2.6.0. De overeenkomst.
Als partijen een overeenkomst met elkaar sluiten, komen daaruit in de meeste
gevallen twee verbintenissen (verplichtingen) voort.
Wederkerige overeenkomsten Overeenkomst waarbij elke partij verplicht is te
presteren.
Eenzijdig overeenkomsten 1 verbintenis/overeenkomst. De bekendste is de
schenkingsovereenkomst. Alleen de schenker is verplicht het goed over te dragen.
Bij het overeenkomstenrecht bestaat er in beginsel contractsvrijheid.
Contractsvrijheid Je kunt zelf bepalen of en met wie je een overeenkomst wilt
aangaan en wat de inhoud van die overeenkomst zal zijn.
De wet geeft weinig beperkingen, de wet schrijft voor dat een overeenkomst niet in
strijd mag zijn met een dwingende wetsbepaling en niet in strijd mag zijn met
de goede zeden of de openbare orde.
Overeenkomstrecht wordt ook wel het aanvullend recht genoemd.
De meeste overeenkomsten zijn onbenoemde overeenkomsten.
Onbenoemde overeenkomsten Niet apart in de wet geregeld.
2.6.1. Formele en consensuele overeenkomsten.
Voor de rechtstotstandkoming van een overeenkomst is het in de meeste gevallen
voldoende dat de partijen het over de overeenkomst eens zijn.
Wilsovereenstemming of consensus. (= Het met elkaar eens zijn)
Daarom worden de overeenkomsten die alleen door wilsovereenstemming tot stand
komen consensuele overeenkomsten genoemd.
Formele overeenkomst Komt alleen tot stand als er een bepaald vormvereiste
(rechtshandeling) is voldaan. In dat geval is een wilsovereenstemming niet genoeg.
Zonder schriftelijk stuk; een akte; etc. is deze overeenkomst niet geldig.
(Voorbeeld: Kopen van een huis door een natuurlijke persoon. In de wet in bepaald
dat de koopovereenkomst schriftelijk moet worden voldaan)
2.14. Onrechtmatige daad.
, Het is een algemeen rechtsfeit uit het burgerwetboek. Het valt onder zowel het
aansprakelijkheidsrecht als het verbintenissentrecht.
Belangrijke verbintenis door de wet (artikel 6:162 BW)
Artikel 6:162 lid 1 BW kun je lezen dat iemand die een onrechtmatige daad pleegt, dit
hem kan worden toegerekend. Verplicht is de schade te vergoeden.
In artikel 6:162 lid 1 BW zijn vier vereisten te halen die ertoe leiden dat de
veroorzaker schade moet betalen:
1. Onrechtmatigheid;
2. Toerekening aan de dader;
3. Schade;
4. Causaal verband tussen de daad en de schade (dientengevolge).
In artikel 6:162 lid 2 BW staat beschreven wat een onrechtmatige daad is.
‘Als onrechtmatige daad wordt aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of
nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht
in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid
van een rechtvaardigingsgrond.’
Letterlijke citaat.
Kortom er is sprake van onrechtmatigheid als er sprake is van:
Een inbreuk op een recht;
Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht;
Het doen of nalaten in strijd met hetgeen ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
Oftewel: Een onrechtmatige daad is iets doen (handelen) waardoor iemand een
ander schade toebrengt. Let op: ook iets níet doen (nalaten) kan onrechtmatig zijn.
Een voorbeeld is als iemand een overeenkomst niet nakomt of een kapot product
levert. De wet bepaalt dat als je een ander schade toebrengt, je deze moet
vergoeden. Met andere woorden: degene die de schade toebrengt, is aansprakelijk.
2.14.2. Onrechtmatigheid.
Inbreuk op een recht Denk aan iets kapot maken van een ander.
- Lamp bij de buren omstoten, onrechtmatige daad want je maakt inbreuk op
iemands eigendomsrecht.
Bij een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht komen de gevallen voor
wanneer je de wet overtreedt.
Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt, houdt in dat burgers ten opzichte van elkaar
zorgvuldig moeten handelen.
Behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigheidsgrond.
Bijvoorbeeld: Bram ziet dat de keuken van de buren in brand staat en slaat
met een hamer de ruit in. De kosten voor het raam kunnen niet verhaald worden op
Bram, want er is sprake van rechtvaardigheidsgrond. Het gedrag is daardoor niet
onrechtmatig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xcynn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.