EMBRYOLOGIE:
DEFINTIE:
De wetenschap die de vorming van een nieuw menselijk organisme bestudeert, vanaf
bevruchting tot de geboorte.
VROEGER:
In oudheid waren er allerlei verschillende filosofische theorieën over ontstaan van nieuw
leven. Embryologie als wetenschap ontstond in de 19de eeuw, een complexe wetenschap
die beschrijft hoe de natuur op een wonderlijke wijze nieuw leven tot stand brengt.
MODERNE EMBRYOLOGIE:
Onderzoekt complexen, moleculaire processen en de genen die hier ene rol in spelen.
Onderzoeksveld waarbij genen o.a namen krijgen zoals “Sonic The hedgehog” “Lefty”,
“Frizzles”, “Gremlin”
- Embryo: vanaf de bevruchting (zygote) tot en met de 2de maand (8weken) van de
ontwikkeling.
- Foetus: Vanaf 3de maand of 9de week = foetale periode
- Nomina anatomica: Goed begrip van een plaatsaanduidende terminologie:
craniaal,mediaal,..
1. CELDELING
1.1 PRINCIPES VAN DE CELDELING
1.1.1 MITOSE
Mitose = celdeling waarbij uit 1 diploïde cel, 2 diploïde cellen worden gevormd.
Doel: cellen vermeerderen, 2 identieke kopieën maken.
Mitose zorgt ervoor dat weefsels groeien → belangrijkste drijvende kracht achter
de embryogenese, foetale groei en groei tijdens de kinderleeftijd.
• Eerst: S-fase: verdubbelen kernmateriaal (46 → 92) (2n → 4n).
• Chromosomen zien er nu anders uit (kopie blijft kleven aan origineel) →
zusterchromatiden.
• Na de S-fase bevat elke cel 92 zusterchromatiden of 46 verdubbelde
chromosomen.
1
,De eigenlijke mitose verloopt in volgende fasen:
Profase - 46 verdubbelde chromosomen worden zichtbaar in
de celkern
- Centriolen begeven zich naar de celpolen
Prometafase - Celkern verdwijnt
- Verdubbelde chromosomen komen in beweging
- Trekdraden worden gespannen tussen de
centriolen (→ spoel)
Metafase - Verdubbelde chromosomen verleggen zich op de
evenaar van de spoel
Anafase - Zusterchromatiden gaan uiteen ter hoogte van
hun centromeer (worden weer chromosomen)
- Ze worden naar tegenoverliggende polen
getrokken
Telofase - Chromosomen komen aan op de polen (46 op elke
pool)
- Cytoplasmadeling begint
- 2 identieke cellen van 46 chromosomen worden
gevormd
MEIOSE
Meiose = celdeling waarbij uit 1 diploïde cel (2n) 4 haploïde cellen (n) worden
gevormd.
Doel: geslachtscellen creëren.
- Maken geen identieke kopieën (→ mitose).
2
, - Cellen maken die maar half zoveel erfelijk materiaal bevatten (vb
eicel/zaadcel)
- Bij versmelting n+n=2n → diploïd organisme
Bijzondere eigenschappen:
- Bestaat uit 2 opeenvolgende delingen (meiose I en meiose II). Tussen de
2 fasen is er geen nieuwe aanleg van DNA.
- In meiose 1 zoeken de verdubbelde chromosomen hun homologe partner.
Zo ontstaan tetraden (enkel bij meiose 1).
- Tijdens meiose 1 is er DNA uitwisseling (crossing-over) binnen deze
tetradraden → bevordert genetische variabiliteit (DNA uitwisseling niet bij
mitose).
Voor de meiose start, doorloopt de cel een gelijkaardig proces van DNA-
synthese. Het startpunt is dus hetzelfde als bij de mitose.
Meiose I:
Profase 1 - Celkern verdwijnt
- Vanuit centriolen ontstaat een spoel met
trekdraden
- 23 tetradraden worden zichtbaar en zoeken
elkaar op
- De tetradraden overkruisen en wisselen DNA uit
(crossing -over)
Metafase - Tetraden aligneren zich op de evenaar van de
1 spoel
Anafase 1 - Tetraden vallen uiteen in verdubbelde
chromosomen
- Ze worden naar tegenoverliggende polen
getrokken
Telofase 1 - Verdubbelde chromosomen komen aan thv de
polen
- Na cytoplasmadeling worden 2 niet gelijke cellen
gevormd
- Elke dochtercel bevat wel 23 verdubbelde
chromosomen
3
, Meiose II:
Profase 2 - Celkern verdwijnt
- Vanuit centriolen ontstaat een spoel met
trekdraden
- 23 verdubbelde chromosomen komen in
beweging
Metafase - Verdubbelde chromosomen aligneren zich op de
2 evenaar van de spoel
Anafase 2 - Zusterchromatiden gaan uiteen thv hun
centromeer
- Worden naar tegenoverliggende polen getrokken
Telofase 2 - Chromosomen komen aan thv de polen (23)
- Na cytoplasmadeling worden 2 niet-gelijke cellen
gevormd
- Elke dochtercel bevat nu 23 chromosomen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller clemencevdm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.47. You're not tied to anything after your purchase.