Summary Principles of Cognitive Neuroscience for course UU Cognitive Neuroscience (200300074)
Samenvatting Principles of Cognitive Neuroscience hoofdstuk 8 t/m 15 (200300074)
All for this textbook (33)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Psychobiologie
Introductie Psychobiologie (5102INPS6Y)
All documents for this subject (54)
Seller
Follow
madelieflara
Reviews received
Content preview
Purves H10 - Emotie
Welke drie componenten moeten aanwezig om iets een emotie te kunnen noemen?
Raakvlak van gevoelens, observeerbaar gedrag en fysiologische lichaamsveranderingen.
Leg het verschil uit tussen basisemoties en complexe emoties.
Basisemoties: aangeboren, zelfde over culturen, evolutionair oud, gedeeld met andere diersoorten
en gepaard met specifieke fysiologische veranderingen en gezichtsexpressies. Boosheid, verdriet,
blijdschap, angst, walging en verrassing. Basisemoties worden niet altijd hetzelfde geuit. Er is geen
plek in de hersenen aan te wijzen voor activatie bij vertonen van basisemoties.
Complexe emoties: geleerd, gevormd door sociale en culturele omgeving, evolutionair nieuw en
vooral duidelijk in mensen. Vaak complexe en subtiele mix van basisemoties. Grote culturele
verschillen (uiting van emotie is ongepast in ene cultuur en hartstikke onschuldig in de andere).
2. Vind je dit genoeg evidentie om te kunnen stellen dat bepaalde emoties aangeboren zijn?
Ja want de basisemoties vertoont iedereen en is hetzelfde over alle culturen.
3. Leg het verschil uit tussen categorische en dimensionale emotietheorieën.
Categorische theorieën: elke emotie wordt als discreet en onafhankelijk gezien waarbij emoties dus
ook door een discreet neuronen systeem activeren.
Dimensionale theorieën: emoties zijn in verband met elkaar en er wordt gekeken naar neurale
correlaties en wat de impact daarvan is op cognitie en gedrag.
4. Arousal en valentie zijn twee belangrijke aspecten binnen dimensionale emotietheorieën. Leg uit
hoe vector modellen (figuur 10.3A) en circumplex modellen (figuur 10.3B) deze twee aspecten
gebruiken om emoties te classificeren.
Arousal: fysiologische/subjectieve intensiteit van emotie
Valence: hoe prettig of onprettig is een situatie
Vector mode: Proefpersonen beoordelingen afbeeldingen op de schaal van valentie arousal. Blauw is
positieve valentie en rood is negatieve valentie.. Links is een lage arousal en rechts is een hoge
arousal. Het gemiddelde van al deze boordelingen vormt een bepaald patroon wat te zien is in het
figuur.
Circumplex modellen: Emoties (woorden) worden beoordeeld op de mate van arousal en valentie.
Woorden die soortgelijke emoties representeren komen bij elkaar te liggen.
Met wat voor methoden kan je arousal en valentie goed kwantificeren (zie BOX 10A)?
Skin conductance rsponse: Meet elektrische activiteit afkomstig van elektroden geplaatst over de
handpalm en voeten. Zweetklieren zullen tijdens emotionele arousal actiever zijn waardoor de
elektrische geleiding van het oppervlak van de huid toeneemt. Zweten wordt meestal veroorzaalt
door het sympatische zenuwstelsel, hierdoor is deze methode en goede techniek om de reactie van
het sympatische zenuwstelsel op een arousing omgeving weer te geven. Ook is het een goede
techniek om het arousal level bij specifieke emoties te meten. Wordt ook gebruikt bij
leugendetectoren.
Startle responses: Een berschermend reflex als reactive op een onverwachte snesorische stimulus.
Deze stimuli verstroren de gedachten en gedrag om de locatie en belangrijkheid van de stimulus de
evalueren. Dit reflext is afkomstig uit de hersenstam welke projecties ontvangt vanuit de amygdala.
