Vakkennis kunstzinnige oriëntatie
1. Student kent de drie kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie.
- De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en
ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. (kerndoel 54)
- De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. (kerndoel 55)
- De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel
erfgoed. (kerndoel 56)
2. Student kent het KVB-model en kan het gebruiken en herkennen in (zijn) muziekonderwijs.
- Klank
- Vorm
- Betekenis
In vorm gezette klank die betekenis heeft.
Wat is muziek? klank, vorm, betekenis
Wat doe je met muziek lezen en noteren, bewegen, spelen, luisteren, zingen (5 domeinen)
componeren en improviseren (nieuwere versie van het model)
In een goede les maak je combi’s tussen de binnen en buitencirkel
Klank en bewegen:
Bij hoge klanken appels plukken, bij lage klanken appels rapen.
3. Student kent de didactiek die bij luisterlessen hoort.
Didactiek luisterlessen:
Hoe kies je muziek voor een luisterles? (volgens Muziek Meester!)
• Het moet passen bij wat je de kinderen wilt leren
• Er moet iets opvallen: een bepaald ritme of melodie, herhalingen, een duidelijke sfeer
• Er moeten didactische activiteiten aan te verbinden zijn: luisteropdrachten, bewegingen enz.
Voorbereiding:
• Doel stellen adhv KVB-model
• Kies muziek
• Kies werkvorm
• Regel de techniek:
Goede apparatuur: is wel te horen waar je naar vraagt?
Muziek vanaf Youtube spelen kan, maar let op beeld, reclame enz.
Let op de kwaliteit
Youtube naar mp3: flv converter
Audacity om muziek te knippen
Inleiding:
• Niet-muzikaal: verhaal, praten over onderwerp, afbeelding tonen enz.
• Muzikaal: over het hetzelfde onderdeel van KVB, maar ander domein
Kernopdracht:
• Bewegen
• Noteren
Tekenen
Kaartjes op volgorde leggen
, Vormschema maken
• Vragen beantwoorden
• Enz.
• Vermijd mooi en lelijk
Opdracht bestaat uit een combinatie van de binnen- en buitencirkel van het KVB-model
Evaluatie:
• Is het doel behaald?
• Extra info geven
• Reageer op wat de leerlingen aangeven
• Begrippen noemen
4. De student kent de muziektheorie met betrekking tot klank (toonduur, toonhoogte en
toonsterkte) in de traditionele notatie en vorm (vormprincipes, vormeenheden en
vormtechnieken)
G-sleutel = beginsleutel die aangeeft waar de G-noot ligt.
Kruizen (#) = dit geeft aan dat de stamtoon waarvoor het kruis geplaatst is met een halve
toonafstand verhoogd wordt.
Mollen = dit geeft aan dat de stamtoon waarvoor het kruis geplaatst is met een halve
toonafstand verlaagd wordt. (b)
Toonduur = hoe lang je de toon moeten spelen (hele, halve, kwart en achtste)
Maatsoorten = geeft aan hoeveel noten er in de maat zitten (4/4 of 3/4)
Dynamische tekens:
- Forte = luid uitvoeren van een muziekstuk (f)
- Piano = zacht uitvoeren van een muziekstuk (p)
- Mezzoforte = matig luid/ sterk uitvoeren van een muziekstuk (mf)
- Crescendo = geleidelijke toename van de toonsterkte (kleiner dan teken)
- Decrescendo = geleidelijke afname van de toonsterkte (groter dan teken)
Symbolen:
- Accent = bijzondere opvallendheid in een muziekstuk/ maat (groter dan teken boven noot)
- Staccato = noten moeten los van elkaar gespeeld worden (punt boven de noot)
- Herhalingen = passage moet nogmaals gespeeld worden (dubbele punt)
- Da capo al fine = helemaal vanaf het begin tot het eind herhalen (D.C.)
- Dal segno = vanaf het teken tot aan ….. spelen (D.S.)
Klankaspecten:
- Hoogte = in verhouding tot andere noten
- Duur = hoe lang je de toon moeten spelen (hele, halve, kwart en achtste)
- Dynamiek =sterkte- en spanningsverhoudingen
- Timbre = klankkleur eigenschap van een klank waardoor je het instrument kunt
herkennen.
- Tempo = sec. op de klok
Vormprincipes:
- Herhaling = zorgt voor structuur (refrein)
, - Variatie = herhaling waar je iets aan verandert
- Contrast = een heel nieuw stuk
Betekenis:
- Doet iets met mensen
- Emotie
- Sfeer
- Heeft een bepaalde functie
5. De student kent de stappen van het lied aanleren en zingen vanuit MM!
Stappen lied aanleren:
1. Introductiefase;
- Breng de kinderen in de juiste sfeer om ze te motiveren tot goed, gericht luisteren
(leerproces zo +)
- Niet-muzikale werkvormen Dit heeft te maken met het thema van het nieuwe lied: herfst,
winter etc. Tekeningen, verhaal etc.
- Muzikale werkvormen Door middel van inzingoefeningen kunnen kinderen al in de
muzikale sfeer komen en hun stembanden fysiek voorbereiden.
2. Aanleerfase;
- Luisteren in plaats van zingen Bij de aanleerfase is luisteren het belangrijkste.
Luistervragen gaan over de klank, vorm of betekenis van het lied. Als kinderen het antwoord
niet weten, het lied nog eens zingen!
- Zelf voorzingen Zelf zingen wanneer je hier genoeg muzikale bagage voor hebt, anders is
de cd een goed alternatief. Gericht luisteren doen kinderen door luister- en
activeringsopdrachten. Niet gelijk mee laten zingen!
- Activeringsopdrachten Voorbeeld: afbeeldingen op juiste volgorde leggen, woorden op
het bord aanwijzen, meebewegen
- Een lied is een geheel Zing lied helemaal tijdens het aanleren (muzikaal geheel). Voorkom
‘papegaaien’, stuk voor stuk. Een lang lied kan tijdelijk in twee stukken gedeeld worden.
- Weggeeftechniek Lied wordt geleidelijk overgenomen door de kinderen, lieddelen worden
geleidelijk ‘weggegeven’.
- Wisselzang De leraar geeft wisselmomenten aan (naar zichzelf wijzen of naar de groep).
Rolwisseling kan ook op bord aangegeven worden.
- Spanningsboog Aanleren gebeurt in een vrij korte periode van intensief werken (minder
dan tien minuten).
3. Afsluitfase en uitbreiding;
- Reflecteren Hierbij gaat het om reflectie op het aanleerproces, het nieuwe lied,
gedachtewisseling over de functie van het nieuwe lied. Zo worden kinderen gestimuleerd
naar hun eigen rol te kijken.
- Muzikaal afsluiten Afsluiting kan ook door het zingen van een bekend lied (als canon), met
muziekinstrumenten etc. Zie pagina 14 voor introductie, presentatie, weggeeffase en
afsluiting in schema.
- Uitbreiding Zie een aantal liederen bij Eigen-wijs. Meestal instrumentale toevoegingen,
voor- en naspelen etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavanveen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.64. You're not tied to anything after your purchase.