CYCLUS 8 Orthodontie - Kinderen & volwassenen
Syllabus uitneembare apparatuur
Functionele apparatuur:
- Kan de groeirichting van de kaken beïnvloeden. Deze apparatuur wordt toegepast om een
afwijking in de skeletale relatie te corrigeren.
Uitneembare apparatuur:
- Vaak gebruikt voor verbreden van de boog of kleine aanpassingen van individuele tandstand
binnen de boog.
- Beperkte toepassing: in de onderkaak wordt een plaat slecht verdragen, ‘bodily’
tandverplaatsingen zijn niet mogelijk en rotaties zijn eenvoudiger te behandelen met vaste
apparatuur
- Voordelen plaatapparatuur: de toepassing van kunstharsuitbreidingen als de bestaande
occlusie de geplande tandverplaatsing verhindert, de relatief eenvoudige gebitsreiniging en
de mogelijkheid reactiekrachten op het palatum op te vangen.
Geschiedenis plaatapparatuur
Eerste prothesebasis: Goodyear 1839 voegde natuurrubber en zwavel samen en verhitte onder hoge
druk tot een hard en vormvast materiaal.
Eerste orthodontische plaatapparaat van gevulcaniseerd rubber door Brewster in 1840. Aanvankelijk
waren de draaddelen van nikkel-zilver, goud of platinagoud. Pas omstreeks de eerste wereldoorlog
wordt roestvrijstaal toegepast en sinds 1940 is gevulcaniseerde rubber geleidelijk aan door kunsthars
vervangen.
Fysiologische en mechanische principes van tandverplaatsing
Rol van PDL
Door middel van het parodontale ligament zijn elementen bevestigd in het bot. De breedte is
ongeveer 0,5 mm en bestaat voornamenlijk uit vezels die parallel gerangschikt zijn vanaf de wortel
schuin omhoog in het bot. Deze rangschikking voorkomt mede verplaatsing van het element in de
alveole tijdens normale functie. In het parodontaal ligament zijn ook bloedvaten, zenuwen,
weefselvloeistof en cellen te vinden. Een aantal van deze cellen zijn fibro-, osteo- en cementoblasten
en clasten (collageen, bot en cement).
Korte blootstelling aan grote krachten:
- Snelle verplaatsing van het element binnen de ruimte van het PDL wordt voorkomen door de
niet-indrukbare weefselvloeistof. Hierdoor wordt de kracht overgebracht op het alveolaire
bot en buigt het bot als reactie op deze druk. Het buigen van bot in reactie op normale
functie genereert een piëzo-electrische stroompjes die een belangrijke stimulus bij
regeneratie en herstel zouden kunnen zijn.
- Het parodontaal ligament is aangepast op korte, grote krachten en maakt kauwkrachten
daardoor mogelijk. Het is echter niet aangepast op langer inwerkende, zelfs langdurige
kleinere krachten.
Tijd (sec) Gebeurtenis
<1 PDL vloeistof niet indrukbaar, alveolair bot buigt, piëzo-electrische signalen worden
gegenereerd
1-2 PDL vloeistof ‘doorgeperst’, element beweegt binnen PDL ruimte
3-5 PDL vloeistof wordt eruit geperst, weefsel comprimeert, plotselinge pijn als er grote druk
heerst
1
, Fysiologische tandverplaatsingen
Deze fysiologische tandverplaatsingen kunnen in twee fasen
onderscheiden worden: eruptie en drift.
- De eruptiefase is een voornamelijk naar occlusaal gerichte
verplaatsing. Bovenmolaren en premolaren migreren
tijdens de eruptie ook naar mesiaal en in de onderkaak is
de richting van de eruptie zeer variabel.
- Drift is de migratie van gebitselementen na het in occlusie
komen. Drift gaat gepaard met occlusale en approximale
slijtage.
Aan de resorptiezijde vindt frontale resorptie plaats. Dat betekent
dat de botverwijderende osteoclasten langs het botoppervlak zijn
gelegen. Aan de depositie zijde wordt door osteoblasten nieuw bot
gevormd.
Orthodontische tandverplaatsing
Gebruik makend van de adaptatiemogelijkheiden van het PDL en alveolaire bot. Voor
tandverplaatsing moet de aangebrachte kracht de andere aanwezige krachten, die door de
biologische structuren en occlusie- en articulatiecontacten uitgeoefend worden, kunnen overwinnen.
