100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Overzichtelijke samenvatting MA301 $8.49
Add to cart

Summary

Overzichtelijke samenvatting MA301

 46 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting/overzicht van alle hoorcolleges, werkcollege, CBL's en longitudinale patiënt, overzichtelijk gestructureerd.

Preview 4 out of 43  pages

  • October 7, 2021
  • 43
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SUPPORTIVE CARE
Supportive care = alles wat de behandeling
ondersteunt.

CTC = Common Terminology Criteria =
beschrijvende terminologie gebruikt om
bijwerkingen te classificeren.

Algemene bijwerkingen: alopecia, misselijkheid, moeheid,
GI-toxiciteit
Chemotherapie Beenmergsuppressie
Hormonale therapie Opvliegers, borstontwikkeling,
botontkalking, infertiliteit
Immunotherapie Allergische reacties, risico op
ontstekingen, huiduitslag
Doelgerichte Diarree, huiduitslag
therapie

BEENMERGSUPPRESSIE
Dip in beenmergcellen ontstaat 1-2 weken
na chemotherapie. Vaak in de vorm van
neutropenie.

Symptomen: moeheid, bleek gezicht, snel
kortademig, vaak infecties, blauwe
plekken, bloedingen.
Oplossingen: intermitterende therapie,
bloedgroeifactoren, profylaxe (antibiotica,
antivirale therapie). Wordt gedaan bij anti-
metabolieten en alkylerende middelen.

Bij neutropenie kan je G-CSF (kolonie stimulerende factoren) geven, voorbeelden
zijn filgrastim, pegfilgrastim, lipegfilgrastim. Zorgt voor toename
neutrofielenproductie, verbetering adhesie en overleving. Beschikbaar in
verschillende preparaten (zijn nog geen overhevelingsproducten, dus verzekering
bepaalt):
- Neulasta = on-body injector met pegfilgrastim, wordt op lichaam geplakt
 afgifte na 24 uur.
- Pelgraz = subcutane injectie (in WWS of injector), biosimilar pegfilgrastim
- Lonquex = subcutane injectie lipegfilgrastim, toegediend door
verpleegkundige. Zit veel marge op, kan verpleegkundige van betaald
worden. Je moet dit 24-72 uur na toediening cytostaticum toedienen, want
binnen 72 uur is beenmerg nog regeneratief. Geef je het te snel dan is het
nog myelotoxisch en kan beenmergtoxiciteit versterken.
MDS = myelodyplastische syndromen = afwijkingen in myeloïde stamcellen
(deleties/translocaties/ duplicaties/veranderingen methylering)  meer apoptose
van beenmerg

ANEMIE
EPO = analoog van erytropoëtine  groei en differentiatie erytoblasten 
toename erytrocyten en in geringe mate toename trombocyten.

,Bij toediening van erytropoëtische groeifactoren moet altijd ijzer toegediend
worden, is nodig voor pro-eryhtroblast (zodat ze voldoende Hb bevatten).

Bij chemotherapie wordt vaker bloedtransfusie toegepast, omdat EPO mogelijk
maligniteiten kan verergeren (door stimuleren angiogenese). Echter is EPO wel
minder invasief  bij patiënten met korte levensverwachting kan je dit
overwegen (want minder invasief).

Overige bloedgroeifactoren zijn TPO = trombopoëtine receptorgonisten =
eltrombopag en romiplostim  toename bloedplaatjes
Plerixafor, zorgt voor toename migratie beenmergcellen naar bloed.

INFECTIES
Geven profylactische behandeling afhankelijk van dosis en kuur (en ziekenhuis).
Wanneer wordt verwacht dat neutropenie >7 dagen duurt en tot ernstige
mucositis kan leiden  profylaxe.

Anaerobe infecties: gram-negatief, vaak
urineweginfecties en longinfecties.
Gram-positief, vaak in de huid.

BOTONTKALKING
Voornamelijk bij hormonale behandeling.
- Anti-oestrogenen  bot-beschermend. Aromataseremmers 2x zo hoog
risico op fracturen dan anti-oestrogenen.
- Anti-androgenen  bij langdurige behandeling 45% verhoogd risico op
fracturen (maar vaak alleen overbrugging).
- GnRH-agonisten  45% verhoogd risico op fracturen. Vaak langdurig
gebruik

Werking GnRH-agonisten: stimulatie hypofyse  afgifte LH en FSH  toename
androgenen en oestrogenen (initieel, tijdelijke tumoractivatie)  negatieve
feedback (na 3 weken)  onderdrukking hypofyse/desensibilisatie. Risico’s:
- Botontkalking  preventief calcium/vitD
- (Reversibele) infertiliteit

Preventie met DEXA-scan en calcium+vitamine D. Behandeling
botmetastasen/prostaatkanker/ osteoporose met:
- Zolendroninezuur (IV-infusie elke 4 weken). Remming activiteit en
apoptose osteoclasten.
- Denosumab (subcutaan elke 4 weken). Remt cytokine RANKL  beperkt
vorming, overleving en activiteit osteoclasten  tegengaan botafbraak.
Iets effectiever bij botmetastasen, minder invasief. Bij stoppen risico op
rebound, want blijft niet in bot achter. Mag niet gecombineerd worden met
bisfosfonaten  risico op kaaknecrose.

