100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie (FSW) $3.51
Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie (FSW)

1 review
 47 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige & uitgebreide samenvatting van het vak Sociologie gegeven door Walter Weyns. Het is vooral gebaseerd op de syllabus, maar ook PPT slides uit de colleges zijn erin verwerkt (op deze slides wordt duidelijk op welke elementen uit de syllabus de klemtoon ligt). Resultaat examen: 15/20.

Preview 8 out of 111  pages

  • October 8, 2021
  • 111
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: AnoniemUA • 2 year ago

avatar-seller
Inleiding tot de sociologie

,Hoofdstuk 1: sociologische verbeelding
1) Het ‘sociologische bewustzijn’ is tamelijk recent
Zit er een logica i/d ontwikkeling v/d wetenschap?
Hiërarchie v/d wetenschappen, volgens August Comte (Franse wiskundige en filosoof, 19 de
E):




Van oudste naar jongste wetenschap:
- Astronomie : beoefend door Babylonische en Egyptische priesters (3000 jaar
geleden)
- Fysica : wetenschap der dode dingen
- Biologie : Aristoteles & Hippocrates
Heropbloei na de Middeleeuwen: ‘moderne’ wetenschappen
- Sterrenkundigen (Kepler, Galileï, Copernicus…)
- Natuurkundigen (van Galileï tot Newton)
- Biologen
- Psychologen (vanaf 16de E)
- Sociologen (vanaf 18de E)
Opmerkelijk bij de ontwikkeling:
 1ste domein v/d wetenschap = verst verwijderd (de sterren)
 Volgende domein (dode natuur) = ruimtelijk dichterbij, maar verschilt sterk qua aard
v/d mens
 3de domein = levende natuur = meer gemeen met de mens
 Het is makkelijker om verafgelegen zaken wetenschappelijk te benaderen, dan
zaken dicht bij ons. Om die reden zijn menswetenschappen pas laat ontstaan.

,  Psychologie -> ‘innerlijk’ v/d mens
 Sociologie -> sociale voorwaarden waaronder men ‘mens’ wordt
Men kan niet zelf een identiteit/zelfbewustzijn opbouwen om taal, kennis… te verwerven.
Alles wat typisch menselijk is -> te danken aan sociale verbanden waarin hij leeft.



2) Sociologische verbeelding ontstond in crisistijden
Albion Small (The era of Sociology) -> Moderne mensen zijn zich er meer dan vorige
generaties van bewust dat hun lot afhangt van het bestaan van andere mensen.
 begin ‘tijdperk v/d sociologie’
Hoe komt het dat dit zolang op zich heeft laten wachten?
 Natuurlijke distantie ontbrak
 Wijzelf ‘maken’ de maatschappij en worden erdoor gemaakt. Daarom is het
moeilijk een objectieve houding aan te nemen tov samenleving. Maatschappij zit
‘in’ ons en bepaalt onze identiteit.


 Sociologie ontluistert
 Mensen zijn geneigd zich beter voor te doen dan ze zijn -> objectieve benadering
v/d samenleving brengt dit a/h licht. Ze toont mens van zijn minder fraaie kanten.
 Sociologie = subversief
- Ze ontmaskert; wijst op de pijnlijke situaties in onze samenleving; socioloog gelooft
enkel dat wat zijn onderzoek hem oplevert.
- Sociologie gedijt enkel i/e democratische samenleving, niet i/e traditionele.


Peter Berger
 “Een socioloog is een ontdekkingsreiziger die een onbekende wereld leert
kennen”.
Montesquieu
 “Jezelf en je eigen cultuur en samenleving bekijken door de ogen van vreemden is
de bron v/d sociologische verbeelding”.
Lettres Persanes
 Indrukken van oosterlingen op doorreis in Frankrijk (satire)
 Hij leert Fransen dat gewoonten overal verschillen.

,De l’esprit des lois
 Het sociologische bewustzijn wordt geprikkeld door crisis (18de en 19de E).
 De maatschappij is eeuwenlang a/h bewustzijn v/d mensen ontsnapt omdat zij zo
vanzelfsprekend, zo vertrouwd was. Het veranderde toen de sociale
verhoudingen drastisch dooreen werden geschud.

