Belastingrecht Bachelors 2014/2015 / deel Theorieboek
De samenvatting van Omzetbelasting. Dit vak is erg gecompliceerd. Met deze samenvatting wordt het overzichtelijker. Als je de samenvatting leert, hoef je het boek er niet eens bij te gebruiken!
10.2.1 Inleiding: wat is omzetbelasting?
Omzetbelasting = algemene indirecte verbruiksbelasting.
10.3.1 Inleiding: wie moet omzetbelasting voldoen?
De consument is uiteindelijk degene die de btw betaalt.
Ondernemer moet de belasting innen en voldoen aan de Belastingdienst.
10.3.2 Ondernemer
Ondernemer: art. 7 OB zelfstandig bedrijf of beroep uitoefenen
(rechtspersonen en natuurlijke personen). Nationaliteit niet van belang. Een
buitenlander die in NL belaste prestaties verricht, is ook ondernemer voor de OB.
Bij OB wordt naar de entiteit gekeken; degene die aan het economisch verkeer
deelneemt. Dus de hele vof, cv, maatschap, enz., niet alleen 1 maat van de
maatschap.
Bv in oprichting is nog geen ondernemer voor OB. Wel als de oprichtingsakte bij
de notaris is gepasseerd.
Bedrijf voorwaarden:
Organisatie
Kapitaal en arbeid
Duurzaam
Deelname economisch verkeer
Je hoeft dus niet per se naar winst te streven om ondernemer voor de OB te zijn.
Quasi-ondernemerschap: art. 7.2b OB een bedrijf bij de exploitatie van een
vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen (verhuur van
(on)lichamelijk zaak).
Geen ondernemer als er sprake is van incidentele prestatie.
Bij symbolische vergoeding (veel korting) geen sprake van ondernemerschap.
Begrip ‘zelfstandig’: wordt mee bedoeld dat mensen in ondergeschiktheid niet als
ondernemer worden aangemerkt.
Als iemand nog andere prestaties verricht, dan vallen deze niet onder de OB,
maar wel als ze te maken hebben met de activiteiten van de onderneming.
10.3.3 Overheid
Sommige personen/lichamen zijn op grond van de hoofdregel ‘ondernemer’ geen
ondernemer. Maar er kunnen uitzonderingen zijn: art. 7.3 OB rijksoverheid,
provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfschappen, productschappen, enz.
Overheid wordt niet als ondernemer aangemerkt als er geen concurrentie
optreedt door hun opereren. Als ze wel in concurrentie treedt, moet ze ook
voldoen aan de voorwaarden voor ondernemerschap.
,10.3.4 Fiscale eenheid
Een fiscale eenheid kan onder voorwaarden ook ondernemer zijn twee of meer
zelfstandige ondernemers worden dan als één ondernemer aangemerkt.
Voorwaarden:
Financiële verwevenheid: ten minste een meerderheid van de aandelen in
elk van de vennootschappen moet direct of indirect in dezelfde handen (of
groep personen die als eenheid samenwerken) zijn.
Organisatorische verwevenheid: als eenzelfde persoon of groep personen
de bestuursfuncties in de verschillende ondernemingen vervult; en
Economische verwevenheid:
- Activiteiten moeten tot verwezenlijking van eenzelfde economisch doel
leiden.
- Activiteiten van de ene onderneming moeten in hoofdzaak worden
verricht t.b.v. de andere onderneming.
In de volgende situatie geldt ook het ondernemerschap:
Een moedermaatschappij bezit alle aandelen van een aantal vennootschappen.
Zij ontvangt van elk van deze vennootschappen een managementvergoeding en
tussen de vennootschappen bestaan onderling niet verwaarloosbare
economische betrekkingen.
Gevolgen fiscale eenheid:
Interne prestaties vallen niet onder de OB.
Er moet maar één aangifte OB gedaan te worden.
Alle ondernemers binnen de fiscale eenheid zijn hoofdelijk aansprakelijk
voor de OB-schuld.
