Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken uit het boek van Wolff die nodig zijn voor het tentamen van Ethics in Care and Education. Over het algemeen in het Nederlands geschreven, de begrippen staan in het Engels (maar vaak ook uitgelegd in Nederlands)
Notes of the first four lectures of the course Ethics in Care and Education
Begrippenlijst van boek: An Introduction to Moral Philosophy
Lectures Ethics in Care and Education: I got an 8 for the exam
All for this textbook (5)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Orthopedagogiek
Ethics In Care And Education (PAMA5105)
All documents for this subject (59)
2
reviews
By: mwaterink • 1 year ago
By: eefvanrossum • 2 year ago
Seller
Follow
annewiegerinck
Reviews received
Content preview
An Introduction to Moral Philosophy – Jonathan Wolff
Chapter 1 – Moral Philosophy and Moral reasoning
The point of Moral Philosophy
Moraliteit en morele vraagstukken zijn vanaf het begin (jonge leeftijd) overal.
Morele filosofie = de naam voor het denken en reflecteren op/over moraliteit.
Developing a Moral Outlook
Morele filosofie kan je helpen bij het nadenken over wat wel en niet serieus genomen moet worden en
bij het ontwikkelen van ‘reasoning’, aandacht en emoties. Nog belangrijker is dat het je kan helpen bij
het denken over relaties met andere mensen en andere waardevolle dingen zoals de dierenwereld en de
natuur.
De basis van moraliteit wordt door verschillende filosofen verschillend omschreven (bv. Bentham zegt
dat geluk de basis is voor alle moraliteit, Kant zegt dat respect voor andere wezens belangrijker is dan
geluk, etc).
Traditions of Moral Philosophy
Ook al ben je het niet eens met wat anderen over moraliteit denken, het is wel belangrijk om hun
ideeën te bestuderen. Het is namelijk belangrijk om te begrijpen hoe de ander denkt, voordat je het
afwijst. Daarnaast representeren veel van deze perspectieven de intellectuele erfenis van de Westerse
wereld en westerse ideeën. Daarnaast is het van waarde om te kijken naar niet-Westerse ideeën.
In dit boek worden de termen ‘ethical en moral’ door elkaar gebruikt, ze betekenen hetzelfde.
The nature of Moral Philosophy.
Het is niet makkelijk om een definitie van morele filosofie te geven. Het is een gebied waarop
filosofisch gereflecteerd wordt op moraliteit. Het heeft dus een subjectief onderdeel (moraliteit) en een
methode (filosofisch). Moraliteit gaat over ons gedrag, argumentatie, emoties en dispotities, in het
bijzonder hoe die samenhangen of invloed hebben op anderen.
De scheiding tussen moraliteit en manieren/etiquetten is lastig te maken. Bv. Als regels worden
uitgelegd en je het daarna expres verkeerd doet, wordt het meer moraliteit.
Moraliteit gaat over hoe onze acties anderen helpen of juist niet helpen. Gaat moraliteit dan om
plichten naar anderen? Nee, soms doe je ook dingen voor anderen zonder dat dit een plicht is.
Filosofen noemen dit supererogation – het handelen zonder plicht.
Immanuel Kant zegt dat we ook morele plichten aan onszelf hebben en niet alleen aan anderen.
Er kan op verschillende manieren naar moraliteit gekeken worden. Filosofen hebben hierin een
onderscheid gemaakt: meta-ethiek, normatieve ethiek en toegepaste ethiek.
Meta-Ethics
Meta= of a higher order. Veel filosofische vraagstukken zijn meta-vragen. Het nadenken over het
waarom.
Normatieve ethiek
Wat we moreel gezien zouden moeten doen. Normatief komt van norm → wat als standaard gezien
wordt. Wat zijn de morele regels, principes of doctrines moeten we accepteren? Volgens welke
standaarden moeten we leven?
Maar waar komt het ideaal dan vandaan? → weer terug naar meta-ethiek. Normatief en meta zijn vaak
met elkaar verbonden.
,Toegepaste ethiek
Veel mensen komen in aanraking met morele filosofie omdat er een bepaald probleem is. Bv. Onder
welke omstandigheden moet abortus toegestaan worden? Mocht de US een atomische bom op Japan
droppen. Toegepaste ethiek is de manier waarop problemen op moreel niveau worden geanalyseerd.
Het verschilt van normatieve ethiek op de manier waarop de focus ligt. In normatieve ethiek probeer je
een algemene aanpak van moraliteit te vinden, die een brede toepassing heeft. In tegenstelling tot
normatieve ethiek, begint toegepaste ethiek vaak met een probleem en kijkt het daarna naar waarden
of principes die het kunnen oplossen. Binnen toegepaste ethiek is het normaal om naar een probleem
te kijken vanuit verschillende oogpunten, om vervolgens de argumenten tegen elkaar te wegen.
