Homologe chromosomen:De twee chromosomen die samen een paar vormen.
Karyogram: Chromosomenkaart
Autosomen: ‘Gewone’ chromosomen, ieder paar bestaat uit twee chromosomen die gelijk
zijn qua vorm en grootte.
Geslachtschromosomen: Het laatste chromosomenpaar, bepalen het geslacht.
Karyotype: Het aantal chromosomen van een individu, XX of XY en alle variaties op het
normale patroon. (46, XX)
Trisomie: Als er op een nummer geen twee maar drie chromosomen zitten. Als er drie op 21
zitten is dit syndroom van down.
Gen: Informatie voor een bepaalde eigenschap.
Genoom: Alle genen samen.
Aangeboren eigenschappen: Eigenschappen waarmee je geboren bent.
Allelen: Varianten van hetzelfde gen.
Emergente eigenschap: Een eigenschap die je niet kan zien in het DNA. Als goed
pianospelen.
Genotype: Allelen voor bepaalde eigenschappen bij elkaar.
Fenotype: Eigenschappen die door je milieu komen.
Tweelingonderzoek: Onderzoek om uit te zoeken wat de bijdrage is van genotype en milieu
aan het tot stand komen van eigenschappen.
Dominant allel: Overheersende allel dat altijd tot uiting komt. Hoofdletter.
Recessief allel: Allel wat alleen tot uiting komt als er geen dominant allel aanwezig is. Kleine
letter
Stamboom: Overzicht van de overerving van een eigenschap binnen een familie.
Homozygoot: Individu met twee gelijke allelen.
Heterozygoot: Individu met twee verschillende allelen, een dominante en een recessieve.
Recessieve allel komt niet tot uiting.
, Drager: Individu die heterozygoot is, is drager van de recessieve eigenschap.
Kruisingsschema: Alle gegevens van een kruising in een schema. Zo kan je zien wat de
genetische samenstelling van de nakomelingen kan worden.
Monohybride kruising: Kruising waarbij gelet wordt op de overerving van één eigenschap.
Onvolledige dominantie: Een dominant allel laat bij een heterozygoot individu ook het
recessieve allel enigszins tot uiting komen.
Intermediair: Twee ongelijke allelen komen beide tot uiting in het fenotype. Het zit er
tussenin.
Multipele allelen: Een gen waarvan meer dan twee allelen zijn.
Codominant: Twee allelen die beide dominant zijn over een ander allel.
Gekoppelde overerving: De allelen voor twee verschillende eigenschappen liggen samen op
één chromosoom. Ze erven samen over.
Dihybride kruising: Een kruising waarbij je let op de overerving van twee eigenschappen.
Onafhankelijke overerving: Genen op verschillende chromosomen. De overerving is niet
gekoppeld.
Afleidingsmethode: Methode waarbij je een dihibride kruising splitst in twee mono hybride
kruisingen om hem zo makkelijker uit te werken.
Polygene overerving: Meerdere genen bepalen samen één eigenschap.
Erfelijkheidsonderzoek: Onderzoek naar het voorkomen van erfelijke afwijkingen in genen.
DNA-onderzoek: Aan de hand van bloed kijken of de ouders een afwijkend allel in hun DNA
hebben.
Letale allelen: Allelen die de oorzaak zijn van het niet levensvatbaar zijn van een embryo
met tot gevolg vroegtijdige dood. Deze allelen kunnen zowel dominant als recessief zijn.
Genetische modificatie: Veranderen van het DNA van een organisme.
Gentherapie: Inbrengen van een goed werkend allel in bepaalde cellen, met als doel ziektes
genezen.
Embryoselectie: Na IVF plaatst de arts alleen gezonde embryo’s terug in de baarmoeder.
Fossielen: Resten of afdruk van uitgestorven organismen.
Gidsfossielen: Fossiel dat gebruikt kan worden om een gesteentelaag te dateren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dmhalsema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.