100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Criminology, ISBN: 9781351343824 Inleiding In Criminologie $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Criminology, ISBN: 9781351343824 Inleiding In Criminologie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

alle problemen die tijdens de pgo-groepen zijn behandeld uitgewerkt.

Preview 3 out of 16  pages

  • Yes
  • October 11, 2021
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
UITWERKING PROBLEMEN – I.C.

PROBLEEM 1
Criminaliteit als sociaal construct  Dit houdt in dat criminaliteit wordt gedefinieerd
door de samenleving. Het is gebaseerd op normen en waarden bedacht door de mens en
dus tijd, plaats en context afhankelijk. Deze drie factoren bepalen of iets crimineels is en
daarom is het begrip criminaliteit per land en cultuur anders.
De juridische definitie van criminaliteit  een gedraging (of nalatigheid) die, wanneer
het bepaalde gevolgen heeft, kan leiden tot vervolging of bestraffing bij de strafrechter.
Kritiek: deze definitie verteld niet waarom bepaald gedrag als crimineel wordt gezien;
het helpt ons het te identificeren. Als de juridische definitie wordt aangehouden, zou dat
betekenen dat zonder strafrecht, geen criminaliteit bestaan.
Criminalisering  proces waarbij bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en de
dader als misdadiger, of minstens als overtreder, wordt gezien.
Decriminalisering  proces waarbij bepaalde gedragingen die voorheen als crimineel of
verboden werden gezien, uit deze criminele sfeer worden gehaald.
|. Dus wat wel en niet crimineel gedrag is hangt af van de maatschappelijke reactie en de
sociale norm.
Becker: “alles wat crimineel is, is deviant. Maar alles wat deviant is hoeft niet crimineel te
zijn”.
Outsider  de persoon die geacht wordt een regel te hebben overtreden. Maar de
persoon die als outsider wordt gezien, door de grotere groep, beschouwt degenen die
gen als outsider zien niet legitiem of competent. Dus de outsider beschouwt de grotere
groep als outsiders.
Deviant gedrag  afwijkend gedrag.
Soorten visies:
|. Statistisch  alles wat te veel afwijkt van het gemiddelde.
Kritiek: te simpel.
|. Pathologisch  aanwezigheid van een “ziekte”. Voorbeeld: ADHD
Kritiek: maar wat is gezond gedrag?
|. Sociologisch  kijkt of er processen zijn die de stabiliteit verminderen en zo de
overlevingskans verkleinen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen kenmerken die
de samenleving bevorderen (functioneel) en verstoren (disfunctioneel).
Kritiek: in de praktijk is het moeilijk om te specifiëren wat functioneel en wat
disfunctioneel is. Het is een politieke vraag war het doel is van een groep en welke

,dingen dus belemmeren of helpen. En als we dit politieke aspect negeren, beperkt het
ons begrip wat betreft de functionele kijk op afwijkend gedrag.
|. Relativistisch  het niet gehoorzamen van groepsregels. (Belangrijkste volgens
Becker)
Kritiek: geeft onvoldoende gewicht aan de onduidelijkheden die ontstaan bij het bepalen
welke regels als maatstaf moeten worden genomen om gedrag af te meten & afwijkend
te beoordelen. Er is geen eenduidige situatie en er heerst dubbelzinnigheid
|. Een persoon kan de regels van de ene groep overtreden door zich te houden aan de
regels van een andere groep.
Becker: Deviatie wordt gecreëerd door de samenleving. Deviatie is geen kwaliteit van de
handeling die een persoon begaat. Maar eerder een gevolg van de toepassing van
normen en waarden en de sancties die behoren bij het afwijken hiervan. Deviant is het
gevolg van de reactie van anderen op het gedrag van een persoon. Deviatie is een
consequentie van het succesvol opplakken van een label.
|. Dus wat wel en niet deviant gedrag is hangt af van de maatschappelijke reactie en de
sociale norm.
|. Deviatie is het product van een transactie tussen een sociale groep en iemand die door
die groep als regelovertreder wordt beschouwd.
|. Er wordt als het ware een label geplakt op goed en slecht gedrag.

Hagan’s Pyramid of crime  visualiseert hoe criminaliteit een sociaal construct is. Of
iets crimineel is, wordt bepaald door de sociale normen waarin er overeenstemming is
over schadelijkheid, adequate reactie en de norm van criminaliteit. De dimensies die te
zien zijn op de afbeelding verklaren waarom criminaliteit een sociale constructie is.



PROBLEEM 2
Kennisbronnen:
- Politiedossiers: cijfers over aangiften en opsporingszaken;
Kanttekeningen:
o Er worden niet van alle delicten aangifte gedaan, doordat ze niet worden
opgemerkt, als misdrijf worden herkend of meldenswaardig geacht.
o De aantekeningen van de aangiftes zijn subjectief. Wat voor de ene agent
van belang is, is voor de ander niet van belang.
o Prioriteitstelling van de politie: de prioriteiten van de politie ligt bij
georganiseerde misdaad en terrorisme Veel ‘eenvoudige’ misdaad, het
soort waar de bevolking veel last van heeft, blijft daardoor buitenbeeld.
o Verandering werkprocessen: politie wil een zo snel mogelijke aanpak,
het kost allemaal veel tijd en geld. Dus de focus ligt op de zware
criminaliteit

|. De aangiftestatistiek is een onder representatie van de omvang van de
werkelijke criminaliteit en systematisch vertekend, want aangiftebereidheid


2

, verschilt per soort delict, gerelateerd aan kenmerken van slachtoffers en
getuigen.
- Justitiedossiers: gegevens over berechting, vervolging en sanctionering;
Kanttekeningen:
o Niet iedereen die in aanraking komt met de politie, komt in aaraking met
justitie.
|. Dus justitiecijfers zijn incompleet
- Slachtoffer- en daderenquêtes: zelfrapportages.
Kanttekeningen:
o Er kan niet naar alle delicten worden gevraagd, waardoor hele
categorieën delicten de slachtofferstatistiek niet halen, simpelweg omdat
het niet gevraagd wordt.
|. De databronnen beperken zich ook tot het type misdrijven dat onder de
‘gewone’ politie valt; bijzondere opsporingsdiensten komen dus niet aan bod
(milieu en fraude).

De trends: In het algemeen is de criminaliteit in Nederland de afgelopen 10 jaar gedeeld.
Wanneer we op delictniveau kijken, zijn er wel verschillen.
Dark number  het verschil tussen de werkelijke gepleegde criminaliteit en wat er
officieel bekend is.
|. Hierdoor kunnen we geen compleet beeld vormen over de trend van criminaliteit.


Clustering/Hotspots  criminaliteit op specifieke locaties.
Hotgroups  de groepen die samen crimineel gedrag plegen.

De ‘willen-kunnen-durven’ theorie  willen  gemotiveerde dader. Kunnen 
gelegenheid. Durven  geen toezicht.

Voorbeelden verklaring daling:

|. Demografische verandering: minder adolescenten, dus minder willers.

|. Verandering normstelsel: verhoogde sociale controle = minder gelegenheid = minder
kunnen & durven.

Voorbeelden verklaring stijging:

|. Verslapping normen en waarden: meer graaiers = ‘ik-ook’ effect = meer willers.

|. Ontwikkeling delicten: cybercrime = meer willers door open grenzen.

Security-hypothese  door toename sociale controle (situationele beveiliging) gepaard
met het beter beveiligen van woningen en auto’s (camera’s) is er sprake van een daling
van criminaliteit.

Tonry (2014): onderscheidt simpele en complexe verklaringen.


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loosielooos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart