100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting: recht, sociologie en ethiek. Hoofdstuk 1, 8 en 9 Hoofdlijnen Nederlands recht en hoofdstuk 1 Ethiek de basis $4.31   Add to cart

Summary

samenvatting: recht, sociologie en ethiek. Hoofdstuk 1, 8 en 9 Hoofdlijnen Nederlands recht en hoofdstuk 1 Ethiek de basis

 39 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting: recht, sociologie en ethiek. Hoofdstuk 1, 8 en 9 Hoofdlijnen Nederlands recht en hoofdstuk 1 Ethiek de basis stof voor NHL Stenden, IVK, eerste semester

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 8 en 9
  • October 8, 2021
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 ethiek:

De mens oordeelt over alles. Als een oordeel over gedrag van mensen gaat, of over wat ze moeten
doen spreken we van een moreel oordeel. Oordelen gaat zelfs vaak vanzelf, je denkt er niet over na
voordat je het doet. Zo'n oordeel wordt ook wel een intuïtief oordeel genoemd. Morele oordelen
hebben vijf kenmerken:

1. Het gaat over het menselijk gedrag. Dit is een van de belangrijkste kenmerken als het over
iets anders gaat, is het een normaal oordeel.
2. Een moreel oordeel overstijgt het individuele. Ik jij iets mag, mag ik het ook. Dit wordt ook
wel het universaliteitsprincipe genoemd.
3. Een moreel oordeel is normatief. Het geeft aan hoe het hoort.
4. Een moreel oordeel is gericht op het goede. Iedereen heeft meningen wat goed en slecht is,
iedereen verwacht dat je het goede doet.
5. Een moreel oordeel kan morele verontwaardiging oproepen. Bijvoorbeeld als je immoreel
behandeld wordt, kan je geïrriteerd of boos worden.

Bij een moreel oordeel komen drie zaken aan de pas:

1. Subjectief, dit is je mening en je gevoel.
2. Objectief, dit is voor iedereen hetzelfde, het is kennis die je bijvoorbeeld uit de boeken leert.
3. Normatief: je oordeelt of iets goed of fout is. Het verbindt de kennis die je hebt met je
gevoel. Vanuit dit ga je een moreel oordeel vormen

Morele principes komen voor uit morele oordelen. Bijvoorbeeld als je docent statistiek jou niet
uitlaat praten, dan vind jij dat je docent statistiek jou uit hoort te laten praten. Je zegt eigenlijk: het
principe respect voor de ander is onvoldoende aanwezig bij het gedrag van die docent, daarom keur
ik dit af. Je keurt het gedrag van de docent af vanuit het principe respect. De Amerikaanse filosoof
John Dewey onderscheid subjectief, objectief en normatief met de zin, je bent jezelf, je kent jezelf en
je kiest jezelf. Een morel uitgangspunt is van iets dat op zichzelf nastrevenswaardig is betreffende
menselijk samenleven. Een moreel oordeel is een waardering van menselijk gedrag aan de hand van
morele uitgangspunten. Morele oordelen leiden tot een gesprek waarbij iedereen hun oordelen
vergelijken. Tijdens zo'n gesprek leer je niet een gezamenlijke buitenwereld (objectief). Je ervaart
ook geen persoonlijke binnenwereld (subjectief). Maar het samenstellen van een met anderen
gedeelde tussenwereld.

Moraal is geheel van gedeelde morele oordelen die ontstaan in een gesprek. Het is het geheel van
morele regels waaraan wij onszelf en anderen in redelijkheid gehouden achten. Zoals je
waarschijnlijk al in de beschrijving kan raden is moraal op elke organisatie, groep of familie anders.
Mensen linken normen en waarden aan moraal, maar dit is onjuist want normen en waarden zijn
universeel en dat is moraal niet. Het gesprek over moraal is overal. Het begrip gesprek is hiermee zo
opgerekt dat we er een andere naam voor hebben: een moreel vertoog. De informatie en
communicatie-revolutie heeft het moreel vertoog enorm snel uitgebreid.

Er zijn drie redenen waarom je morele intuïtie tekort kan schieten:

1. Je morele intuïtie is niet uit te leggen aan anderen.
2. Als je alleen intuïtief oordeelt, kun je niet leren van je fouten en successen.
3. Je intuïtie bereid je niet voor op nieuwe situatie.

De antwoorden op morele vragen zijn onze morele oordelen. Een morele vraag moet een onderzoek
op gang brengen dat je verder brengt in het begrijpen van een morele kwestie. Om je standpunt te

,verdedigen heb je argumenten nodig, dit noemen we morele uitgangspunten. Elke beroepsgroep
heeft zijn eigen moraal, dit moraal noemen we een beroepsmoraal. Elke beroepsgroep wordt
gekenmerkt door bepaalde waarden die voor dat beroep belangrijk zijn. Als je goed in je schoenen
staat in een discussie noemen we diegene integer. De relatie tussen morele uitgangspunten en
gedrag is door de Amerikaanse filosoof John Dewey omschreven als:

1. Gedrag op basis van morele uitgangspunten onthult aan anderen wie je bent en graag wilt
zijn.
2. Gedrag op basis van morele uitgangspunten is ook een toets voor je persoon. Sta je voor wat
belangrijk is? Maak je het waar, ook als het moeilijk wordt? In moeilijke tijden leer je jezlef
kennen.
3. Gedrag op basis van morele uitgangspunten vormt de persoon. Het uitvoeren van gedrag
vergroot de kans dat je daarna hetzelfde gedrag vaker vertoont. Als het je lukt je mannetje
te staan in een moeilijke situatie, wordt de kans groter dat je later dat succes herhaalt. Je
ontwikkelt jezelf.