3) De 2 ‘revoluties’

 Neolithische revolutie = mens leerde gewassen telen en dieren domesticeren
(agrarisering)
 Overgang v/e jacht- en verzameleconomie naar landbouweconomie
Mens vestigde zich en hechtte zich a/h grondgebied waarvan hij afhankelijk was.
 Eigendomsprincipe
Steden en dorpen kwamen tot ontwikkeling -> vergde nieuwe organisatie v/h sociale leven:
- Meer complexe arbeidsindeling
- Meer complex bestuur
- Nieuwe rechtsregels
 Komt neer op de vervanging v/h besloten stamverband door grotere, meer
omvattende sociale verbanden en uiteindelijk staten
Opkomst v/d grote staatsverbanden + opkomst v/d steden -> oude levenswijzen moest
worden opgegeven (‘overgangscrisis’)
Mensen waren zich bewust van al deze veranderingen -> heeft weerslag i/d mythes e/d
godsdiensten -> geven een antwoord op vragen/problemen dat het leven i/e groter
samenlevingsverband stelde
‘The great transformation’ = 2 grote revoluties
 Franse Revolutie
= voor het eerst werd de bestaande sociale orde verworpen in naam van nieuwe
idealen: vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid

 Industriële Revolutie
= toepassing van technische innovaties, met name het aanwenden van stoomkracht
i/d productie
De ingrijpende sociale veranderingen v/d laatste 2 eeuwen kunnen onder de noemer
worden gebracht van industrialisering (industriële revolutie) en democratisering (Franse
Revolutie).

,  Geen enkel maatschappelijk domein = ontsnapt aan ingrijpende veranderingen


 Belangrijkste kenmerk = samenleven wordt doelbewust georganiseerd
(modernisering)
In landbouw- en stamsamenlevingen -> leven gedicteerd door omstandigheden buiten
de wil v/d mens om. Ze stonden vaak hulpeloos tov natuur.
Ook samenleven met andere mensen ontsnapte grotendeels aan hun controle.
Leven verliep traditioneel (volgens overgeleverde praktijken en instituties). Men
herhaalde wat voorouders hadden gedaan. Individuen hadden minder een eigen
identiteit -> vereenzelvigen met groep waartoe ze behoorden.
Omwentelingen 17de eeuw -> samenleving ging richting uit die onbekend was + totaal
verschilde van wat mensheid daarvoor had gekend.
Sommige ontwikkelingen -> goed, andere zag men met wantrouwen komen.
 18de en 19de eeuw -> er gebeurde iets met maatschappij


Voor het eerst moest mens zijn samenleven bewust organiseren + vragen stellen over aard
v/d maatschappij.
Sociologisch bewustzijn ontstond doordat maatschappij laatste 3 eeuwen het voorwerp is
v/e radicale (r)evolutie -> enkel te verklaren als je inzicht hebt i/d specifieke wetmatigheden
+ eigenschappen v/h menselijk leven.
Sociologie = wetenschap v/h sociale handelen of wetenschap v/d maatschappij.
 Ruime definitie, maar niet verkeerd
Meeste sociologen: focussen op hedendaagse maatschappij
 Willen verklaren hoe mens de stap van landbouwsamenleving naar industriële
samenleving heeft gezet + nog a/h zetten is.
Interesse = intellectueel + praktisch nut
 Hoe meer kennis mensen verwerven over sociale processen en mechanismen,
hoe meer ze deze processen kunnen beheersen.

