100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlands 3F Lezen, Luisteren en Schrijven LOI $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlands 3F Lezen, Luisteren en Schrijven LOI

11 reviews
 759 views  47 purchases
  • Course
  • Institution

LOI Samenvatting Nederlands 3F Lezen, Luisteren en Schrijven. Samenvatting van hoofdstuk 5 tm 15. Diverse voorbeelden van brieven schrijven.

Preview 6 out of 46  pages

  • October 8, 2021
  • 46
  • 2021/2022
  • Summary

11  reviews

review-writer-avatar

By: solangesholles • 7 months ago

review-writer-avatar

By: jordisoares • 7 months ago

review-writer-avatar

By: Lauravwijk90 • 10 months ago

review-writer-avatar

By: cilek-pembe • 10 months ago

review-writer-avatar

By: sterrenamina • 11 months ago

review-writer-avatar

By: shabnem12 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: pinargulec • 1 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
LOI Samenvatting Nederlands 3F

Inhoud:

1. Lezen en Luisteren 1 - Hoofdstuk 5 2

2. Lezen en Luisteren 2 - Hoofdstuk 6 4

3. Lezen en Luisteren 3 - Hoofdstuk 7 6

4. Schrijven 1 - Hoofdstuk 8 8

5. Schrijven 2 - Hoofdstuk 9 11

6. Schrijven 3 - Hoofdstuk 10 17

7. Schrijven 4 - Hoofdstuk 11 19

8. Schrijven 5 - Hoofdstuk 12 25

9. Schrijven 6 - Hoofdstuk 13 30

10. Schrijven 7 - Hoofdstuk 14 34

11. Schrijven 8 - Hoofdstuk 15 39




1

,Samenvatting Lezen en Luisteren
Hoofdstuk 5 tm 7

1. Lezen en Luisteren 1 - Hoofdstuk 5

Onderwerp
● Waar gaat de tekst over? Kort beschrijven, in een woord of woordgroep
Hoofdgedachte
● Heel korte samenvatting van de tekst: een samenvatting in een zin
○ Uitspraak over het onderwerp
● Titel, inleiding en slot geven ook vaak de hoofdgedachte weer
● Wat zegt/vindt de schrijver over dit onderwerp? De hoofdgedachte is dus een uitspraak van de
schrijver over het onderwerp.
● Kernzin = hoofdmededeling
○ Uitwerking van bewering of stelling
Basisstructuur
● Inleiding, midden en slot
● Inleiding: vijf functies
1. Aandacht van de lezer krijgen
2. Onderwerp introduceren
3. Opbouw van de tekst aankondigen
4. Aanleiding voor de tekst noemen
5. Lezer gunstig stellen
● Middenstuk: onderwerp komt inhoudelijk aan de orde
○ Een onderwerp per alinea
○ Betoog = argumenten
○ Beschouwing = visies
○ Voor- en nadelen structuur of probleem-en-oplossingstructuur
● Slot: afronding van de tekst
○ Samenvatting (kortom, samenvattend…)
○ Conclusie (dus, concluderend…)
○ Aanbeveling (alleen bij activerende of betogende teksten)
Structuren
● Structuurmodellen:
○ Voordelen en nadelen
○ Probleem en oplossing
○ Verschijnsel en verklaring
○ Verschijnsel en bespreking
○ Bewering en argument
○ Vroeger en nu
○ Vroeger, nu, toekomst
● Alinea verbanden herkennen:
○ Signaalwoorden (geven verband aan)
○ Herhaling (woord of woordgroep te herhalen)
○ Aankondigende zinnen (ik zal eerste de voordelen… Daarna bekijken we de… of, ter
illustratie daarvan…)


2

, ○ Overgangszinnen (Deze, die, dit, dergelijke, vorenstaande, zulke…)
● Verband en signaalwoorden:
○ Opsommend: ook, en, niet aleen… maar ook, bovendien, daarnaast, ten eerste.. ten
tweede, eerst, dan, daarna, zowel… als, vervolgens, tevens, verder, nog.
○ Tegenstellend: Toch maar, echter, integendeel, daarentegen, daar staat tegenover,
enerzijds… anderzijds.
○ Uitleggend: zo, dat wil zeggen, bijvoorbeeld, ter illustratie, met andere woorden.
○ Oorzakelijk: ten gevolge van, waardoor, doordat, zodat, daardoor.
○ Redengevend: immers, namelijk, want, daarom, omdat.
○ Voorwaardelijk: indien, op voorwaarde dat, als, mits, tenzij.
○ Vergelijkend: net als, zoals, evenals, in vergelijking met, vergeleken met.
○ Concluderend: dus, concluderen…
○ Samenvattend: kortom, samenvattend, om kort te gaan