Met deze techniek kan je dmv aandacht bepalen waar de sensorische bron gelocaliseert is. In
omstandigheden die angst genereren lokken random geluiden bijvoorbeeld een grotere startle
response op dan in een menigte. In tegenstelling lokken positieve emoties ook een grotere stratle
response op dan gewoonlijk. Doordat de valentie verhoogd en verlaagd kan worden en deze
, verandering invloed heeft op de resultaten heeft het een voordeel tov scr. Deze methode wordt ook
gemeten met elektrodes.
Leg uit hoe emoties worden gezien vanuit component-proces theorieën.
1. Welke 3 informatieverwerkingsstadia worden in het algemeen onderscheiden bij emotie?
1. Cognitie, herkenning gevaarlijke situatie -> amygdala
2. Gereedheid voor actie -> hypothalamus
3. Gevoel -> perceptie, corticale verwerking.
De James-Lange feedback theorie is één van de allereerste emotietheorieën. Leg deze theorie kort uit
(zie figuur 10.4).
Input komt binnen -> sensorische cortex -> motorcortex (opgang komen lichamelijke response) ->
interpretatie van input -> ontstaan bewuste gevoel. Wanneer lichamelijk response niet opkomt is
cyclus onderbroken en kan je dus niets voelen.
Emotie is een label wat we aan onze responsen geven. We zijn bang omdat we weglopen en we
lopen niet weg omdat we bang zijn.
Deze theorie heeft 2 belangrijke aannames, namelijk 1) dat er een directe relatie is tussen
lichamelijke reacties en emoties, en 2) dat er geen emoties mogelijk zijn zonder lichamelijke reacties.
Zou je verwachten dat mensen cartoons leuker vinden als ze een pen tussen hun lippen houden (zie
linkerplaatje hieronder) of tussen hun tanden houden (zie rechterplaatje hieronder) als deze theorie
volledig zou kloppen?
Wanneer ze een pen tussen de tanden houden omdat de mond dan in een ‘lach’ stand staat.
Bij mensen met "pure autonomic failure" (PAF) werkt het sympathische zenuwstelsel niet goed meer.
Daardoor kan het lichaam nooit in gereedheid voor actie (fight-flight-freeze) gebracht worden.
Zouden deze mensen emotie kunnen ervaren volgens de James-Lange theorie?
Nee deze mensen zouden geen emotie kunnen ervaren volgens de theorie omdat deze stelt dat er
geen emoties mogelijk zijn zonder lichamelijke reacties.
De James-Lange theorie is een vrij extreme theorie. Als je de aannames test, blijken ze veel te sterk
geformuleerd te zijn. Lichamelijke reacties lijken inderdaad bij te dragen aan de intensiteit van een
gevoel (lichamelijke arousal), maar ook zonder lichamelijke reacties zijn emoties nog mogelijk. Het
lichaam is eigenlijk vooral een volumeknop voor de intensiteit, waarmee de emotie ervaren wordt.
De voornaamste kritiek op de James-Lange theorie is door Cannon en Bard verwoord. Wat zijn
volgens hen de grootste problemen van James-Lange theorie?
De reacties van ANS waren te ongenuanceerd om de verscheidenheid aan emotionele toestanden die
we ervaren op te kunnen leveren. Ook zeiden zij dat de neurohormonale feedback van de organen in
het endocrinesysteem naar de hersenen te lang zou duren voor een abrupte emotionele reactie.
Uiteindelijk blijkt dat hormonale feedback geen emoties kon genereren
Leg het verschil tussen de James-Lange en Cannon-Bard theorie uit (vergelijk figuur 10.4 en 10.6) en
geef ook de belangrijkste overeenkomsten aan. Welke neurale structuur is cruciaal voor emoties
volgens Cannon-Bard?
Er is sprake van parallelle verwerking: lichaamresponsen zijn belangrijk maar er is ook een parallelle
projectie naar de cortex. Figuur 10.6.
Laesies in katten -> als hypothalamus niet intact is met de rest van de hersenen dan zijn emoties niet
aanwezig, als deze wel intact zijn dan zijn ze wel aanwezig. Stimulatie van hypothalamus bij katten
leidt tot sham rage.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madelieflara. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.