100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MKDA EXHIBITION MACHINES COLLEGES SAMENVATTING $11.25
Add to cart

Class notes

MKDA EXHIBITION MACHINES COLLEGES SAMENVATTING

1 review
 24 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle aantekeningen van de colleges. Het is geschreven in het nederlands en engels. De docent sprak in het engels, maar soms vertaalde ik het in mijn eigen woorden in het nederlands. Vaak koos ik er ook voor om gewoon de engelse uitleg aan te houden. Dit document is een goede ...

[Show more]

Preview 4 out of 31  pages

  • October 6, 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Katja kwastek
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: ninerieter • 1 year ago

avatar-seller
1

, COLLEGE 1 SEPTEMBER 2020

The Tate effect

What does the title mean?
Tate is a museum
Tate gallery
Tate effects is plural

Judgements about the museum, as the personification of the Tate museum.


1. Commercially
2. Make money
3. Institutionalisation
4. Privatization, no public institution

No 1 effect, but more effects
Like the Tate has more effects on the museums now. Like the Billoa effect. The museum of
Frank Ghary has had an effect on the city. It put the city on the map. That is a positive effect.
The Tate museum has the 4 effects mentioned above.

When you read the text of Demos, you must read the main argument.

Ik had part 2

Part 2 of the text is about cyberspace and innovative. Tate is very Complex. Tate museum is
op veel vlakken actief. Je kunt ze kapitalistisch noemen, maar ze zijn juist vooruitstrevend,
omdat ze op veel vlakken actief zijn. Als je ze kapitalistisch noemt, dan doe je ze geen recht
aan de complexiteit. Omdat ze op veel gebieden actief zijn, musea, school enz. Het is ook
voor veel verschillende groepen beschikbaar, wat het democratisch maakt. Het is anders
dan bijvoorbeeld musea als Louvre. Dus ‘ they don’t follow the international franchising’ dat
houd in dat er bijvoorbeeld museums over de hele wereld zijn. Ze zijn alleen in de Britse
gebieden te vinden. Het Louvre is bijvoorbeeld ook in Dubai te vinden.

Part 1 gaat over het feit dat ze geld van ondernemers krijgen. Dus het museum gaat ook de
belangen van de sponsors behartigen. Het gaat om privé sponsor geld en niet gefinancierd
door de staat.

Part 3 gaat over het nationalistische gedeelte van het museum. Moeten er alleen Britse
kunst en nationalistische kunst worden laten zien of ook kunst van diverse culturen? Maar
mensen zeggen juist, in Engeland wonen veel verschillende bevolkingsgroepen. Dus
daardoor moet er ook kunst uit verschillende culturen vertoond worden

Part 4 gaat daar ook eigenlijk over. Alleen hier wordt er gekeken hoe je kunst van
verschillende bevolkingsgroepen in de collectie kan toevoegen.

Part 5 gaat over de collectie en de volgorde. Tate heeft geen chronologische collectie. Ze
gaan tegen het lineaire tijdsperiode in. Ze maken een verhaal met wat ze hebben.

Part 6 gaat over het commerciële gedeelte van het Tate. Je hebt een gratis toegang, maar
er zijn eromheen zoveel winkels, cafés, boekenwinkels enzo, waar mensen toch geld
moeten uitgeven. Dus aan de ene kan democratisch en aan de andere kant heel erg
commercieel.


2

,Icom is een non profit organisatie, een permanente institutie, ze zijn open voor publiek. Ze
doen onderzoek, ze verzamelen en zorgen ervoor dat kunst bewaard blijven.

Pas in 1750 was de eerste museum, dus als publieke organisatie. Dan kan je je afvragen
waar waren die kunstwerken dan eerst, voordat ze in een museum terecht kwamen, ze
moeten toch ergens geweest of tentoongesteld zijn.

Ten eerst hadden veel dingen eerst een functionele context. Dus een beker van 1000 jaar
geleden in onze museum, was eerst gewoon een ding om eruit te drinken.

Sommigen dingen waren in kerken, paleizen of op straat te vinden. Their function was to
represent.

Er zijn nu museums over de hele wereld, maar het was eerst een europees iets. Wij waren
in het westen eerst. Vroeger waren het eerst privé collecties. In mensen hun huizen en toen
werden mensen uitgenodigd om naar hun collectie te komen kijken.