3

,2. Lezen en Luisteren 2 - Hoofdstuk 6

Standpunt
● De schrijver staat op een bepaald punt, heeft ergens een bepaalde mening over
○ = Mening die nadrukkelijk uitgesproken wordts
○ Hier sta ik, dit vind ik
● Standpunt = stelling, bewering, opvatting
● Herkenningswoorden:
○ Ik vind dat...
○ Ik ben van mening…
○ Mijn standpunt is…
○ Hij huldigt het standpunt dat…
○ Ik vind dat we de zaak vanuit een ander standpunt moeten bekijken.
○ Mijn stelling is
○ Hij verkondigt de stelling dat…
○ De conclusie moet zijn dat…
○ Het is duidelijk dat…
○ Volgensmij …
○ Dat is een ongegronde bewering…
○ Ik deel die opvatting niet…
● Verborgen standpunt = standpunt inneemt maar het niets als zodanig formuleert
○ Het nieuwe leren is complete onzin.
○ De minister had allang moeten aftreden.
Argumenten
● Bewijs voor uw standpunt
○ Standpunt: De nieuwe film van HP is spectaculair.
○ Argument: De special effects spetterden van het scherm.
● Objectieve argumenten = bewijs, feiten, controleerbaar (zakelijk, feitelijk)
○ Feiten = controleerbaar
○ Algemene gedeelde waardeoordelen = betekent dat men het er in het algemeen over
eens is
○ Onderzoeksuitslagen = argumenten op basis van wetenschappelijke onderzoeken
● Subjectieve argumenten = persoonlijke ideeën en gevoelens, niet echt te controleren
(individueel, persoonlijk)
○ Vermoedens = persoonlijke indrukken, voorspellingen voor de toekomst, schattingen,
niet vaststaande feiten
○ Geloofsovertuiging = persoonlijke overtuiging, ideaal, religie of levensbeschouwing,
morele argumenten
○ Persoonlijke waardeoordelen = politieke ideeën, smaken en voorkeuren, ethische
opvattingen, emotionele argumenten
● Redenering = combinatie van mening en argument
1. Algemene bewering: de stelling
2. Concreet voorbeeld: de waarneming
3. Conclusie
● Type redenering = bepaald logisch verband tussen
○ Redenering op grond van de autoriteit van anderen (op grond van gezag)
○ Grond van voorbeeld (niet gegeneraliseert)


4

, ○ Grond van vergelijking (een of meer vergelijkbare gevallen om aannemelijk te maken
dat het in dit geval ook zo is)
○ Grond van oorzaak-gevolg (gevolg van argumentatie geeft de oorzaak)
○ Grond van voor- of nadelen
● Ondeugdelijke redenering
○ Vals dilemma = lijkt erop alsof er maar 2 mogelijkheden zijn, maar waarschijnlijk is
er nog een derde
○ Cirkelredenering = draait in cirkel en gebruikt mening en argument verschillende
bewoordingen die op hetzelfde neerkomen
○ Generaliseren = selectief waarnemen, op basis van een gegeven trekt u dan algemene
conclusie
○ Vanzelfsprekend = algemeen bekend is
○ Persoonlijk worden = persoonlijke benadering




5

, 3. Lezen en Luisteren 3 - Hoofdstuk 7

Samenvatting
● Verkorte weergave van een tekst
● Zoveel mogelijk informatie uit de oorspronkelijke tekst in minder woorden
Thematisch samenvatting (minisamenvatting of oriënterende samenvatting)
● Inhoud van de tekst in een of hooguit twee zinnen
● Vermeld het (1) thema en (2) boodschap
● Voorbeeld: In het artikel “(ARTIKEL)” uit de (BRON) van (SCHRIJVER) wordt (THEMA)
genoemd waarin staat (BOODSCHAP).
Indicatieve samenvatting (globale samenvatting)
● Waarover een boek of artikel handelt en op welke wijze de schrijver zijn thema heeft
uitgewerkt.
○ Heeft hij willen informeren / overtuigen / amuseren / of een combinatie?
● Vermeld: (1) de titel van het boek/artikel, (2) naam van de schrijver, (3) korte omschrijving
van het thema van het boek/artikel, (4) aangevuld met bewijzen uit de tekst.
○ Maximaal 5 zinnen
● Voorbeeld: In het/de (TITEL) uit de (BRON) geschreven door (SCHRIJVER) meldt dat
(THEMA) in verband met (BEWIJS).
Tekstvervangend (representatieve samenvatting)
● Geeft goed beeld van een artikel
● Grotere artikelen, beleidsnota’s, onderzoeksrapporten
● Je wilt alles van de tekst weten: (1) thema, (2) hoofdzaak, (3) bijzaak, (4) verbanden.
● Vermeld: (1) Titel van tekst, (2) bron van tekst, (3) naam van schrijver, (4) omschrijving van
het thema, (5) hoofdzaken
● Inleiding: hier vind je het thema
● Kern: hier vind je het schrijfplan
● Slot: hier vind je de conclusie, samenvatting, aanbeveling etc.
● Alinea’s: noteer van alle alinea’s de kernzin
○ Te herkennen door sleutelwoorden
○ Verwijswoorden: deze, dit, dat, waarover, waarbij, hij, zij, hem, haar, uw, mijn, onze
○ Zie hoofdstuk 5 (signaal- en verwijswoorden)


Thematisch Indicatief Tekstvervangend

Vermeld: Titel, thema, Titel, thema, bron, auteur Titel, thema, bron, auteur
bron, auteur

Vult aan: Informatief, overtuigd, Informatief, overtuigd,
amuserend of een combinatie amuserend of een combinatie
aangevuld met bewijzen uit de aangevuld met bewijzen uit de
tekst tekst

Omvang: Maximaal 2 Maximaal 5 zinnen 20% of minder van de
zinnen oorspronkelijke tekst
Feiten
● Objectief en controleerbaar, informerend doel
● Vaststaand feit = bewezen en controleerbaar


6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CRaaijmakers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  47x  sold
  • (11)
  Add to cart