100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis havo 5 hoofdstuk 8 de tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Werkplaats $5.31   Add to cart

Summary

Geschiedenis havo 5 hoofdstuk 8 de tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Werkplaats

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van het vak Geschiedenis uit het leerjaar havo 5, hoofdstuk 8: De tijd van Burgers en Stoommachines, met de volgende paragrafen: §1 De industriële revolutie §2 Politiek-maatschappelijke stromingen §3 Democratisering §4 De emancipatiebeweging §5 De sociale kwestie ...

[Show more]

Preview 2 out of 6  pages

  • October 9, 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Geschiedenis Samenvatting hoofdstuk 8 de tijd van
burgers en stoommachines
§1 De industriële revolutie:
Rond de tijd van pruiken en revoluties was de productie kleinschalig: nijverheid vond plaats
in ambachtelijke werkplaatsen. Deze productiemethode veranderde in 1800. Zo kwamen er in
Groot-Brittannië machines die werden aangedreven door stoommachines. Deze mechanisatie
ging gepaard met schaalvergroting, waardoor de industrie ontstond. Deze verandering van
productiemethode heet de industriële evolutie.
De industrialisatie begon in Groot-Brittannië en in de tijd van burgers en stoommachines
ook in de VS, Europa en Japan. De periode van 1800 tot het heden heet zo de moderne tijd.
In de industriële samenleving woonde het grootste deel van de bevolking in de stad en
waren industrie en diensten erg belangrijk. Door de bouw van fabrieken en arbeidswoningen
veranderden dorpen in steden en breidde oude steden zich ver uit. Vanaf het plattenland
verhuisde boeren, landarbeiders en ambachtslieden naar steden om in loondienst in fabrieken
te gaan werken. Er ontstond zo een klasse van industriearbeiders en van kapitalisten die hun
geld belegden in de industrie en de handel. Tussen deze twee groepen kwam er een
middenklasse die bestond uit: leraren, ambtenaren, artsen, kantoormedewerkers en
winkeliers.
Ondernemers, uitvinders en Britse kolonisatie waren erg belangrijk voor de voor de
industriële revolutie. De revolutie begon in de textielnijverheid, waarbij
handelskapitalistische ondernemers katoen importeerde uit de Britse kolonie India. De
ondernemers zetten op jet Britse plattenland spinners en wevers, maar toen ze de vraag niet
langer aankonden werd er in nieuwe technieken geïnversteerd zoals de stoommachine
(ontwikkeld in mijnindustrie).
Met stoommachines werd sneller, grootschaliger en goedkoper geproduceerd. Zo nam de
kwaliteit van de producten ook erg toe. De overgang van de textielindustrie op stoom zorgde
ook voor meer winning steenkool en de productie van ijzer. En deze uitvinding maakte ook
de stoomtrein mogelijk (1830 eerste spoorlijn), waardoor grootschalig transport mogelijk.
Door de technologische vooruitgang nam de productie erg toe en kwamen er nieuwe
industrieën met nieuwe producten. Na 1890 veranderde er zo veel dat er een tweede
industriële revolutie kwam, waarbij Duitsland en de VS de leidende rol hadden i.p.v. Groot-
Brittannië. Ijzer wordt hier steeds meer vervangen door staal, wat gebruikt werd voor de
bouw van bruggen en hoge gebouwen. De komst van de elektriciteit bracht straatverlichting,
de telefoon en gloeilamp. De chemische industrie leverde plastic, medicijnen en kunstmest (--
> stijging voedselindustrie).
Bedrijven groeiden en gingen zelf gebruik maken van de wetenschap, doormiddel van
laboratoria voor de verbetering van producten. Dit werd voorheen alleen door knutselaars
gedaan. De industrialisatie bleef aan de gang doordat kapitalisten producten steeds wouden
verbeteren voor meer winst.