, NEOLITISCHE REVOLUTIE INDUSTRIELE REVOLUTIE

clan- landbouw- industriële
maatschappij maatschappij maatschappij

politiek stam landbouwstaat democratische staat

autoriteit charismatisch; traditioneel; rationeel-legaal;
(de klassieke termen van Max Weber)

gezag gebaseerd op gebaseerd op gebaseerd op regels
charisma) afstamming en procedures

techniek aanpassing aan de domesticatie van de beheersing
natuur natuur van de natuur

wonen nomadisch sedentair: dorp megalopolis
en stad




clan- landbouw- industriële
maatschappij maatschappij maatschappij

economie overlevings- begin geldeconomie; kapitalisme;
economie verhandeling zeldzame verhandeling alle
(specerijen…) en soorten goederen
primaire goederen (graan)


recht gewoonterecht; gewoonterecht; burgerlijk recht;
charterrecht; grondwetten
strafrecht burgerlijk recht

wereld- animistisch; magisch; filosofisch-godsdienstig; wetenschappelijk;
beeld mythisch; mondelinge & multimediaal;
mondelinge traditie schriftelijke traditie wetenschap

,4) Het sociaal probleem als bron v/d sociologische benadering

Wat bestuderen sociologen?
Niet alle soorten handelen zijn relevant. Normaal ligt a/d basis v/d sociologische benadering
een sociaal probleem (werkloosheid, criminaliteit, racisme…)
Wat is een sociaal probleem?
 Er moet objectief iets schorten a/h samenleven, vb. armoede, werkloosheid,
analfabetisme, kinderarbeid…
 Deze verschijnselen zijn objectief vast te stellen/ objectieve feiten.

 Vooraleer iets sociaal probleem wordt, moeten meer mensen het als ‘problematisch’
ervaren = subjectieve component
Vb. feminisme: ondergeschikte positie v/d vrouw was niet enkel een feit, maar ook
een probleem dat verholpen diende te worden.

 Hoe meer mensen iets problematisch ervaren + hoe intenser zij dit ervaren, hoe
meer iets sociaal probleem wordt. Sociale problemen = altijd door bepaalde groepen
als problematisch ervaren toestanden = collectief aspect

 Sociale problemen mogen niet gelijkgesteld worden met door de overheid als
problematisch gedefinieerde toestanden

 Bij keuze van zijn onderwerpen zal socioloog altijd vertrekken v/e sociaal probleem.
Hoe deskundig hij dit ook doet, hij zal het steeds doen als een ‘medespeler’.
Socioloog voegt ook maar 1 visie toe aan talloze definities en problematiseringen.




5) Wright Mills over de sociologische verbeelding
Wright Mills -> sociologische verbeelding = capaciteit om verbanden te zien tussen het
leven van individuen e/d historisch-maatschappelijke context waarin ze leven.
 Vermogen om verbanden tussen individuele klachten en sociale omstandigheden
te zien
Vb. tandpijn -> gevolg bepaalde levensstijl -> afhankelijk van milieu waarin je
opgroeit




Persoonlijke klachten vs. sociale problemen

,  Onderscheid tussen persoonlijke moeilijkheden (‘troubles’) en algemene kwesties
(‘public issues’)

 Troubles
Doen zich voor i/d persoonlijkheid v/h individu en binnen het kader van zijn directe
relaties met anderen.
= privé aangelegenheid
Individu heeft het gevoel dat iets wat hij belangrijk vindt, bedreigd wordt.

 Issues
Hebben betrekking op zaken die de grenzen v/d persoonlijke levenssfeer overstijgen.
= algemene aangelegenheid
Hele groepen hebben het gevoel dat iets wat ze belangrijk vinden, bedreigd wordt.


Vb. werkloosheid
Als i/e stad met 100.000 werknemers 1 iemand werkloos is, dan is dit een trouble, een
persoonlijke moeilijkheid. MAAR als er 10.000 werknemers werkloos zijn, spreken we v/e
maatschappelijk issue.
Vb. huwelijk
I/e huwelijk kunnen man en vrouw persoonlijke moeilijkheden ondervinden, maar als het
echtscheidingscijfer gedurende de eerste 4 huwelijksjaren 250 op elke 1000 huwelijken
bedraagt, is dit een aanwijzing voor een structureel issue, dat te maken heeft met de
instituties huwelijk en gezin en andere situaties die daarmee verband houden.




6) Twee voorbeelden van sociologische verbeelding: Comte & Spencer

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robbeheymansrh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.51  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added