Moed is het onder ogen zien van je angsten, ze omwille van een morele overweging te overwinnen
en dit om te zetten in gedrag. Moed heeft alles te maken met zelfrespect; als de een ontbreekt,
ontbreekt de ander ook. En als je moedig bent, draagt dit bij aan je zelfrespect. Hiermee wordt
duidelijk dat ethiek over niets minder gaat dan je ziel.



Recht:

Hoofdstuk 1:

Er zijn vier functies van recht:

1. Normatieve functie: dit zijn alle wetten en regels die iedereen belangrijk vindt, zoals verbod
op moord, diefstal en dergelijke.
2. Geschil oplossende functie: in oude samenlevingen nemen mensen heft in eigen handen,
maar bij ons mag deze eigenrichting niet. Daarom hebben wij een rechterlijke organisatie die
burgers helpt geschillen op te lossen door recht te spreken.
3. Additionele functie: als je iets niet hebt afgesproken met een ander en er gaat iets fout dan
heb je een probleem, gelukkig heeft het rechtssysteem daarvoor afspraken gemaakt. Als
partijen zelf zo'n afspraak hebben gemaakt gaat deze voor.
4. Instrumentele functie: in Nederland hebben wij verkeersregels. Deze zijn gemaakt zodat je
veilig rond kan reizen.

Allereerst zijn er wetten met betrekking tot het privaatrecht, ook wel civiel recht of burgerlijk recht
genoemd. Het privaatrecht valt uiteen in twee deelgebieden:

1. Het personen- en familierecht. Dit gebied regelt zaken zoals geboorte, scheiding, huwelijk,
adoptie enzo.
2. Vermogensrecht: dit regelt zaken zoals bij ongeluk, verkeerd gelopen zaken deal, bal door de
ruit. En nog veel meer.

In Nederland hebben wij wetboeken voor het burgerlijk recht, deze worden de burgerlijk wetboeken
genoemd. Nederland kent negen burgerlijk wetboeken (BW):

1. BW 1 Personen- en familierecht ingevoerd in 1970
2. BW 2 Rechtspersonen ingevoerd in 1976

, 3. BW 3 Vermogensrecht in het algemeen ingevoerd in 1992
4. BW 4 Erfgoed ingevoerd in 2003
5. BW 5 Zakelijke rechten ingevoerd in 1992
6. BW 6 Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht ingevoerd in 1992
7. BW 7 Bijzondere overeenkomsten ingevoerd in de loop van tijd
8. BW 8 Vervoersmiddelen en vervoer ingevoerd in 1991
9. BW 10 Internationaal privaatrecht ingevoerd in 2012

Er zou ook een BW 9 komen, maar de meeste wetten waren al opgenomen in internationale
afspraken. Het privaatrecht kent niet alleen het personen- en familierecht maar ook het
ondernemersrecht. Zoals je waarschijnlijk al kan raden staan hierin alle regels, wetten en rechten
van ondernemers. Dit, rechtsgebied staat voor een groot deel in het BW 2. Naar de rechter gaan om
een geschil te laten beslechten, noemen we procederen. De regels die op het voeren van juridische
procedures in het privaatrecht van toepassing zijn, worden tot het burgerlijk procesrecht gerekend.
En zijn voor een groot deel in het wetboek van burgerlijke rechtsverordening (Rv) te vinden. Dus het
privaatrecht bestaat dus uiteindelijk uit vier rechtsgebieden: personen- en familierecht,
vermogensrecht, ondernemersrecht en burgerlijk procesrecht. Naast wetten op het gebied van het
privaatrecht en ondernemersrecht kennen we wetten op het gebied van strafrecht. Kenmerkend
voor dit deel van het recht is dat de staat door middel van het OM actief optreedt om sancties te
eisen bij overtreding van de normen. Bij privaatrecht is het anders als niemand daar ergens over
klaagt gebeurt er niks. Bij het strafrecht alleen bezit de staat een monopoliepositie. De wettelijke
bepalingen op het gebied van strafrecht vindt men in het wetboek van strafrecht en het wetboek
van strafverordeningen. Deze rechtsgebieden kunnen met elkaar te maken hebben. Als je dronken
een aanrijding veroorzaakt, moet je schadevergoeding en boetes betalen.

Men treft ook wetten aan op het terrein dat wordt samengevat onder het staatsrecht. Een zeer
belangrijke wet op dit gebied is de grondwet waarin de basisregels van onze democratie staan
beschreven. In de grondwet staat regelmatig dat de wetgever een bepaalde materie nader moet
komen regelen bij de wet. De wetten die op de grond van een dergelijke opdracht tot stand komen
noemen we organieke wetten. Voorbeeld daarvan is de kieswet. Het bestuursrecht heeft betrekking
op de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de
maatschappij. Na 1945 deden ze dit sterk, maar de laatste paar jaren is dit aanzienlijk verminderd. Er
is sprake van privatisering en deregulering. Bij de laatste drie rechtsgebieden, strafrecht, staatsrecht
en bestuursrecht, zien we dat de staat steeds een belangrijke positie inneemt. Deze rechtsgebieden
behoren dan ook toe aan het bestuursrecht.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Rechtsgebieden wetten
Privaatrecht Personen- en familierecht BW 1
Vermogensrecht BW 3, 5, 6 en losse wetten
Ondernemingsrecht BW 2 en losse wetten
Publiekrecht Strafrecht WB strafrecht,
strafverordening
Staatsrecht Grondwet, organieke wetten
Bestuursrecht AW bestuursrecht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tijmendegroot. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  2x  sold
  • (0)
  Add to cart