1. Wat zijn de kenmerken van juridische professies/beroepen (vanuit verschillende perspectieven bezien) en
hoe worden juristen hiertoe opgeleid?
Bij professionele beroepen bepalen de klanten, overheid of management niet welke kennis wordt toegepast, maar de
beroepsgroep zelf. Professionele beroepen moeten een vast aantal stadia volgens een vaste volgorde doorlopen.
Professionalisering is een collectieve poging van de beroepsgroep om speciale kennis en vaardigheden, om te zetten in
sociale en economische beloning. Twee belangrijke kenmerken van een professie zijn (Leny de Groot-van Leeuwen):
- Eigen, abstractie kennisterrein: bij de arts gaat het om de gezondheid, de jurist gaat het onrechtvaardigheid de
priester gaat om contact met goddelijke. Je maakt je een eigen denkwijze eigen.
- Georganiseerde autonomie: professies zijn georganiseerd in invloedrijke beroepsverenigingen die eigen
beroepscodes ontwikkelen en handhaven, om zoveel mogelijk autonoom te zijn, bijvoorbeeld de Nederlandse
Orde van Advocaten. De beroepsgroep wil de toegang zoveel mogelijk in eigen handen houden. Professionals zijn
autonome kennisspecialisten.
Protoprofessionalisering houdt in dat in een sociale situatie worden steeds meer professionele juridische termen
gebruikt. Een probleem wordt in juridische vat gegoten waardoor burgers afhankelijker worden van juristen.
Professies beschikken eigenlijk over kennismonopolie, omdat ze zich kennis, taal en een referentiekader hebben eigen
gemaakt. Daardoor worden niet-professies als het ware uitgesloten om te participeren binnen het professionele terrein.
Door kennismonopolie worden andere uitgesloten om de professie uit te oefenen, waardoor er ook een monopolie
ontstaat op de markt. Deze monopolypositie wordt beheerst door:
Selectie en opleiding
Zelfcontrole
Creëren van scheidslijn tussen professies en andere spelers
Selectie en vooropleiding
Exclusiviteit is cruciaal voor het beroepsaanzien, dit wordt bewerkstelligd via:
- Selectie aan de poort
- Eigen opleiding en opleidingsinstituut
- Verplichte bijscholing
- Socialisatie: je leert de normen en waarden van de groep aan. Je kunt realiseren dat iemand de ethische waarden
van de beroepsgroep internaliseert. Nadeel is wel dat je eigenlijk een eenheid creëert. Er worden vooral mensen
aangetrokken die passen binnen de bestaande beroepscultuur. Er is weinig diversiteit en weinig ruimte om de
bestaande normen en waarde ter discussie te stellen.
Zelfcontrole
Professionele beroepsorganisaties streven altijd naar autonomie dit doen zij door:
- Eigen regelgeving
- Eigen controle en handhaving
- Monopolypositie bij de wet mogelijk gemaakt
Creëren van scheidslijnen tussen professies en andere spelers
De rechtspraak wordt gezien als een professie maar er bestaan ook andere geschilbeslechtigers zoals arbitrage, mediation
etc. Ook zijn er alternatieve hulpverleners op de advocatuur maar volgens Susskind zal de advocatuur veel efficiënter
moeten worden, en dat het marktmonopolie daaraan in de weg staat. Verschillende werkzaamheden zouden moeten
worden opgedeeld, waarbij advocaten alleen het werk verrichten waarbij hun kennis essentieel is.
In alle contacten van cliënten met juridische professionals speelt informatieachterstand een rol. Daarin schuilen vooral
voor de minder draagkrachtige cliënten twee risico’s:
1. De kwaliteit van de dienstverlening kan afnemen: cliënten kunnen de kwaliteit toch niet beoordelen en ook geen
jurist in dienst nemen om dat te doen. De aanbieders ontberen dus een belangrijke prikkel om kwaliteit te leveren
(moral hazard).
2. Duurdere kantoren die betere kwaliteit leveren kunnen uit de markt worden gedrukt (negatieve selectie)
Gevolg: voorstellen tot het beperken van de professionele vrijheid en het herschikken van verantwoordelijkheden,
waaronder meer en preciezere gedragsregels. Deze ontwikkeling is in de advocatuur goed te zien. Om aan kritiek
tegemoet te treden is de tuchtregeling in de Advocatenwet gewijzigd. De positie van de klager werd versterkt, hij kon bijv.
voortaan hoger beroep instellen indien zijn klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond wordt verklaard.