Vroeger had je kunstkamers. Een van de mensen die een kunstkammer in had gericht is
Cornelis van der Geest. In zijn kunstkamers waren replica's te vinden, dus geen echte
werken. Er kwamen daar Nobel mensen die werken kwamen onderzoeken en discussiëren.

Volgens Francesco Calzolari waren kunstwerken bedoeld om te studeren.

Samuel Quiccheberg had als eerst een geschreven bron over hoe een museum eruit zou
moeten zien. Het was een catalogus van zijn dromen, dus wat hij dacht wat goed was. Hij
noemde het Theatre. Maar een theatre in die tijd is een plaats van representatie of collectie.

In een museum moest er volgens hem 5 categorieën te vinden zijn


1. Representation
2. Artificilia
3. Naturalia
4. Action or nature
5. Fine arts and history

ook moest er een bibliotheek te vinden zijn, om alles te bestuderen. Zie opdracht van teylers
museum, voor een specificatie.

A museum can have both fine art and natural sciences.
Open to the public is not a criterium.

The first public museums

1581: office building of the dukes
1769: public, open to the public.

The noble men display their art. Gallery is a room in a building, so the word is from
Architecture. A long corridor is a gallery, architectural history.

British museum 1759 first museum ever, the private collection of nobel man
The name of the noble man is, Hans sloane it was his collection, When he died, in his
Testament, staat geschreven hoe alles moest.



3

, Het was eerst een universal museum, dus alles op een plek. Natuur en kunst en
wetenschap. Maar later werden er gebouwen voor een specifiek onderwerp ingericht.

Iedere gebouw van het British museum werd in een bepaalde bouwstijl gebouwd.

Ook werd veel kennis geseculariseerd, dus minder religie. Secularisatie had met de
verlichting te maken. Maar mensen twijfelen aan die secularisatie, omdat de museum als
een nieuwe kerk, heiligdom wordt gezien.

In 1546 was het Louvre een kasteel van de koning Lodewijk. Hij ging verhuizen, pand stond
leeg.

Er waren kunstenaars die voor het hof werkte en ze hadden hun eigen academie. Ze waren
ook leraren van de kunst. Ze leerde mensen tekenen. Ze wilde eerst geen exposities geven,
ze zagen het als een vernedering, ze wilde zichzelf niet bewijzen. Maar toen deden ze het
toch en kozen ze voor temporary exhibitions.

De eerste werd in 1660 gegeven. Het was dus niet permanent en het werd in de Salon Carré
gehouden.

De salon wordt later ook belangrijk in de kunst, maar officieel is het ook een architectuur
begrip.

1792: Louvre wordt het symbool voor de educatie en de revolutie. Het wordt een plek voor
de mensen. Mensen komen studeren.

Louvre was chronologisch geordend. Dat was heel systematisch. Dus de kunst hing niet
boven elkaar, maar naast elkaar. Bovendien was alles naar thema geordend. Dat zou later
ook een model voor de andere museums worden.

Er was een canon van franse geschiedenis in de musea. Napoleon was een
kunstverzamelaar en overal waar hij kwam en plaatsen veroverde, nam hij kunst en beelden
mee. Dus hij nam de werken uit Italië mee naar Parijs. Het museum werd als iets
nationalistisch gezien.

Toen de Franse gebieden vielen moesten ze de kunst terug geven.

Hetzelfde geld voor het Britse museum, zij hebben een deel van het Pantheon van Rome.
Lord Elgin heeft het naar Brittannië gebracht. De britten willen het niet aan de grieken terug
geven en daar hebben ze verschillende redenen voor. Ze
zouden het eerlijk gekregen hebben, in Groot Brittannië is hij veilig. Mensen kunnen het
gratis bekijken, dus veel meer mensen komen in aanraking met de Griekse geschiedenis en
in het Britse museum hebben ze een grotere context.

ook het tropen museum heeft hetzelfde. Zij hebben heel veel werken van verschillende
landen, dus niet van Nederland. Moeten ze dat dan terug geven. Ook veel kunst en beelden
uit de tijd van de koloniale handel.




Antwoorden van de Quizvragen, handig om voor de toets door te nemen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MKDAvrijeunie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.25  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added