Dit is een overzicht van de dingen van Toegepaste Methoden en Statistiek die ik zelf belangrijk vond. Ik heb het per hoorcollege op een rijtje gezet. Het zijn een beetje random dingen die ik handig vond om nog eens snel te kunnen doorlezen voor het tentamen. Hopelijk hebben jullie er iets aan!
TiU: Toegepaste Methoden en Statistiek: Begrippen / belangrijke dingen (2021/2022)
Shimara van den Elzen
TOEGEPASTE METHODEN EN STATISTIEK
BEGRIPPEN / BELANGRIJKE DINGEN
HOORCOLLEGE 1
Padanalyse geeft antwoord op de vraag: “kunnen de correlaties tussen een groep variabelen
verklaard worden door een causaal model?”
Factoranalyse geeft antwoord op de vraag: “kunnen de correlaties tussen een groep
variabelen verklaard worden door één onderliggend construct (of meerdere)?”
Structural equation modeling geeft antwoord op de vraag: “kunnen de correlaties tussen een
groep variabelen verklaard worden door onderliggende constructen en causale effecten
daartussen?”
In een padmodel:
- Vierkant: variabele is iets wat geobserveerd of gemeten kan worden.
- Cirkel: variabele is iets wat niet rechtstreeks geobserveerd of gemeten kan worden.
Variabelen: eigenschappen van onderzoekseenheden waar je in geïnteresseerd bent.
Hierbij moet je variatie hebben in de eigenschap over de eenheden (anders is het een
constante).
Onderzoekseenheden: wát je onderzoekt. Bijvoorbeeld personen, echtparen, scholen, etc.
Relatie: een uitspraak waarin twee variabelen voorkomen en waarin waarden van de ene
variabele samengaan met waarden van de andere variabele.
Covariatie-uitspraak: het samengaan van de ene variabele met de andere variabele.
Causale uitspraak: hogere waarden van de ene variabele veroorzaken hogere of lagere
waarden van de andere variabele. Dus: een oorzakelijk verband.
Causale relatie: de ene variabele leidt tot verandering in de andere variabele.
Schijnrelatie (spurious relations): een direct effect tussen Y1 en Y2 is een schijnrelatie als
dit directe effect wordt veroorzaakt door een gemeenschappelijke oorzaak van X.
Direct effect: variabele X heeft een direct effect op variabele Y.
Indirect effect: variabele X heeft een indirect effect op variabele Y, via variabele Z.
Variabele Z is hierbij de mediator.
Onbekend effect: als er geen uitspraak gedaan kan worden over de richting van een effect,
namen we de correlatie op in het padmodel (dubbele pijl), dit is het onbekende effect.
Wederkerig effect (reciprocal effect): variabele Y1 veroorzaakt variabele Y2, maar
variabele Y2 veroorzaakt ook variabele Y1.
- Dit effect is anders dan een onbekend effect, want er is hier sprake van 2 directe
effecten en niet 1 dubbele pijl.
, TiU: Toegepaste Methoden en Statistiek: Begrippen / belangrijke dingen (2021/2022)
Shimara van den Elzen
Conditioneel effect: als een variabele niet (alleen) een andere variabele beïnvloedt, maar
(ook) een ander effect. Deze variabele wordt dan de moderator genoemd. Dus: een
variabele heeft een effect op een andere variabele, tenzij er sprake is van een bepaalde
conditie.
Overzicht van de verschillende effecten:
HOORCOLLEGE 2
Van tekst naar paddiagram:
1. Lijst met variabelen maken.
2. Causale ordening vaststellen.
3. Causale hypotheses formuleren.
Gouden regel:
- Alle variabelen die een schijnrelatie kunnen veroorzaken tussen twee variabelen met
een verondersteld causaal verband ertussen, moeten worden meegenomen in het
model.
- Dit zijn de noodzakelijke uitbreidingen van model: het toevoegen van
gemeenschappelijke oorzaken.
Causale hypotheses kunnen niet bewezen worden met correlaties, maar wél ontkracht
(falsified)!
Toetsen van causale hypotheses:
- Twee mogelijkheden:
1. Grootte van schijnrelatie(s) = correlatie.
o b1 = 0, geen causaal verband, causale hypothese weerlegd.
2. Grootte van schijnrelatie(s) ≠ correlatie:
o Wél een causaal verband.
o Of niet alle variabelen die een schijnrelatie veroorzaken zijn meegenomen in
het model.
Als je in de analyse niet corrigeert voor het stukje van de covariatie dat verklaard wordt door
de schijnrelatie (bijv. je vergeet de schijnrelatie op te nemen in je model) dan wordt het
directe effect overschat.
Endogene variabele: een variabele die verklaard wordt / een variabele waar minstens een
pijl naartoe wijst.
Exogene variabele: een variabele die niet verklaard wordt / waar geen enkele pijl naartoe
wijst, maar alleen pijlen uitgaan. Deze variabelen gebruiken we om de rest te verklaren.
, TiU: Toegepaste Methoden en Statistiek: Begrippen / belangrijke dingen (2021/2022)
Shimara van den Elzen
Disturbance terms / error termen: het stukje van een endogene variabele dat niet
verklaard wordt door de exogene variabele (en de andere verklarende variabelen in het
model). Dus: ζ (“zeta”):
- Onbekende variabelen die de endogene variabele ook beïnvloeden.
- Bekende maar weggelaten variabelen.
- Menselijke onvoorspelbaarheid.
- Meetfouten in endogene variabele.
Exogene variabelen hebben onbekende effecten (geen disturbance terms!).
Endogene variabelen hebben disturbance terms.
➔ Ook als deze niet getekend zijn!
Assumpties disturbance terms:
- Disturbance terms zijn klein.
o Alle variabelen die zijn weggelaten uit het model hebben een relatief klein
effect op de endogene variabelen.
- Disturbance terms zijn ongecorreleerd aan elkaar.
o Alle variabelen die zijn weggelaten uit het model zijn onderling ongerelateerd.
- Disturbance terms zijn ongecorreleerd aan exogene variabelen.
o Er zijn geen schijnrelaties weggelaten uit het model.
y=a+bx
- Betekenis: een verandering van één eenheid in x leidt tot een verandering van b
eenheden in y, ongeacht de waarde van x zelf.
- Padcoëfficiënt b: niet-gestandaardiseerde regressiecoëfficiënt.
In geval van geen interactie tussen 2 variabelen: de 2 effecten kunnen opgeteld worden in de
regressievergelijking. Het ene effect is niet conditioneel op het andere effect.
Padmodel omzetten in lijnrechte/lineaire vergelijkingen:
- 1 vergelijking per endogene variabele met daarin:
o Alle variabelen die de endogene variabele verklaren (direct effect).
o Een intercept.
o Een disturbance term.
HOORCOLLEGE 3
- Iedere variabele doet hetgeen wat de vorige variabele doet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shimaravdelzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.