, Hol en Loth geven in hun artikel de pragmatische conceptie van professies weer. Kronman hangt de traditionele conceptie
aan en Posner de pragmatische conceptie.
Lawyer Statesman (Kronman) Social engineer (Posner)
Competentie burgerdeugd en praktische wijsheid Kennis van toepassen op een voor de samenleving
waardevolle activiteit
Juridische denkwijze Legitimiteit van professies hangt af van de
persoonskenmerken van de juridische
beroepsbeoefenaar: deugdzaam en wijs
Legitimiteit hangt samen met principes van formele
rationaliteit en eisen van wetenschappelijkheid.
Legitimacy of Character: in de 19e eeuw werd Legitimacy of Technique: professie wordt in toenemende
beroepsuitoefening gelegitimeerd door mate gelegitimeerd door principes van formele
persoonsgebonden eigenschappen van de professional. rationaliteit en eisen van wetenschappelijkheid.
De Lawyer Statesman is een echo van
Deze traditie.
Bij beide concepties gaat het niet alleen om het beschrijven van wat de professie inhoudt, maar ook wat zij zou moeten
inhouden. Daarbij begeven zij zich op het normatieve terrein. Er zijn wel andere visies op recente ontwikkelingen binnen
de professie, die de autonomie ter discussie stellen.
- Kronman ziet ontwikkelingen vooral als aantasting van de professie. Para-professionals zijn volgens Kronman een
risico.
- Posner ziet dergelijke ontwikkelingen juist als een kans om de professie te verbeteren.
- Susskind ziet het belang van digitalisering en marktwerking als een verbetering voor de juridische professies.
Pragmatische kijk op de professie. Toegang tot professie kan vooral bereikt worden door juridische diensten zo
laag drempelig en goedkoop mogelijk ter beschikking te stellen. Para-professionals kunnen hier volgens Susskind
aan bijdragen.
Hol en Loth geven een tussenpositie weer, zij zien dat een jurist als de mediator dan tussen partijen gaat bemiddelen.
Opleiding
Socialisatie tijdens de opleiding is erg belangrijk, niet alleen leken worden namelijk uitgesloten van een beroep als jurist
maar ook rechtenstudenten die niet aan het traditionele beeld van een jurist voldoet. De eigen cultuur wordt vaak gezien
als traditioneel en elitair en is volgens sommigen gefocust op het behouden van een machtsmonopolie en privileges. Deze
worden vooral in stand gehouden door strenge toetredings- en opleidingseisen. Hierdoor wordt de kwaliteit van de
instromende juristen gewaarborgd. Deze tradities zijn diepgeworteld en moeilijk tegenin te gaan. Er wordt in het
socialisatieproces vaak gedaan en deficit-denken, wat betekend dat men denkt dat mensen die niet in het perfecte plaatje
passen meer hulp nodig hebben.
Door socialisatie gaat de jurist zich gedragen als de heersende groep. Primaire socialisatie begint in het gezin, secundaire
socialisatie in latere levensfasen. Directe socialisatie gaat via het onderwijs zelf. Indirecte socialisatie binnen de studie
vindt plaats door contact met docenten en medestudenten of kantoorbezoeken of studentenverenigingen. Werkgroepen
op Nederlandse rechtenstudies dragen bij aan het aanleren van juridisch gedrag.
Om als jurist aangemerkt te worden moet men praten en zich kleden als een jurist. Verder moet men ook zelfvertrouwen
uitstralen en laten zien dat men belangrijk is. Hierbij kunnen mensen een rol gaan spelen met onderscheid tussen de echte
identiteit en de identiteit als jurist. Het is in Nederland ook belangrijk om tijdens de studie het belang van vrijwilligerswerk
te realiseren.
Holvast en Kortleven geven een kritische blik op deze traditionele socialisatie en geven aan dat men die normaal niet in
het plaatje passen vaak gestereotypeerd worden. Echter wordt wel erkent dat het systeem meer inclusief en divers wil
worden. Ook achten zij het belangrijk dat de docenten een rol gaan spelen in deze diversiteit, omdat zij ook meehelpen
aan de socialisatie van de studenten. Ook heeft het soort onderwijs invloed op de socialisatie, een jonge tutor kan
bijvoorbeeld een frisse blik aan de studenten meegeven. Verder zouden universiteiten meer maatschappelijke en
emotionele kanten van het recht kunnen benaderen.
Rechtshulpverleners kunnen naar benadering van hun cliënten worden onderscheiden in:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bodriesen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.