uit 1 stof bestaan (hout)
 Bouwproduct: bestaan uit meer dan 1 stof en is nog niet af en moet nog in elkaar gezet
worden.
 Bouwelement: is al samengesteld. En zijn grote prefab materialen.

Functies van materialen:
 Dragende functies:
o Sterkte-eigenschap (de sterkte, niet dat het gaat breken)
o Stijfheid (niet dat het door gaat buigen)
 Afsluitende functie: isolerend, vocht ondoorlatend
 Verbindende functie: lijm
 Scheidende functie: wand
 Beschermende functie: muur, dak
Een combinatie maakt uit of het een goede kwaliteit heeft, want elk product is een goed
product.


Materiaalkeuze hangt af van:
 Economisch: het kan goedkoper, alleen duurt misschien minder lang.
 Technisch: flexibiliteit en onderhoud. Optimale prestatie van het materiaal. En de
prestatie gaat veranderen door weer, gebruik en verkeerde toepassing.
 Teruggang in prestatie: bv. een over dak voor het behouden van muur. Of beton voor
onderbouw. Weer (krimpen, uitzetten) gebruik (doorbuiging)
 Vormgeving: denk aan gewicht duur,
 Toekomstige functie: kan je er een andere functie aan geven.
 Circulair bouwen (staat nog niet in het boek): recycling van materialen die al gebruikt
van andere gebouwen (maar niet de grondstof opnieuw maken want dat kost veel
energie en geld) en dus het nadenken om bij het slopen denken over wat kan nog
gebruikt worden na een paar jaar.
 Milieubelasting/ LCA: waar komen ze vandaan en
wat kost de uitstoot. Dus kijken of dit minder
milieubelastend is.

, Permeabiliteit: de doorlaatbaarheid
van een materiaal  hoeveel water
laat het door?
Homogeniteit: als alle samenstelling in dezelfde richting zijn gelijk zijn. (samenstelling
gelijkmatig) (bewapend beton, natuursteen, graniet, basalt)
Heterogeniteit: als de samenstelling een andere richtingen heeft. (hout, glas)
Isotroop: als alle samenstellingen dezelfde eigenschappen heeft. (staal, ongewapend beton)
Anisotroop: als de samenstelling andere eigenschappen heeft (bewapend beton, hout,
gebakken producten)

De NEN-normen richten zich op 5 eisen:
 ontstaan van brand  branddoorslag
 uitbreiding van brand  brandwerendheid
 rookontwikkeling

Normen zijn er voor orde en eenheid te scheppen van technische regels.
Het wordt gebaseerd op wetenschappelijk inzicht, praktisch haalbaar en uitvoerbaar.
De normen commissie maakt een norm, die wordt gecontroleerd door de NNI en dan is het een
voorlopige norm.
In Europa is:
EG-norm: Europese norm voor goederen.
CEN: (commissie Europese norm) deze commissie maakt de norm en dat wordt een:
EN: (Europese norm): een norm die in Europa moet worden aangenomen.
Wordt een Nederlandse vorm vervangen door een Europese, dan is het een NEN-EN.
NEN-ISO/ NEN-EN-ISO: een norm die mondiaal in overeenstemming wordt gemaakt. (ISO:
International Standardization Organisation)
Kiwa (Keurings Instituut WAterleidingen ) zij geven het KOMO-keurmerk en als je KOMO-
keurmerk hebt dan heb je CE-keurmerk.

Recycling: is het herwinnen van nieuwe producten om die later weer te hergebruiken.
Primaire grondstoffen zijn stoffen die voor het eerst worden gebruikt en secundaire
grondstoffen zijn stoffen die opnieuw gebruikt kunnen worden.

Bindmiddelen: grondstoffen die in staat zijn toeslagmaterialen met of zonder toevoeging van
water aan elkaar te kitten. (zand, grind) Wordt vaak toegepast bij het maken van mortel en
species en zijn vaak poederachtige stoffen.
Belangrijkste bindmiddelen: gips, kalk (beter bestand tegen water sterker dan gips) , cement zie
je in beton.
Verharding:
 Natuurlijke manier (fysisch/reversibel)
o klei door uitdroging
o bitumen door afkoeling
 Scheikundig manier (chemisch / niet reversibel)
o beton door water
o reactie tussen 2 stoffen
o uitharding van verf door uittreden van oplosmiddel

, o en door lucht zoals bij luchtkalk.
Scheikundige verharding bij kalk, cement en gips
 Hydraulische verharding  door water. Materiaal is onder normale omstandigheden
tegen water bestand.
 Niet-hydraulische verharding  door koolzuur geen water voor nodig.

Cement: belangrijkste bindmiddel in beton, fijngemalen anorganische stof (poeder)
Geheel hydraulisch, lucht speelt geen rol, eventueel door bindtijdmiddel sneller, maar niet te
snel.
Cement in 2 groepen:
 Op basis van portlandcementklinker
 Cementen die geen portlandcementklinker bevatten




CEM 1: klinker 95%, gips 5%
Grondstoffen: mergel en klei

CEM 2: klinker 70%, vliegas 30%

CEM 3: gemalen portlandcement (25% - 45%), bindmiddelregelaar, gemalen hoogovenslak (55%
- 75%) doordat er minder kalk ontstaat is het handig voor water, want dat tast het milieu niet
aan zoals zure milieus,

Hoogovencement heeft een dichtere volume poriënstructuur (duurzamer), en bevat minder
kalk (minder aantasting voor wapening).
Portlandcement gaat hydratatie veel sneller. Hierdoor is er ook bij portlandcement meer
temperatuurspanningen. Maar reageert wel minder op temperatuur zoals hoogovencement die
minder hydrateert bij lage temperaturen en meer bij hoge temperaturen. Hierdoor heeft het
ook een betere nabehandeling nodig omdat het slecht hydrateert en daarom water sneller
verdampt bij het opdrogen.

Hoogovencement: goedkoper, verharding sneller met stoom (warmte), beter zout en zuur
bestendig, minder temperatuurspanning.
Portlandcement: sneller sterk, lage temperatuur te verwerken.

Zodra het cement in aanraking komt met water, komen er kristallisatie processen in gang. Eerst
wordt C3A opgelost en die reageert vervolgens met gips (calciumsulfaat) trillingen zijn fataal dan
dus als dat niet kan worden opgelost moeten er prefab komen.
Als er te veel water in cement wordt gedaan komen er veel poriën. Bij het verharden ontstaat
krimping, maar bij uitdroging ook en dan krijg je krimpscheuren. Bij het verharden komt
warmte vrij. Dit is gunstig bij koude temperaturen de grind fijner te malen.

Een keuring heeft betrekking op:
 Druksterkte
 Begin van binding
 Vormhoudendheid
 Hydratiewarmte

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  13x  sold
  • (3)
Add to cart
Added