Eén nieuw btw-nummer.
Einde fiscale eenheid: als er niet meer aan de drie voorwaarden voldaan wordt.
10.4.1 Inleiding: Belastbaar feit 1: de levering van goederen
Belastbare feiten zie art. 1 OB.
Levering van goederen en dienst is er een van. De levering moet plaatsvinden:
binnen NL;
door ondernemers die handelen binnen het kader van de onderneming;
onder bezwarende titel = prestaties verrichten vanwege een
verbintenis/overeenkomst.
Leveringen die buiten NL worden verricht, zijn niet belast voor de OB. Hierbij is de
plaats waar de ondernemer de prestaties verricht van belang.
10.4.2 Leveringen van goederen
Art. 3 OB geeft de echte en fictieve leveringen aan.
Echte leveringen:
overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te
beschikken (lid 1.a, zie ook lid 3.a).
afgifte van goederen volgens een overeenkomst van huurkoop (lid 1.b):
hier wordt je pas eigenaar als je de laatste termijn betaald hebt.
Operational lease wordt als dienst gezien (lijkt op (ver)huur).
Is de leasing als een dienst te beschouwen? lessor (verstrekker) moet
per leasetermijn OB afdragen.
, Financial lease wordt als een dienst gezien, totdat de lessee (koper) de
koopoptie accepteert. Dan pas is er sprake van eigendomsoverdracht
levering.
Voorwaarden levering bij financial lease:
- Geleaste goed wordt gebruikt door de ondernemer/lessee of namens
hem een ander.
- De lessee draagt de kosten en de risico’s.
- De lessee heeft een koopoptie met een vastgestelde prijs.
- De lessee kan op ieder moment eigenaar worden van het geleaste goed
door de resterende termijnen ineens af te lossen en de koopprijs te
voldoen.
- Leaseovereenkomst kan gedurende de looptijd niet eenzijdig worden
beëindigd.
Combinatie tussen levering van een goed en kredietverlening
voorwaarden:
- Lessor brengt het rentebestanddeel van de leasetermijnen afzonderlijk
in rekening aan de lessee.
- Lessor berekent het rentebestanddeel over een bepaalde periode en op
grond van een specifiek overeengekomen rentepercentage.
De OB moet worden voldaan dan bij het aangaan van de financiering.
Rentebestanddeel is vrijgesteld (art. 11.1j.1⁰). Dus geen voorbelasting voor
de lessor, tenzij de lessee buiten de Unie woont.
oplevering van onroerende zaken door de vervaardiger (lid 1.c): alleen bij
voortbrengen van een goed dat eerst nog niet bestond, anders is het een
dienst.
Geldt ook bij het verrichten van sloopwerkzaamheden waardoor
onbebouwde grond ontstaat, maar alleen als er sprake is van een
bouwterrein (art. 11.4 OB). Anders een dienst.
rechtsovergang van goederen tegen betaling van een vergoeding
ingevolge een vordering door of namens de overheid (lid 1.d).
aanbrengen van een goed aan een ander goed (lid 1.f): alleen als de
overeenkomst betrekking heeft op het installeren of monteren van de
goederen.
Bij reparatie is dus sprake van een dienst.
Niet-lichamelijke zaken zijn diensten, met uitzondering van: voor menselijke
beheersing vatbare stoffen alsmede elektriciteit, gas, warmte e.d. (art. 3.7 OB).
Fictieve leveringen die gelijk worden gesteld met een levering onder
bezwarende titel (art. 3.3 OB):
Het door een ondernemer aan zijn bedrijf onttrekken van een goed voor
privégebruik (of familie-/personeelgebruik). Hierover is destijds
voorbelasting geclaimd, dus er vindt nu heffing van OB plaats.
Als de ondernemer bij bedrijfsbeëindiging goederen in bezit heeft waarvoor
hij destijds geheel of gedeeltelijk echt op voorbelasting is geclaimd.
Specifieke situaties (fictieve leveringen):
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gertine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.69. You're not tied to anything after your purchase.