ALOPECIA
Chemotherapie heeft effect op mitose  versmalling haarschacht  afbreken
haar. Is een tijdelijk effect, vaak reversibel.
Therapie met hoofdhuidkoeling (starten voor chemo, 50% succesvol) 
vasoconstrictie en verlaging celmetabolisme  minder exposie haarfollikel aan
chemo.

,Vaak tot altijd bij: doxorubicine, epirubicine, taxanen, etoposide, irinotecan,
ifosfamide.

GASTRO-INTESTINALE TOXICITEIT
DNA-schade  ROS  effect op andere cellen (darmcellen)  ontsteking/irritatie
slijmvliezen, is irreversibel. Bij 5-FU, capecitabine, irinotecan, cisplatine,
docetaxel, pemetrexed+cisplatine.

Bij diarree: loperamide, opiaten (verminderen darmmotiliteit), ocreotide,
atropine.
Mechanisme misselijkheid en braken niet geheel opgehelderd. Categorieën risico
op misselijkheid: minimaal, laag, moderate en hoog; afhankelijk van dosis en
toedienroute. Middelen die bijna altijd (>90%) misselijkheid geven:
anthracycline/cyclofosfamide (AC), cisplatine, cyclofosfamide >1500mg/m2.
Behandeling:
- Gericht op oorzaak: staken medicatie, plaatsing
darmstent, illeus, oncolytica
- Niet-medicamenteus
- Medicamenteus
Anticipatoire misselijkheid = misselijkheid doordat je
opziet tegen de misselijkheid, in 20% van de gevallen (kan
optreden vanaf tweede kuur).

Preventieve behandeling:

Dus altijd 5-HT-
antagonist
(ganisetron,
ondansetron) en dexamethason.
Olanzapine kan sufheid geven.
NK1-antagonisten: aprepitant, fosaprepitant,
rolaprepitant.




Behandeling bij misselijkheid:
1. Monotherapie (70%): metoclopramide of domperidon (alternatief:
haloperidol)
2. Dexamethason toevoegen
3. Levomepromazine, eventueel olanzapine (als misselijkheid op voorgrond
staat) of 5-HT-antagonisten.
4. Oxazepam of lorazepam, als psychische klachten rol spelen.
Cannabis/gember wordt afgeraden, er is onvoldoende evidence.

ALLERGISCHE REACTIE/HYPERSENSITIVITEIT
Komt het vaakst voor bij platina-verbindingen en taxanen. Ook bij topo-
isomerase II remmers en mAb.
Mechanisme: antigeenpresentatie  IgE productie  mestcel en basofiel
activatie  uitscheiding ontstekingsmediatoren H1/H2  klinische effecten.

Preventieve medicatie:
- Dexamethason
- Antihistaminicum IV: hydroxyzine/clemastine

, - Lorazepam, bij angst

EXTRAVASATIE
Door toediening via PICC-lijn minder kans op extravasaties. Koelen houdt lokaal,
verwarmen zorgt voor verspreiden. Antidota beschikbaar.
- Hyaluronidase: verlaging viscositeit weefsel. Gebruikt bij vinca-alkaloïden.
- EDTA: vangt metaalionen weg. Houdt anthracycline lokaal  voorkomen
cardiotoxiciteit.

Rescue-medicatie:
- Ifosfamide en cyclofosfamide zijn toxisch voor de blaas en lagere
urinewegen. Rescue-medicatie is MESNA (+hyperhydratie). MESNA ontgift
de metabolieten van oxazafosforinen.
- Bij HD MTX wordt folinezuur toegediend na 24 uur (er is 4 uur hoge
concentratie MTX nodig voor polyglutamering). Folinezuur verdringt MTX
aan DHFR + het is een direct substraat,

TUMORLYSE SYNDROOM
Tumorlysis syndroom = groep complicaties van de
stofwisseling die voorkomen doordat een groot aantal
tumorcellen in de bloedsomloop terechtkomt. Voornamelijk bij
hematologische vormen van kanker. Hoger risico bij hoge
tumorlast en verminderde nierfunctie.
Chemotherapie  massale celdood  vrijkomen nucleïnezuren,
uitstroom kalium, fosfaat en calcium  elektrolytenstoornissen
en uraten  fatale overvulling en hartritmestoornissen.

Preventie/risico op TLS verkleinen:
- Hyperhydratie  optimale uitscheiding uraten
- Remmen uraatsynthese met allopurinol.
- Omzetting urinezuur naar allantoïne katalyseren met rasburicase (duur).

NEFROTOXICITEIT
Cisplatine, ifosfamide en high-dose MTX zijn nefrotoxisch.
Preventie:
- Hyperhydratie (snelle uitscheiding bevorderen)
- Alkaliniseren van urine (bij MTX)


HIGH-DOSE MTX
Onderscheid HD-MTX in vergelijking met intermediate/low dose
MTX: bij HD-MTX vindt polyglutamering plaats, dit zijn
intracellulaire complexen  accumulatie in de cel  langer
effect (mogelijk ook effectiever). Bij bepaalde kankercellen vindt
dit meer plaats. Er is 4 uur lang een hoge concentratie MTX nodig in de cel voor
polyglutamering.

Belangrijk dat MTX zijn werking kan doen, maar daarna zo snel mogelijk
uitgescheiden wordt. Wordt onveranderd via urine uitgescheiden. Standaard
maatregelen:
- Hyperhydratie, om nieren op gang te houden
- Alkaliniseren van urine met natriumbicarbonaat (pH>7,5), om ontstaan
kristallen te voorkomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvandermeer3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.49  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added