Bio-elektrische theorie:
- Druk buigen en strekken van bot elektrische signalen en potentiaalverschillen
verandering botmetabolisme.
- Elektronen verplaatsen in het rasterwerk van de minerale structuur van het bot.
- Piëzo-elektrische stromen: fenomeen van kristallijne structuren als bot waarbij
elektronen verplaatst worden door vervorming van de structuur.
- De stromen ontstaan bij vervormingen en verdwijnen dan weer ondanks dat de
kracht blijft gehandhaafd. Een gelijke maar tegengesteld signaal ontstaat
wanneer de kracht losgelaten wordt.
Toch lijken stress-gegenereerde signalen van weinig belang te zijn voor orthodontische
tandverplaatsingen, aangezien vibrerende krachtapplicatie geen voordelen biedt boven
continue applicatie van kracht.
Een tweede type endogeen elektrisch signaal kan geobserveerd worden in metabool actief bot of
bindweefsel.
- Deze bio-elektrische potentiaal is het gevolg van de elektronegatieve ladingen die de actieve
cellen produceren, terwijl inactieve cellen bijna elektrisch neutraal zijn.
- Alhoewel stressgegenereerde electrische signalen de tandbewegingen niet verklaren, kunnen
electrische en electromagnetische invloeden de botremodeling, waarvan tandbeweging
afhankelijk is, wijzigen.
Klassieke theorie
- Druk verplaatsing elementen binnen alveole compressie en uitrekking PDL
verandering bloedtoevoer chemische veranderingen (zuurstofgehalte en metabolieten
concentratie) stimulatie vrijkomen van biologisch actieve stoffen cellulaire
differentiatie
2
,4 fasen van tandverplaatsing:
1. De initiële fase (fase 1) duurt kort (gemiddeld 5-6 dagen). In de initiële fase wordt
weefselvloeistof gedeeltelijk weggedrukt en het gebitselement beweegt in de alveole. De
parodontale spleet wordt smaller aan de ‘drukkant’ en breder aan de ‘trekkant’. Aan de
drukkant worden de bloedvaten samengedrukt, omdat de druk in het parodontale ligament
hoger is dan de capillaire bloeddruk. Dit leidt tot een verminderde bloedstroom en daardoor
tot een verandering in chemische samenstelling van de omgeving. Er ontstaat een lokale
steriele necrose van parodontale cellen. In deze ‘gehyaliniseerde’ gebieden heeft het
parodontale ligament zijn structuur verloren en zijn geen cellen meer te vinden. Botresorptie
is afhankelijk van bloedtoevoer en cellulaire reacties. Omdat deze niet aanwezig zijn in
gehyaliniseerd weefsel, is frontale botresorptie niet mogelijk.
2. De tweede fase duurt enkele dagen tot weken, in deze fase is geen tandverplaatsing mogelijk.
In de tweede fase fagocyteren cellen uit de omgeving en uit de bloedsomloop het
gehyaliniseerde weefsel. Er treedt ondermijnende resorptie op in het alveolaire bot vanuit de
mergholten rond de hyalinisatie zone. Wanneer de ondermijnende resorptie het parodontale
ligament heeft bereikt, kan het gehyaliniseerde weefsel worden gefagocyteerd door
osteoclasten uit de mergholten. Hierdoor ontstaat een onregelmatig oppervlak van het
alveolaire bot.
Nadat het gehyaliniseerde weefsel is verwijderd kan het parodontale ligament zich weer
herstellen. Aan de trekkant van het gebitselement zijn de collagene vezels als het ware
opgerekt. De rustende osteo- en cementoblasten zijn geactiveerd zodat ze in de derde en
vierde fase bot of cement kunnen afzetten.
3. In de derde en vierde fase vindt directe botresorptie plaats vanuit het parodontale ligament.
Deze directe of frontale resorptie is het gevolg van druk in het parodontale ligament die lager
is dan de capillaire bloeddruk (alleen op de meest uistekende delen van het alveolaire bot
egaler). Er kunnen zich ook osteoclasten bevinden op het worteloppervlak (onduidelijk
waardoor bepaald wordt of bot of wortel wordt geresorbeerd).