§2 Politiek-maatschappelijke stromingen

, Na de ondergang van Napoleon maakte Europa afspraken op het Congres van Wenen over
bijvoorbeeld de gebiedsverdeling. Dit deden ze om een machtsevenwicht te ontwikkelen,
zodat Frankrijk niet nog een keer kon toeslaan. Frankrijk kreeg een koning uit het huis
Bourbon en Nederland werd een monarchie (Willem I).
In heel Europa werden burgerrechten beperkt en voorrechten van adelen kerk hersteld. In het
verzet tegen deze autoritaire orde ontstonden politiek-maatschappelijke stromingen met
eigen opvattingen over de staat en maatschappij zoals het liberalisme (vrijheid). Deze
stroming had veel aanhang van de burgerij, die in de 19e eeuw bestond uit sociale groepen
tussen de adel en arbeidsklasse (arbeiders waren nog geen onderdeel van de burgerij). De
liberalen waren voorstanders van de verlichting en democratie. Zo wouden ze een grondwet
die de koninklijke macht beperkte en burgerrechten zoals persvrijheid garandeerde. Volgens
de liberale filosoof John Stuart Mill mocht de vrijheid van het individu alleen worden beperkt
om te voorkomen dat de andere schade leden. Ook het economisch liberalisme wilde
ondernemers alle vrijheid geven, waarbij de productie wordt bepaald door vraag en aanbod.
Deze markeconomie was volgens de liberalen de beste garantie voor groei en welvaart.
Het nationalisme was ook een politiek-maatschappelijke stroming van burgers die zich tegen
de bestaande orde verzetten. Ze hadden veel liefde voor eigenvolk en vonden dat volken recht
hadden op eigenstaat (natiestaat). Door de democratische revoluties groeide het nationalisme
met het idee dat mensen hoorde bij een volk met gemeenschappelijke taal, geschiedenis en
cultuur.
Een andere stroming was het conservatisme die het idee van vrijheid en gelijkheid juist
gevaarlijk vond (chaos). De leiding was volgens deze stroming in de handen van de kerk,
adel, monarchie en/of leger. Veel kapitalisten raakte door huwelijken verbonden aan de adel.
Door de groei van het verzet tegen de autoritaire monarchieen hield het Congres van Wenen
niet meer stand. Eerst verloste Griekenland en Servie zich van het Ottomaanse rijk. In 1830
kreeg Frankrijk na opstand een ander koningshuis wat zich meer inspannde voor de burgerij
en werd Belgie een onafhankelijke koninkrijk met een liberale grondwet (net zoals Italie
1859-1870). In 1848 kwam er een einde aan de Franse monarchie door een bloederige
opstand, waarbij Frankrijk een republiek werd met de Liberalen aan de macht.
In Duits gebied wakkerde de Pruisische kanselier Bismarck de nationale stroming aan om
verenigd Duitsland zonder Oostrijk onder leiding van Pruisen te krijgen. Dit deed hij met 3
gewonnen oorlogen in Denemarken, Oostrijk en Frankrijk. De koning van Pruisen werd in
1871 als keizer en Bismarck werd rijkskanselier. Aan het eind van de 19e eeuw ontstond er
een agressief nationalisme in Europa, wat andere volken als minderwaardig beschouwde.
Het socialisme (gelijkheid) was ook een politiek-maatschappelijke stroming van de arbeiders
en stonden zo ook achter de verlichting en democratische revolutie. In de 2e helft van de 19e
eeuw groeide dit (vooral in Duitsland) uit tot een massabeweging. De SDP (Duitse
socialistische partij) hing de ideeen van Karl Max aan. Ze wilde met een opstand de staat
overnemen, het kapitalisme omverwerpen en de productiemiddelen (bedrijven) in
staatseigendom brengen. Marxisten geloofden dat deze socialistische revolutie zou
plaatsvinden als de arbeidsklasse zich groeide tot de meerderheid. Na de revolutie zou er
geproduceerd worden voor de behoefte van de mens i.p.v de nu klasseloze maatschappij. Het
Marxisme stond tegenover het liberalisme en socialisten waren voor internationale
arbeiderssolidariteit en tegen het nationalisme.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElenavanVliet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.31
  • (0)
  Add to cart