100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Twee samenvattingen Nederlands + oefeningen (Windesheim Nederlands) $11.98
Add to cart

Summary

Twee samenvattingen Nederlands + oefeningen (Windesheim Nederlands)

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Windesheim Nederlands samenvattingen samen met oefeningen en hun antwoorden. Goed voor het trainen voor de toets!

Preview 2 out of 6  pages

  • Yes
  • October 8, 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Nederlands Hogeschool taal 1

Spelling van werkwoorden
Spelling van het werkwoord is afhankelijk van:

• 1. De vorm van het werkwoord
Persoonsvorm, gebiedende wijs, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief
• 2. De tijd waarin de persoonsvorm staat
Tegenwoordige tijd of verleden tijd
• 3. Het soort werkwoord
Sterk of zwak werkwoord, regelmatig of onregelmatig

Persoonsvorm
Persoonsvorm vinden:
• 1. Zet de zin in een andere tijd (tt-vt of vt-tt), het werkwoord dat van tijd verandert, is de
persoonsvorm.
Wij willen graag beter leren spellen. -> Wij wilden graag beter leren spellen.
‘willen’ is de persoonsvorm (en ‘leren’ en ‘spellen’ niet)

• 2. Verander de zin van getal (enkelvoud-meervoud). Het werkwoord dat verandert, is de
persoonsvorm.
Ik kan niet geloven dat je dat hebt gedaan! -> Wij kunnen niet geloven dat jullie dat hebben
gedaan!
‘kan’ en ‘hebt’ zijn persoonsvormen (en ‘geloven’ en ‘gedaan’ niet)

Wat is de persoonsvorm (oefening)
1. Over het juiste antwoord heb ik lang moeten nadenken.
heb
2. Mijn auto moet nodig weer eens gewassen worden.
moet
3. Hij vertelt me dat hij zijn buurman niet vertrouwt.
vertelt, vertrouwt
4. Bij de receptie kunnen de sleutels vanaf elf uur worden opgehaald.
Kunnen


stam
De stam is de kortste, vervoegde vorm van het werkwoord.
Het is de vorm van het werkwoord die we gebruiken bij de ik-persoon in de tegenwoordige tijd.

Vaak is de stam het hele werkwoord zonder -en, soms verandert er meer.
worden-> ik word -> word is de STAM
bellen-> ik bel -> bel is de STAM
lopen -> ik loop -> loop is de STAM
geven -> ik geef -> geef is de STAM

persoonsvorm tegenwoordige tijd
De spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd is afhankelijk van het onderwerp van die
persoonsvorm. Er zijn drie mogelijkheden. Je spelt:

de STAM: als 'ik' het onderwerp is OF als 'jij' of 'je' (waarvan je 'jij' kan maken) onderwerp is en het
achter de pv staat;

de STAM + t: bij alle andere onderwerpen in het enkelvoud;

, het hele werkwoord: als het onderwerp meervoud is.

Bij de meeste werkwoorden hoor je gewoon of het stam of stam + t moet zijn:

Ik bak taart. (stam)
Bak je taart? (stam)
Bakt je zusje taart? (stam + t)
Hij bakt taart. (stam + t)

Maar bij werkwoorden waarvan de stam op -d eindigt, hoor dat niet:

Ik bereid taart. (stam)
Bereid je taart? (stam)
Bereidt je zusje taart? (stam + t)
Hij bereidt taart. (stam + t)

Tip
Vervang de persoonsvorm tegenwoordige tijd door een vorm van ‘lopen’, ’maken’ of ‘smurfen’. Je
hoort dan duidelijk of je de stam (‘loop’/’maak’/‘smurf’) of de stam + t (‘loopt’/’maakt’/‘smurft’)
moet spellen:

Waarom besteed je zo weinig aandacht aan je huiswerk?
Je hoort: loop, maak, smurf dus alleen stam (zonder t)
Maar
Besteedt je broer ook zo weinig aandacht aan zijn huiswerk?
Je hoort: loopt, maakt, smurft dus stam + t

Let op!
We kennen alleen stam + t. Als er een -dt staat, is dat omdat de -d er in de stam al stond.

Onthoud: als de STAM niet eindigt op ‘d’ kan het werkwoord NOOIT -DT krijgen!

Deze onderstaande vormen kunnen dus nooit voorkomen:
❌ ‘hij besteldt’; ‘zij beloofdt’; ‘jij bepaaldt’
Kijk altijd wat de stam is, voeg daar een -t aan toe als het nodig is.

Stam of stam + t (oefening)
1. (Vermoeden) je vriendin niet dat je haar bedriegt?
Vermoedt (stam + t)
2. (Beantwoorden) je je mail altijd binnen 24 uur?
Beantwoord (stam)
3. Pas op! Je (snijden) je met dit mes makkelijk in de vingers.
snijdt (stam + t)
4. Met deze app kan ik altijd bij mijn bestanden, waar ik me ook (bevinden).
bevind (stam)
5. Deze stage (bieden) je de kans interessante werkervaring op te doen.
biedt (stam + t)
6. De werkwoordspelling (worden) mij eindelijk wat duidelijker.
wordt (stam + t)
7. Ik ben iemand die werkwoordspelling heel belangrijk (vinden).
vindt (stam + t)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarleenVerkerk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.98
  • (0)
Add to cart
Added