Op de plaatsen van resorptie, vindt totale remodeling van het vezelpatroon van het
parodontale ligament plaats. Aan de trekkant vindt afzetting van trabeculair bot plaats door
osteoblasten. De parodontale vezels worden opgenomen in het nieuwe bot en vormen zo
nieuwe vezels van Sharpey.
4. Dynamisch evenwicht is bereikt waarbij de tandverplaatsing een constante snelheid heeft bij
een constante kracht. Activiteit van afbraak en opbouw cellen wordt bepaald door
mediatoren die vrijkomen door de veranderde chemische omgeving na enkele uren. Hierdoor
bestaat er een drempelwaarde in reactietijd van ongeveer 4-6 uur waaronder geen
orthodontisch effect te verwachten is.
Tandverplaatsing is een gevolg van drukveranderingen in het parodontale ligament. Deze
drukveranderingen zijn afhankelijk van de gebruikte kracht, de afmetingen van het worteloppervlak
en de mechanische eigenschappen van het
parodontale ligament.
Soorten verplaatsing
Tipping
- Weerstandspunt ergens halverwege
Fig. 2.4
de wortel. Om dit draaipunt kantelt
het element. Dit draaipunt wordt
bepaald door de lengte van de wortel
en de diepte van het alveolaire bot.
De drukkracht neemt af naar het draaipunt toe.
3
, o Bijv. door behandeling met plaatapparatuur.
Bodily
- Veel groter oppervlak waarover de kracht wordt opgebouwd.
o Bijv. door behandeling met vaste apparatuur.
o Kracht die nodig is voor bodily verplaatsing is veel groter dan die voor tipping
Snelheid
- Elk individu heeft een genetisch bepaalde snelheid van ortho tandverplaatsing.
- Vanaf een drempelwaarde zorgt het vergroten van de kracht nauwelijks voor een sneller
tandverplaatsing.
- Wel varieert de positie van het centre of resistance (afhankelijk van wortelverhouding en
diepte alveolaire bot) en dus het moment van krachten met de grootte van de kracht.
- In het algemeen wordt gestreefd naar lichte orthodontische krachten die juist voldoende zijn
voor tandverplaatsing.
Optimale kracht = minimale kracht die nodig is om snelheid te bereiken
Te hoge kracht meer hyalinisatie
De streefwaarde voor tandverplaatsing is ongeveer 1 mm per maand.
Het principe van orthodontische krachten
Hoge druk gaat gepaard met ondermijnende resorptie van cement en dentine. Daarom verdient
kleine continue kracht de voorkeur.
In plaatapparatuur oefenen de actieve delen druk uit op de te verplaatsen elementen.
- Een voorbeeld van een actief deel kan een veer zijn. Veren met een diameter van 0,6 mm en
kleiner dienen door geleidestaafjes ondersteund te worden of door de kunstharsplaat te
worden beschermd. Dit dient om beschadiging van de veer te voorkomen en controle te
kunnen houden over het aangrijpingspunt van de veer.
- Naast de grootte van de kracht, zijn ook het aangrijpingspunt en de richting van de
aangebrachte kracht via veren van belang:
1. De kracht moet zoveel mogelijk loodrecht op de as van het element gericht zijn. Anders
zal de verticale component van de kracht neigen de veer te verplaatsen.
2. De kracht dient zoveel mogelijk aangebracht te worden op een oppervlak evenwijdig aan
de as van het element. Wordt hier niet aan voldaan, dan kan er niet alleen verplaatsing
van de veer, maar ook ongewenste intrusie optreden.
3. De kracht dient door het centrum van weerstand (ongeveer het zwaartepunt in
dwarsdoorsnede) gericht te zijn. Het element zal anders de neiging tot roteren krijgen.
Een actieve kracht heeft een even grote tegenovergestelde reactiekracht (newton). De reactiekracht
van de actieve delen grijpt meestal aan op andere elementen. De elementen die in de verankering
zijn opgenomen. Het effect van deze reactiekracht is soms gewenst, maar meestal niet.
- Bij het distaal verplaatsen van een cuspidaat, schuilt het gevaar van mesiaal verplaatsen van
een molaar.
- Bij het mesiaalwaarts verplaatsen van een molaar schuilt het gevaar van linguale
verplaatsing van het front.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MMCvD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.