, Leerdoel hoofdstuk 1 2 3
reactievermogen: organisme reageren op verandering in hun onmiddelijke omgeving →
prikkelbaarheid
Groei: organismen nemen in omvang toe door deling van cellen.
beweging: inwendig→ transport van bloed anderen stoffen
Uitwendig→ voortbeweging door de omgeving
stofwisseling: organismen zijn afhankelijk van complexe chemische reacties om de energie te leveren
die nodig is voor het reactievermogen → de groei, voortplanting en beweging.
stofwisseling (metabolisme) stofwisselingreactie → is het nodig stoffen uit de omgeving op te
nemen om zo energie vrij te maken.
de opname het vervoer en het verbruik van zuurstof door de cellen → RESPERATIE
HOMEOSTAGE:
orgaanstelsel zijn onderling afhankelijk en verbonden en ze nemen een betrekkelijke kleinte ruimt in.
De cellen weefsels organen en orgaanstelsel van het lichaam werken samen in een omgeving.
om stabiel intern milieu te handhaven = homeostase
anatomie = studie van structuur → in en uitwendige structuren en fysieke relaties tussen
lichaamsdelen
fysiologie = studie van functie manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten
de organisatieniveaus van het menselijk lichaam beschrijven;
Organisatie niveaus
Chemische niveau → atomen → kleinste stabiele bouwstenen → verbinden zich met elkaar tot
molecuul → elk molecuul heeft andere vorm = functie van molecuul per vorm anders
celniveau → verschillende moleculen zijn een cel. → elk molecuul heeft een andere
functie in de cel → CEL KLEINSTE LEVENDE EENHEID
weefselniveau → cellen van het zelfde typen die samenwerken om een specifieke functie uit
te voeren.
orgaanniveau → een orgaan bestaat uit twee of meer verschillende weefsels die
samenwerken voor 1 functie. Bijv. het hart
orgaanstelsel niveau → organen werken samen in orgaanstelsels.
Bijv: cardiovasculair stelstel → hart, bloedvaten en bloed
organisme niveau → alle orgaanstelsel in het lichaam werken samen → het mensde
orgaanstelsels en hun hoofdfuncties benoemen;
Orgaanstelsel Functies
De huid Beschermt lichaam tegen gevaren omgeving /reguleren
lichaamstemperatuur
Beenderstelsel skelet Ondersteuning, beschermt weefsels, opslag mineralen en vormt
bloedcellen
Spierstelsel Beweging, stevigheid, produceert warmte
Zenuwstelsel Maakt Gelijk reactie op prikkels, coördineren van activiteiten van
andere orgaanstelsels
Endocrien stelsel Regulering langdurige veranderingen in activiteiten in andere
orgaanstelsels
Cardiovasculair stelsel Transporteert cellen, opgeloste stoffen, voedingstoffen,
afvalstoffen en gassen
Lymfestelsel Verdedigt tegen infecties, ziektes, zorgt voor terug keer weefsel
vocht in bloedsomloop
Ademhaling stelsel Transporteert lucht naar plaatsen waar gaswisseling plaats vindt,
tussen buiten lucht en circulerend bloed. Produceert geluid
Urinair stelsel Verwijderd overtollig water zout en afval
,Voortplanting stelsel Produceert geslachtscellen en hormonen
Bij vrouwen: ondersteund embryonale en foetale ontwikkeling van
bevruchting tot geboorten
de meest gebruikte anatomische termen herkennen en gebruiken;
anatomie = studie van structuur → in en uitwendige structuren en fysieke relaties tussen
lichaamsdelen
negatieve en positieve feedback:
belangrijkste kenmerk
negatieve feedback:
veroorzaakt een prikkel
een reactie die de
oorspronkelijke prikkel
tegengaat. → Wekt een
variatie buiten de
normale grenzen een
automatische reactie op
waardoor de situatie
word gecorrigeerd
positieve terug
koppeling→ brengt
prikkels te wegen
waardoor de
oorspronkelijke prikkel
word versterkt.
Bloedstolling weeën
anterior en ventraal = voorzijde
posterior en dorsaal = achterzijde
craniaal -> bovenkant
caudaal-> voeteind
Proximaal → naar het lichaam toe
distaal → van het lichaam af
, Lateraal → zijaanzicht
superior → hoger
inferior → lager
Transversaal →horizontaal
sagitaal →naast lengte as= scheid
rechts en links
midsagitaal = precies in het midden
frontaal → scheid voor en achterkant
de belangrijkste termen van
het moleculaire
organisatieniveau uitleggen;
Leerdoelen
fysiologie = studie van functie manier waarop levende organismen hun vitale functies
verrichten
atoom→ elementair deeltje van de materie = alles wat ruimte inneemt en massa heeft
= materie →bestaat uit stoffen dat elementen word genoemd (kleinste stabiele eenheid van materie
is atoom
3 sub atomen
protonen (p+) positief elektrisch geladen
neutronen (n0) ongeladen
elektronen (e-) negatief geladen = veel lichter dan proton
alle atomen bevatten deze protonen en elektronen in gelijk aantallen → aantal protonen in een
atoom → atoomgetal
alle atomen van 1 element bijvoorbeeld helium hebben allemaal het zelfde atoomgetal.
of waterstof heeft altijd 1 als atoomgetal. Omdat het maar 1 proton bevat.
Waterstofatoom→ bestaat uit een kern die een proton en GEEN neutron bevat. Rond de
kern beweegt de elekrton
Elektronschil→ kan 2 elektronen bevatten → 2 schillen. De 2e schil kan maximaal 8
elektronen bevatten.
de biochemische structuur van de belangrijkste organische verbindingen
herkennen;
zuurstof O
Koolstof C
waterstof H
stikstof N → onderdeel van eiwtten, nucleinezuren en andere organische verbindinge
calcium Ca→ benderen, tanden. Membraanfuncties zenuwimpulsen,spiercontractie
bloedstolling
fosfor P→ beenderen en tanden, nucleinezuren en energieke verbindingen
Kalium K→ membraanfuncties zenuwimpulsen spiercontracties
natrium Na→ membraanfuncties zenuwimpulsen spiercontracties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwenpijnenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.