Cognitieve uitleg (kennis, overtuigingen
- ik weet dat cola lekker is.
Emotionele uitleg (affecties, stemmingen, gevoelens)
- Als ik Cola drink voel ik me blij.
Motivationele uitleg (drijfveren, behoeften, doelen)
- Ik wil Cola omdat ik dorst heb.
Het individu in de maatschappij:
Sociale interactie: als vrienden op fb iets liken op facebook is dat
effectiever dan dat het bedrijf het zelf zegt.
Hoe wij anderen begrijpen:
Sociale beïnvloeding (personen/groepen): als vriendinnen nieuwe
schoenen hebben en zeggen dat ze fijn zijn is dat een grotere drijfveer om
deze te kopen dan dat een bedrijf een mooie advertentie maakt.
Persoonlijkheid:
We vertonen kuddegedrag omdat we dan zelf niet na hoeven te denken en we
vinden het fijn om ergens bij te horen.
De hersenen zijn de fysieke basis van de geest:
- Neurologie
- Andere lichamelijke systemen: endocrien systeem (hormonen) en
immuunsysteem
- Genetica
- Evolutionaire biologie
Psychofysica: fysieke stimuli in relatie tot de psychologische staat.
- Breinscanning (MRI): hersenactiviteit opmeten.
Hersenen:
100 miljardzenuwcellen (neuronen) in onze hersenen;
100.000 kilometer zenuwvezels (synapsen);
Wegen 1 tot anderhalve kilo.
Hersenstam (reptielhersenen): basis van gevoelens en instinct.
Tussenhersenen (Limbisch systeem): Basis van emoties en zelfbeheersing.
Grote hersenen (Neocortex): Basis van rationaliteit en toekomtgericht zijn.
,Prefrontale contex: gedeelte in de hersenen waar plannen in verwerkt wordt (of
je kan plannen of niet).
Kleine hersenen/ reptielenbrein:
Hersenstam: vitale functies (hartslag, bloedsomloop
Limbische systeem (emotionele brein/
zoogdierenbrein):
- Alle sensorische impulsen (zintuigen) worden hier
omgezet in emoties, stemmingen en driften.
- verwerking van emoties in amandelen (amygala).
Grote hersenen/ Cortex/ nieuwe hersenschors:
- slaapkwab: verwerkt gehoor, geheugen en
taalfuncties.
- Frontaalkwab: helpt controle te behouden over
spierbewegingen, bepaalt stemmingen, maken van
toekomstplannen,
Cognitieve elementen: grote hersenen.
Affectieve elementen: Tussenhersenen.
Attitude: Een evaluatieve respons gericht op een attitude object gebaseerd op
drie informatiebronnen: cognitie, affectie/gevoel en gedrag.
Cognitieve dissonantie theorie: mensen zullen er naar streven om onderlinge
strijdige (dissonante) attitudes met elkaar in overeenstemming te brengen.
Relatie attitude e gedrag, 3 componenten:
1. Ik/ mijzelf (beliefs about the outcom of the behaviour + Evaluations of the
expected outcome of the behavior leidt tot een attitude t.o.v. iets
2. Omgeving leidt tot subjectieve normen
3. Smoesjes (cotrol beliefs) hebben een veel grotere inpact op je gedrag
dan jezelf en omgeving – sterk bepalend of je iets gaat vertonen.
Als jezelf en je omgeving positief zijn, is het niet waar dat je daadwerkelijk
het gedrag gaat vertonen, de smoesjes zijn het belangrijkste.
Goede reclamecampagnes moeten zorgen dat ze goed inspelen op de smoesjes –
of control beliefs. Het is erg effectief om hierop in te kunnen spelen.
OWW 1.2
Associatief leren = leren op basis van gebeurtenissen in de omgeving.
Leren = Relatief permanente verandering in gedrag als gevolg van
veranderingen relatief permanent staat er omdat je het weer kunt vergeten/
verleren.
Klassieke conditionering = nieuwe associaties maken/ gebaseerd op het
creëren van connecties door associatie die ontstaat door herhaling.
Ivan Pavlov (1950).
Ongeconditioneerde Stimuli (OS): zorgen ervoor dat je een oerreflex
vertoont (geur, geluid, licht).
, Ongeconditioneerd wil zeggen dat de verbinding er al was voor wij
kwamen en de trucjes gingen uithalen met de hond of de kinderen of met
partnerlief. Eten kwijlen.
eten = ongeconditioneerde stimuli (OS)
kwijlen = ongeconditioneerde reflex. (OR)
Conditioneren betekent precies het tegenovergestelde. Het betekent dat
we iets nieuws proberen te relateren, verbinden, linken, koppelen aan de
oude connectie en we willen dat dit nieuwe ding iets uitlokt. Belletje
kwijlen.
Belletje = geconditioneerde stimuli (CS)
Kwijlen = geconditioneerde reflex. (CR)
Klassieke conditionering zit meer op transformationele commercials omdat het
meer met de oer reflexen omgaat, wat vrij gelijk staat aan emoties.
Bijvoorbeeld: Marni at H&M commercial:
OS, ongeconditioneerde stimulus = Lekker weer – vakantie – muziek (liefde,
zoenen, mooie mensen)
OR, ongeconditioneerde reflex = wil je ook ervaring (lekker weer, vakantiegevoel)
CS, geconditioneerde stimulus = kleding van de H&M
CR, geconditioneerde reflex = je wilt de kleding hebben.
Contingentie: samenhang tussen OS en CS.
Tijdsduur: tijd tussen OS en CS
UITZONDERING: Smaakaversie: genetisch bepaald en kan al na één ervaring
ontstaan. (bijv. als je ooit iets gegeten hebt dat je er zo ziek van bent geweest
dat je alleen bij de geur al denkt nee.) gebeurt door je lichaam als
waarschuwing.
Verwerving: toename tussen CS + OS
Uitdoving: Alleen CS neemt af
Rustperiode
Spontaan herstel: CS + OS
Generalisatie en discriminatie.
Stimulus generalisatie:
- Uitbreiden van specifieke stimulus
- CS en (ongeveer CS) leiden tot CR
- Overgeneralisaties: neuroses (denk aan de hond, die worden op een
gegeven moment gek van alle geluidjes.
Stimulus discriminatie:
- Beperken/ terugbrengen tot specifieke handeling.
OWW 1.3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ljbrummelhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.