Geschiedenis van de Europese expansie overzee, 1400-heden
All documents for this subject (3)
7
reviews
By: simonwilligen • 4 year ago
By: annemeikraan • 5 year ago
By: milobraun • 5 year ago
By: Zipphora • 6 year ago
By: daniel-reinders • 8 year ago
By: ianvanbakel • 8 year ago
By: EytanP • 9 year ago
Translated by Google
First lacking structure, second missing formatting and thirdly, the entire summary full of spelling mistakes and half-sentences. Waste of your money.
Seller
Follow
Si29
Reviews received
Content preview
Inleiding: stille onzichtbare streng. De expanderende Nederlanders, net als de andere Europeanen, die
zich in Azië moesten voegen in de bestaande machts- en handelspatronen; de Atlantische handel was
daarentegen een Europese uitvinding. Het vroegmoderne Nederlandse koloniale rijk was een
mondiaal randverschijnsel; de Republiek zelf was een Europees randverschijnsel. De eigenlijke parels
bestonden uit handelsknooppunten; het Nederlandse rijk was dus vooral een maritiem verschijnsel.
De handelsgeest van de kustprovincies kon zich volledig ontplooien. Als iets de mentaliteit van de
regerende Nederlandse regenten in de Republiek kenmerkt, dan is het wel dat bijna blinde
vertrouwen in wat markt en handel vermogen. Er waren andere ‘maritieme randen’ van de wereld,
maar deze gebieden wisten zich – in tegenstelling tot de Republiek – maar zelden voor langere tijd
van het binnenland los te weken. Hun continentale rijken waren veel te machtig. De regerende
regenten van de WIC en VOC kenden elkaar, wisselden vaak van functie onderling. De Republiek was
‘koloniaal’ omdat er wel degelijk sprake was van asymmetrische gezagsverhoudingen. Kortom,
hoewel we in dit boek steeds zullen spreken over een Nederlands koloniaal rijk bedoelen we eigenlijk
een door Hollanders en Zeeuwen gedomineerd rijk waarin gedwongen of vrijwillig de veel talrijkere
Aziaten, Afrikanen, Indianen en allerlei groepen mestiezen (afstammeling van een blanke en een
Indiaanse) participeerden. De nadruk in dit boek ligt op de economische en culturele wisselwerking
tussen de Republiek en haar overzeese gebiedsdelen zoals die tot uiting komt in zowel de
‘metropool’ Nederland als in de verschillende contactzones.
Deel I: De morrende korf
1.1 Inleiding
Het langgerekte Nederlandse netwerk van vestingen langs de kusten van Azië, Afrika en Amerika
hield qua structuur het midden tussen een handelsdiaspora en een staat. Natuurwetten schiepen
eenheid in de godsdienstige verscheidenheid. Degene die bij uitstek liet zien hoe natuurwetten en
mondiale observatie op elkaar konden inwerken is Hugo de Groot. Hij is zonder meer te beschouwen
als de belangrijkste ideoloog achter zowel het ontstaan van de Republiek als haar overzeese expansie.
Als bindend element tussen beide ontwikkelingen zag hij de natuurlijke, individuele vrijheid. De
natuurwet was het uitgangspunt van handelen bij de WIC. Niet alleen via de scheepvaart, maar ook
dankzij de microscoop en de telescoop werden compleet nieuwe werelden ontdekt. Alle nieuwe
informatie leidde ertoe dat er meer spanning ontstond tussen openbaring, klassieke teksten en
observatie. Niet zozeer de Bijbel of de klassieke teksten, maar de geobserveerde natuur werd als
uitgangspunt voor de ’ideale’ samenleving genomen (Mandeville). Deze immateriële vorm van
Nederlandse expansie (het politiek-economisch model) had ook directe meer tastbare repercussies
voor de manier waarop de macht van de Republiek zich over de wereld verbreidde. Daarnaast ook de
organisatievorm van de Compagnie (de VOC). Niet alleen de Nieuwe Wereld en de nieuw ontdekte
Oude Wereld observeerde en beschreef men, maar men probeerde ook die in een groter geheel in te
passen en te analyseren. Leende de Oost zich verreweg het beste voor het natuurgetrouw observeren,
verzamelen, categoriseren en bestuderen van oude beschavingen, de tabula rasa van de Nieuwe
Wereld was bij uitstek geschikt als levend laboratorium voor politieke experimenten.
