Biologie samenvatting
Klas 4 – HAVO
H4: voortplanting en seksualiteit
Eisprong of ovulatie: een eicel komt vrij uit een eierstok, dit gebeurt 1 keer per maand. De eicel komt
na de ovulatie in een van de eileiders terecht.
- Zygote= een net bevruchte eicel
- Foetus= van af 8 weken, alle organen zijn al aangelegd en de embryo is nu ongeveer 3 cm
Klievingsdeling: de cellen delen wel maar de cellen groeien niet, na 3 dagen gaat het wel groeien, er
zijn nu al 16 cellen gevormd
Door trilhaarcellen in de wand van de eileider word het klompje delende cellen, in ongeveer 5 dagen,
naar de baarmoeder geleid.
- Bron 2: drie stadia van embryonale ontwikkeling. Blz 108.
- Blastula= stadia wanneer een holte ontstaat in de cellen, de blastulaholte.
Innesteling= als de buitenste cellaag van de holte zich vastgesteld aan de baarmoeder.
Placenta= de laag van bloedvaten tussen de baby en de baarmoeder, hierin liggen bloedvaten van
zowel de moeder als de baby. Die bloedvaten zorgen voor afvoer van afvalstoffen en toevoer van
voedingsstoffen en zuurstof.
Bron 4: Mannelijk geslachtsorgaan. Met toelichting
Bron 5: vrouwelijke geslachtsorgaan. Met toelichting
Seksuele voorkeur:
- Heteroseksueel= je valt op iemand van het andere geslacht (m/v)
- Homoseksueel= je valt op iemand van hetzelfde geslacht (m/m) (v/v)
- Biseksueel= voelt je aangetrokken door beide geslachten.
Bron 8.
Diploïd= ze bevatten 23 chromosoonparen
Haploid= 23 verschillende chromosomen
- Lichaamscel is diploïd
- Geslachtscel is haploid
Meiose de deling die het chromosoom aantal halveert
Van een normale cel (2n) naar een geslachtscel (n) is meiose 1
Het delen van (n) naar 2 (n) is meiose 2.
- Meiose 1= deelt de cel en splits het aantal chromosomen van 46 naar 23.
- Meiose 2= deelt de cel maar aantal chromosomen blijft gelijk.
o Binas tabel 76b
Vorming van zaadcellen:
- Bron 10, blz 114
- Bron 11, blz 115
Klas 4 – HAVO
H4: voortplanting en seksualiteit
Eisprong of ovulatie: een eicel komt vrij uit een eierstok, dit gebeurt 1 keer per maand. De eicel komt
na de ovulatie in een van de eileiders terecht.
- Zygote= een net bevruchte eicel
- Foetus= van af 8 weken, alle organen zijn al aangelegd en de embryo is nu ongeveer 3 cm
Klievingsdeling: de cellen delen wel maar de cellen groeien niet, na 3 dagen gaat het wel groeien, er
zijn nu al 16 cellen gevormd
Door trilhaarcellen in de wand van de eileider word het klompje delende cellen, in ongeveer 5 dagen,
naar de baarmoeder geleid.
- Bron 2: drie stadia van embryonale ontwikkeling. Blz 108.
- Blastula= stadia wanneer een holte ontstaat in de cellen, de blastulaholte.
Innesteling= als de buitenste cellaag van de holte zich vastgesteld aan de baarmoeder.
Placenta= de laag van bloedvaten tussen de baby en de baarmoeder, hierin liggen bloedvaten van
zowel de moeder als de baby. Die bloedvaten zorgen voor afvoer van afvalstoffen en toevoer van
voedingsstoffen en zuurstof.
Bron 4: Mannelijk geslachtsorgaan. Met toelichting
Bron 5: vrouwelijke geslachtsorgaan. Met toelichting
Seksuele voorkeur:
- Heteroseksueel= je valt op iemand van het andere geslacht (m/v)
- Homoseksueel= je valt op iemand van hetzelfde geslacht (m/m) (v/v)
- Biseksueel= voelt je aangetrokken door beide geslachten.
Bron 8.
Diploïd= ze bevatten 23 chromosoonparen
Haploid= 23 verschillende chromosomen
- Lichaamscel is diploïd
- Geslachtscel is haploid
Meiose de deling die het chromosoom aantal halveert
Van een normale cel (2n) naar een geslachtscel (n) is meiose 1
Het delen van (n) naar 2 (n) is meiose 2.
- Meiose 1= deelt de cel en splits het aantal chromosomen van 46 naar 23.
- Meiose 2= deelt de cel maar aantal chromosomen blijft gelijk.
o Binas tabel 76b
Vorming van zaadcellen:
- Bron 10, blz 114
- Bron 11, blz 115