Quik review
• Meta-ethics asks questions about the nature and existence of value and our knowledge of it.
Examples of meta-ethical questions include: Are values objective? How do we know what
things or actions are good?
• Normative ethics asks questions about what we should do and how we should live. Is there a
set of moral principles that I should follow, or perhaps some other decision procedure for
telling right from wrong?
• Applied ethics asks questions about specific moral problems, such as whether abortion or
terrorism are sometimes permissible, or whether it was right to use the atomic bomb in the
Second World War. Normative theories are often used to answer these questions, although
different normative theories may give different answers.
Begrippen
• Etiquette - A set of social rules concerning manners of conduct which function in a similar
way to morality in some respects, but are not normally thought to have full moral force, even
though they are often treated seriously.
• Supererogation - Doing more than is morally required.
• Objectivism - In moral philosophy, the idea that statements about morality can have a validity
that goes beyond subjective opinion, often involving the idea that moral ideas are somehow
grounded in the nature of reality or are valid for all people at all times.
• Subjectivism - The theory that moral principles are in some sense created by human beings,
rather than being objective, mind-independent truths.
• meta-ethics - The study of the nature of moral value and our knowledge of it.
• normative ethics - The study of what morality requires of human beings.
• applied ethics - The exploration of a moral issue, such as the permissibility of abortion, by
means of the application of philosophical reasoning.
• applied ethics - The exploration of a moral issue, such as the permissibility of abortion, by
means of the application of philosophical reasoning.
Moral reasoning
Maar hoe moet morele filosofie dan worden uitgevoerd? Wat zijn de methoden? Er zijn geen
duidelijke antwoorden op deze vragen. Toch zijn er verschillende filosofen die denken dat ze het
goede antwoord op deze vragen hebben. Er zijn ook verschillende methoden en technieken die steeds
weer terug komen. Wolff verdeeld de discussie over methodologie in vier gebieden: logische principes
van beredeneren die voor alle subjectieve ‘matters’ gelden; informele technieken die voor alle
‘matters’ gelden; gedachte-experimenten en morele intuïties; en specifieke methodologische
technieken die gebruikt worden in morele filosofie.
Formal Logic: Validity, soundness, equivocation, circularity
Basistechniek: argument. In filosofie hebben argument en logisch een iets diepere betekenis. Een
argument is een manier van het geven van onderbouwing aan een bepaalde conclusie van bepaalde
claims. Formele logica is een methode van argumentatie, waarbij deductie wordt gebruikt. Hierbij
worden conclusies afgeleid van een stelling volgens een set van logische regels. Een simpele vorm
hiervan is een stelling gevolgd door een conclusie. Bv. Socrates is een mens, alle mensen gaan dood.
,Daarom gaat Socrates dood. Een argument is logisch waar (valid deduction) als een conclusie logisch
volgt uit een stelling.
Een logisch valide argument kan op twee manieren worden gebruikt:
1. Het wordt gebruikt om de waarheid van een conclusie te bewijzen
2. Het wordt gebruikt om een poging te doen te bewijzen dat een stelling fout is.
Quick Review: Logical Argument
• An argument is a logical deduction starting from one or more premises and ending with a
conclusion.
• An argument is valid if the conclusion is correctly deduced from the premises. The argument
is invalid if the conclusion of the argument cannot be deduced from the premises, even if the
conclusion is true. If the premises are true, and the deduction is valid, then the argument is
sound and the conclusion must be true as well.
• One way to test for validity is to ask whether it is possible for the conclusion to be false while
the premises are true. If the conclusion could conceivably be false while the premises are true,
then the argument is invalid.
• Sometimes an argument has an implied premise (a claim that is not explicitly stated), which
must be added when evaluating the validity of the argument.
• Logic shows you what follows from certain beliefs, or what is not consistent with them, but
cannot show you whether or not a belief is true. An argument only gives you reason to believe
a conclusion if you already have reason to believe the premises. Likewise, a false conclusion
validly deduced from a set of premises demonstrates that at least one of the premises is false.
Logical traps
Een logisch argument kan heel sterk zijn, maar we moeten uitkijken voor vallen (argumenten die
logisch lijken maar dit niet zijn).
Equivocation: misvatting waarin eenzelfde woord verschillende betekenissen heeft in verschillende
stellingen. Vb.:
• Premise 1: Every river has two banks.
• Premise 2: A bank is a financial institution.