1.2 Het achtste gewest
In het Atlantische gebied bleek een grote, allesomvattende monopoliecompagnie veel minder goed te
functioneren dan in Azië. De VOC liep, net als de WIC, tegen haar grenzen aan, zij het een eeuw later.
Niet door inbreuken op haar monopolie door privérederijen, maar door een gebrek aan een grondig
inzicht in de winst- en verliesgevende activiteiten. Je zou de VOC en WIC als achtste gewest kunnen
zien, omdat ze op dezelfde manier als de steden werden bestuurd.
1
,Het profijt van de compagnie. VOC. Nederlanders concurreerden in Azië met elkaar. Om meer greep
te krijgen op de inkoop en verkoop van Aziatische producten werd uiteindelijk een landelijke
monopoliecompagnie opgericht, met de Heren XVII als hoofdbestuur. De nauwe vervlechting tussen
de politieke elite en de VOC leidde er op den duur toe dat ook steden zonder kamer het recht kregen
om een directeur te benoemen. Wilde je wat bereiken in de 17e eeuwse Republiek, dan kon je het
onmogelijk zonder een patroon en diens netwerk stellen (patronagenetwerken). De politiek van de
VOC en WIC was hier slechts een afspiegeling van. Middelpunt van de clanstrijd was uiteraard
Amsterdam. De compagnieën vormden slechts instrumenten waarmee families hun eigen
familienetwerken konden verstevigen en uitbreiden. Dezelfde Hollandse en Zeeuwse
familienetwerken wisten beide compagnieën te domineren. De aandeelhouders hadden niet veel te
vertellen, met uitzondering van de belangrijkste investeerders. Hoewel de aandeelhouders (zwakke
positie) en andere geldschieters van de VOC van het begin af ongelukkig waren met de financiële
verantwoording van de directeuren, zorgde de Compagnie wel voor een vernieuwing in de economie.
Verschillen met de East India Company (EIC):
- EIC beschikte niet over een permanent bedrijfskapitaal en financierde iedere expeditie
afzonderlijk; VOC had wel een permanent bedrijfskapitaal en was gefinancierd met vrij
verkoopbare aandelen
- De omvang en organisatie van de operaties in Azië was anders: de activiteiten van de VOC
stonden onder leiding van Batavia. Zilver en goud waren onontbeerlijk, dus daarom
ontstonden er onder de vleugels van de VOC twee bedrijven
Europese bedrijf: bouwen en uitrusten van schepen, aantrekken van bedrijfskapitaal,
het in dienst nemen van personeel en soldaten, verkoop van producten uit Azië
Aziatisch bedrijf: probeerde winst te maken op de handel binnen Azië, verscheping
van producten naar Nederland
WIC. Een andere Nederlandse poging om het nadelige effect van de embargo’s op de handel op het
Iberisch Schiereiland op te vangen, naast de zoutpannen in Venezuela, was de vaart op West-Afrika.
Na 1609, door het Twaalfjarig bestand, bloeide de handel op Spanje en Portugal weer op. Dat tegen
het aflopen van dit bestand het idee opkwam om alle Nederlandse handels- en kolonisatieactiviteiten
in het Atlantische gebied te bundelen had minder met commercie dan met oorlogvoering te doen. De
WIC moest zich invechten in een vrijwel geheel door Spanjaarden en Portugezen gedomineerd en
geëxploiteerd gebied. Met alle veroveringen had het Nederlands-Atlantische rijk in 1640-1645 zijn
grootste omvang bereikt en was het ook uniek: ze hadden kolonies in Noord-Amerika, forten op de
westkust van Afrika en namen deel aan de trans-Atlantische slavenhandel. Teruggang tot kleine
Atlantische mogendheid, 1645-1800. Oorzaken van de daling
- De Staten-Generaal wilden de verdediging en het bestuur van de Nederlandse koloniën niet
op een permanente basis financieren
- De onmacht van de Republiek en in het bijzonder van de WIC om voldoende kolonisten naar
de Nederlandse koloniën te laten emigreren
- Interne organisatiefouten bij de handel en financiering
De contractie (krimping) van Nederland in het Atlantisch gebied was ook het gevolg van eigen beleid
- Eerste fout: oprichting van de WIC
- Tweede fout: dalende concurrentiekracht van de Nederlandse koopvaardij
- Derde fout: de financiering van de plantages in de West-Indische koloniën
- Genadeslag: Vierde Engelse Oorlog (1780-1784)
2
, De koloniën in de West waren voor de Nederlandse economie te groot geworden. Deze tendens
wordt zichtbaar in de scheepsbewegingen in de Republiek, maar ook in het aantal slaven (dit liep bij
Nederland als enige land terug).
