Samenvatting Chili: Het land waar de aarde
ophoudt
3.1 Chili beeft
Zware bevingen
De aardbeving in Chili in 1960 had een kracht van 9.5 op de schaal van richter. Het
epicentrum lag op 60 m onder de bodem van de Grote Oceaan. De meeste slachtoffers
vielen echter bij de tsunami die als gevolg van de beving ontstond. De laatste aardbeving
boven de kracht van 7 gebeurde op zaterdag 27 februari 2010 in het zuiden van Chili, dit
keer met een kracht van 8.8 op de schaal van Richter.
Na een aardbeving vindt altijd een serie van naschokken plaats. Ze zijn het gevolg van het
ontladen van de spanning op andere plekken langs de breuk of in nabijgelegen breuken.
Wegduiken
In Chili ontstaan ze door de botsing convergentie van de Nazcaplaat met de Zuid-
Amerikaanse plaat. Hierbij duikt de zware oceanische plaat weg onder de lichte
continentale plaat = subductie ongeveer 8-10cm p/j. De naar beneden bewegende plaat
trekt de bovenliggende plaat een beetje mee. Wanneer de spanning te hoog oploopt schiet
de oceanische plaat ineens naar beneden en veert de continentale plaat omhoog.
Na een beving bouwt de spanning zich weer langzaam op. De aardbeving in 2010 lag in het
gebied tussen de twee zware aardbevingen van 1922 en 1960, omdat daar kleine bevingen
de spanning niet hebben kunnen ontladen. Deze plek is ook wel een seismisch gat: plek waar
lang geen zware aardbevingen komen vergelijken met de omgeving.
Het Andesgebergte
Langste subductiezone zorgde voor Andesgebergte. Heel diep onder de Zuid-Amerikaanse
plaat smelt de wegduikende Nazcaplaat, waardoor magma ontstaat dat omhoogstijgt en
vulkanen vormt. Druk magma plaat omhoog en opzij geduwd plooiingsgebergte. Aan
de westkust van Chili is ook een trog ontstaan door oceanische plaat die naar beneden buigt.
Hoogtegordels
Landschapzones op een berg heten hoogtegordels. Die ontstaan door verschillen in
temperatuur op de berg: hoe hoger hoe kouder.
Onderaan: ’s zomers gem. 15 ˚C + Loofboomgordel
Hoger: ’s zomers gem. 10 ˚C + Naaldboomgordel
Boven boomgrens: Alpenweide
Boven 2500m: Rotsgordel
Bovenaan: Eeuwige sneeuw
Platen en breuken
De aardkorst bestaat uit verschillende platen met daartussen breuken. De platen en breuken
zijn ontstaan door endogene krachten. Magma stroomt in het rond (convectiestromen)
ontstaan breuken/platen. Die ‘drijven’ op magma. Kennis over bewegingen van platen:
platentektoniek. 250 M jaar geleden zaten alle continenten aan elkaar vast, nu drijven ze
langzaam uit elkaar.
, Bewegingsrichtingen van platen
De aardkorst is verdeeld in platen. Langs de breuklijnen is de aardkorst voortdurend in
beweging.
Uit elkaar = divergentie. Op de plek waar de platen uit elkaar drijven, komt magma
naar boven. Op de zeebodem koelt het magma af en vult het ‘gat’ tussen de twee
platen op langgerekte bergrug onder zee: mid-oceanische bergrug
Naar elkaar toe = convergentie. Meestal onder elkaar duiken: subductie (bijv. zware
oceanische plaat onder lichte continentale plaat) diepe kloof in zee: trog. OF tegen
elkaar botsen.
Langs elkaar = transform
Aardbeving
Aardbevingen ontstaan door schokken in de aardkorst door endogene krachten. Een
aardbeving begint diep in de aardkorst: hypocentrum. Het punt aan het aardoppervlak daar
recht boven: epicentrum.
De meeste aardbevingen: door convergentie en subductie. Hypocentrum is dan diep. Kan
ook door transform: ene plaat beweegt sneller dan ander. Hypocentrum is dan niet zo diep.
Reliëf
Reliëf zijn hoogteverschillen in landschap. 4 reliëfvormen:
Hooggebergte: hoger dan 1500m
Middelgebergte: tussen 500-1500m
Heuvelland: tussen 200-500m
Laagland: lager dan 200m
Gebied zonder reliëf: vlakte. Zo’n vlak gebied lager dan 500m: laagvlakte. Hoger?
Hoogvlakte/plateau.
Gebergtevorming
Gebergteketens komen door endogene krachten. Gebergten liggen altijd aan de rand van
huidige of vroegere platen.
Botsing 2 platen plooien aardkorst plooiingsgebergte.
- Andesgebergte. Oceanische plaat duikt onder continentale plaat continentale
plaat geplooid en omhoog gedrukt.
- Himalaya. Even zwaar botsen frontaal op elkaar bergen.
Oud en jong gebergte
Jonge gebergten: Minder dan 65 miljoen jaar oud. Niet afgesleten door exogene
krachten hoge toppen, de scherpe bergkammen en de diepe dalen.
Oude gebergten: Ouder dan 65 miljoen jaar. Door erosie toppen afgerond en dalen
opgevuld met verweringsmateriaal afgeronde toppen, ondiepe dalen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chaimaeb70. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.