In Nederland kennen wij het objectieve recht en het subjectieve recht. Objectief recht is de
verzameling van regels en het subjectieve recht houdt zich bezig met rechten die rechtssubjecten
ontlenen aan het objectieve recht (hierop kan aanspraak worden gedaan). De belangrijkste
onderscheiding binnen het objectieve recht is die van het privaat- en publiekrecht. Dit onderscheid
is gebaseerd op een viertal criteria:
1
De aard van de betrokken partijen;
2
De aard van het te beschermen belang;
3
Het initiatief tot handhaving van het recht;
4
De middelen tot rechtshandhaving.
Het normatieve
(juridische) moment Het geheel van regels, beslissingen en beginselen dat onder
het positieve recht wordt verstaan
Het ideële
(filosofische) moment Wat zijn de ideeën, opvattingen en waarden achter het
positieve recht?
Het actuele
(sociologische) moment Het geheel aan maatschappelijke gebruiken en praktijken dat tot het
positieve recht heeft geleid, als de maatschappelijke gebruiken en
praktijken die uit het recht voortvloeien: wederzijdse beïnvloeding van
recht en samenleving.
Volgens de klassieke rechtsbronnenleer zijn er vijf formele rechtsbronnen, te weten: de wet, het
verdrag, de jurisprudentie, beginselen en de gewoonte. De socioloog zal bij beantwoorden van
deze vraag de zogenaamde materiële rechtsbronnen omschrijven die bepalend zijn geweest voor
de inhoud van het recht (economie, politiek, religie).
Verdragen die worden gesloten verhouden zich op een bepaalde manier tot het nationale recht. Er
zijn twee uiterste opvattingen om met een verdrag om te gaan. Binnen de dualistische opvatting
worden verdragen binnen de nationale staat niet erkend als rechtsbron, de afspraken hieruit dienen
te worden omgezet om werking te hebben. Binnen de monistische opvatting worden verdragen
gezien als boven geschikt aan nationale wetten en fungeren deze dus wél als rechtsbron.
Bij een rechterlijke beslissing formuleert nieuwe interpretatie of nieuwe regel welke met gezag is
gegeven. Het gezag van een rechterlijke beslissing berust, net als ieder overheidsoptreden op de
combinatie van drie elementen:
1
De bevoegdheid van de functionaris
2
Het verband van de beslissing met het juridische regelstelsel en de rechtspraktijk
3
De motivering, waardoor de beslissing voor betrokkenen aanvaardbaar is
In Nederland is de rechter niet gebonden aan eerdere uitspraken (precedenten). Echter, hebben
deze de burgers’ verwachtingen gewekt en is er wel sprake van precedentwerking: de rechter kan
in de praktijk niet om eerdere uitspraken heen. Hiervoor bestaat een materieelrechtelijke en
formeelrechtelijke reden. Het materiële recht vereist gelijke behandeling van gelijke gevallen en
het formele recht ziet op de bevoegdheidsverdeling tussen rechters.
Beginselen zijn morele principes die als juridisch bindend worden ervaren mits deze zijn verankerd
in een andere rechtsbron en een desideratum (iets wenselijks) met morele of politieke betekenis
uitdrukken. Wij onderscheiden drie functies van rechtsbeginselen:
1
Onder de normatieve functie verstaan wij dat zij tot rechtsgevolgen leiden. Rechtsbeginselen
kunnen een aanvullende werking of beperkende/derogerende werking hebben.
2
De legitimerende functie
Wanneer het rechtsbeginsel een extra rechtvaardiging biedt aan een rechterlijke uitspraak
3
De actualiserende functie houdt in dat het recht wordt toegepast aan de eisen van de tijd.
Bij gewoonterecht gaat het om wijdverspreide gewoontes die juridisch bindend zijn. Er moeten aan
twee voorwaarden zijn voldaan voordat wij het bestaan van gewoonterecht aannemen, namelijk
een herhaling van feiten (usus) en een normatieve overtuiging (opinio necessitatis).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samanthamirellaberardi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.