Het einde van de WIC. Al tijdens de eerste expansiefase bleek het monopolie van de Compagnie niet
te handhaven. In 1674 ging de WIC failliet. Er ontstond een tweede WIC, maar de Vierde Engelse
Oorlog vormde voor de tweede WIC en de privérederijen een onomkeerbare terugslag.
Relatieve contractie in Azië: 1650-1800. Bij de VOC heeft het aanzienlijk langer geduurd dan bij de
WIC voordat de tekortkomingen aan het licht traden. Anders dan de WIC had de VOC een monopolie
op de handel in een aantal Aziatische producten en dat verhoogde de kans op winst aanzienlijk: de
VOC handelde in luxegoederen en in die sector was de concurrentie op prijs veel minder scherp dan in
de koffie en suiker uit de Atlantische productiegebieden. Indrukwekkende prestaties van de VOC
- Personeelsbeleid. Het merendeel van de buitenlandse werknemers kwam uit de nabije
buurlanden van de Republiek: de onderneming had ongeveer 40.000 man in dienst
- Het uitvoerige handelsnetwerk in Azië. Daar werd meer geld mee verdiend dan met de
handel tussen Azië en Nederland
Na 1690 kwam er een omslag van winst naar verlies in Azië. Oorzaken
- Japan beperkte de uitvoer van goud en koper, zodat het Aziatische bedrijf van de VOC naar
andere middelen moest kijken om aan geld te komen
- De boekhouding was compleet ondoorzichtig
Maar de VOC paste zich aan: ze stapte over van de handel in en het vervoer van dure producten met
een klein volume en hoge winstmarges naar het veroveren en verhandelen van goedkopere
producten met meer volume en een lagere winstmarge. Dat deed de omzet stijgen, maar niet de
winst. De Vierde Engelse Oorlog verergerde de situatie.
Van factorij tot volksplanting. Pas na de opheffing van de VOC en WIC werd Nederland een koloniaal
rijk. In Azië was overheidssteun voor de bestuurstaken van de VOC niet nodig; bij de WIC wel. Batavia
en omstreken en Deshima waren uitzonderingen: daar strekte de koloniale macht van de VOC zich uit
over niet-Europeanen. Anders dan in het Atlantisch gebied, waren de Nederlanders in Azië slechts
marginaal betrokken bij de slavenhandel. De komst van de VOC had wel gevolgen voor de slavernij
en slavenhandel: de Compagnie en de vrijburgers in en rond de VOC-vestiging konden slaven goed
gebruiken. Gelet op de grote geografische spreiding van de VOC-vestigingen betrok de Compagnie
slaven uit een groot aantal herkomstgebieden. Het bestuur van het VOC-rijk in Azië was in handen
van de gouverneur-generaal in Batavia, die samen met een aantal andere hoge VOC-beambten de
Raad van Indië vormde, ook wel de ‘Hoge Regering’ genoemd. Ook buiten de hoofdstad van het VOC-
rijk in Azië was de inzet van VOC-personeel nodig, omdat de Compagnie de productie van koffie en
suiker wilde stimuleren. Uiteindelijk wilde de VOC de koffie beperken. De beperking van de productie
in Azië ging gepaard met een steeds toenemende productie van koffie in de Nederlandse
plantagekoloniën in het Caribische gebied. Regenten speelden hierbij, en bij de suikerteelt, een grote
rol bij het leveren van arbeidskrachten. De uitgebreide VOC-presentie op de Molukken en met name
op Ambon was weer het gevolg van de belangstelling van de Compagnie voor de productie van
kruidnagels, waar ze een monopolie op wist te verwerven. In sommige opzichten was het koloniale
bestuur van de VOC een succes. Leidde het VOC-bestuur op Ambon op den duur tot een bestuurlijk
compromis, waarin Compagnie en bevolking wisten waar ze aan toe waren, op de Banda-eilanden
(foelie en nootmuskaat) heeft het streven van de VOC naar het monopolie en volstrekt tegengesteld
resultaat opgeleverd. Overigens waren het niet delen van Java en op Ambon waar de VOC in haar rol
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Si29. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.