Therefore
• Conclusion: Every river has two financial institutions
Circular argument: andere misvatting, waarin de conclusie al in de stellingen wordt aangenomen. Stel
je voor dat een vriend je probeert te overtuigen dat God bestaat en daarbij het argument geeft dat de
bijbel zegt dat God bestaat. Je vraagt dan waarom je de bijbel kan vertrouwen, waarop je vriend zegt
dat het vertrouwt kan worden omdat het het woord van God is.
Informal Logic: analogy, induction, inference to the best explanation.
Er zijn ook andere manieren waarop je bewijs kunt verzamelen. Een van deze manieren is een
analogy. De sterkte van zo’n argument is dat als we een overtuigende vergelijking kunnen maken
tussen twee onderzoeksgebieden, dan kunnen we kennis gebruiken uit het ene veld om dingen uit het
andere veld te belichten.
Het heeft ook nadelen, het kan bijvoorbeeld misleidend zijn. Een analogy breekt altijd ergens, omdat
het onwaarschijnlijk is dat ze op alle vlakken vergelijkbaar zijn. Toch kan het een hele waardevolle
strategie zijn.
Induction = theorie ontwikkelen op basis van dingen die je hebt gezien. Bv. je ziet veel witte zwanen
en gaat er vanuit dat alle zwanen wit zijn. Probleem: een conclusie hoeft niet altijd waar te zijn. Het is
niet gegarandeerd dat je nooit een zwarte zwaan zult zien. Inductie is nooit bewijs, hoogstens het best
mogelijke.
Hoe kan wetenschappelijk redeneren een hulpmiddel zijn voor moreel redeneren?
, Inference to the best explanation (abduction) = theorie die de beste uitleg van een geobserveerd
fenomeen geeft. Bv. Het is algemeen bekend dat de beste uitleg voor de correlatie tussen roken en long
kanker is dat roken longkanker veroorzaakt, terwijl er ook andere mogelijke oorzaken zijn. Welke
theorie verklaard het geobserveerde het best?
Gedachte-experiment en morele intuïtie
Gedache-experiment = een hypothetische situatie om mensen te stimuleren heel diep te denken.
Morele intuïtie = de gedachten die naar boven komen als je denkt over morele casussen.
Intuïtie kan behulpzaam zijn, maar ze kunnen ook fout zijn. Bv. dat als je een kanonkogel en een
honkbalbal van een flat gooit dat de kanonskogel dan eerder op de grond valt. Dit is echter niet zo. De
theorie van zwaartekracht voorspelt counterintuitive results.
Concluderend kunnen intuïties op vier verschillende manieren worden gebruikt:
1. Ondersteunen van een theorie
2. Het geven van contravoorbeelden
3. Een puzzel geven over ons morele denken
4. Het ontwikkelen van een moreel argument.
Special Moral Argument
Universalization = wat als iedereen het zou doen?
Slippery slope = ook al is een actie relatief onschuldig, het toelaten ervan kan leiden tot meer serieuze,
onacceptabele versies van de actie. Om dit te voorkomen moeten we de eerste stap vermijden.
Doctrine of double effect = je bent alleen schuldig voor de dingen die je bedoelde, niet voor de dingen
die daar dan ook bij komen. (Bv. het bombarderen van een vijandige luchtbasis om te voorkomen dat
je zelf gebombardeerd wordt en daarbij, onbedoeld, burgerslachtoffers maken).
Begrippenlijst
• Argument The application of principles of reasoning to prove, or provide support for, one
statement on the basis of other statements.
• Deduction A logical argument in which a conclusion is derived from one or more premises by
strict logical rules. A valid deduction from true premises must yield a true conclusion.
• Premise The starting point of an argument, from which a conclusion is deduced by means of
logical rules.
• Conclusion The end point of argument, which, if the argument is logically valid, will be
deduced from one or more premises by means of logical rules.
• logical validity An argument in which, if the premises are true, the conclusion must also be
true, has logical validity. In a logically valid argument, negation of the conclusion contradicts
the premises; this is how the logical validity of an argument can be tested.
• Contradiction Two (or more) statements that, purely for reasons of logic, cannot all be true.
• logical necessity If a conclusion is validly deduced from one or more premises, then the
conclusion follows by logical necessity.
• Soundness The quality of a valid argument derived from true premises. If the premises are not
true, an argument is unsound even if it is logically valid.
• Premise The starting point of an argument, from which a conclusion is deduced by means of
logical rules.
• logical form An argument in ordinary speech can often be reconstructed as a step-by-step
logical argument, thereby revealing its logical form.
• Equivocation Using a word in more than one sense in an argument. Generally, to do so renders
the argument invalid.
• begging the question Another name for a circular argument.
• Analogy Making a comparison between two areas of knowledge or investigation in the hope
that what is known about one area will bring insight into the other.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annewiegerinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.26. You're not tied to anything after your purchase.