Samenvatting Kennistoets 1. De volgende onderwerpen zijn uitgewerkt aan de hand van de leerdoelen en colleges: weefsels, cellen, homeostase, inleiding in de pathologie, botten en fracturen, infecties en ontstekingen, wondgenezing, genezing fractuur, immuniteit, micro-organismen, werkwijze arts, MDB...
, Inleiding in de pathologie.................................................................................................................19
Botten en fracturen..........................................................................................................................22
Infecties en ontstekingen.................................................................................................................27
Wondgenezing..................................................................................................................................31
Genezing fractuur.............................................................................................................................34
Immuniteit........................................................................................................................................39
Micro-organismen............................................................................................................................44
Werkwijze arts..................................................................................................................................50
MDBB-model (het meerdimensionaal model belasting-belastbaarheid)..........................................53
ICF als hulpmiddel............................................................................................................................55
Spierfuncties.....................................................................................................................................56
Mobiliteit..........................................................................................................................................59
Ketenzorg, multidisciplinair, transmuraal.........................................................................................62
Weefsels
Kun je belangrijkste eigenschappen en functies van de 4 belangrijkste
weefseltypen van het lichaam beschrijven.
Kun je de indeling van bindweefseltypen benoemen.
Kun je de basale samenstelling en globale functies van de bindweefsel types
beschrijven.
Kun je het proces van de chondrale verbening van botweefsel en verdere groei
hiervan beschrijven.
2
,Weefsel
Weefsel is een complex van cellen met dezelfde structuur en functie. Ook de ruimte tussen de cellen,
de tussenstof of interstitium, behoort tot het weefsel (interstitium bestaat uit water met opgeloste
stoffen en uit vaste bestanddelen die door de cellen zijn geproduceerd zoals glycoproteïnen en
vezelvormige eiwitten.
In tussenstof zit ook collageen (vezels), zorgt ervoor dat het in de totaliteit goed bestand is tegen
trekkracht.
Cellen en de tussencelstof zijn afhankelijk van elkaar. Enerzijds is de tussenstof afhankelijk van de
cellen omdat de bestanddelen van de tussenstof gemaakt worden door de cellen. Tussencelstof
levert naast de functies in het totale weefsel ook een leefmilieu voor de cellen.
Weefsel wordt onderverdeelt in 4 hoofdtypen:
1. Epitheel
2. Zenuwweefsel
3. Spierweefsel
4. Bindweefsel (o.a. pezen, bot, kraakbeen, bloed)
Epitheel
Bevindt zich op scheidingsvlak tussen de buiten- en binnenwereld (bekleding). Epitheel zorgt ervoor
dat alles waar je mee in aanraking komt niet zomaar je lichaam kan binnentreden.
Functie:
- Bescherming
- Selectief doorlaatbaar (zoals voedsel, CO2)
- Uitscheiding stoffen (klieren)
Wat behoort tot de buitenwereld?
- Buiten het lichaam
- Inhoud darmen
- Inhoud longen
- Inhoud blaas/urine wegen
Stoffen kunnen niet tussen de epitheel cellen door het lichaam binnen dringen. Stoffen moeten langs
een celmembraan. Celmembranen kunnen zelf bepalen wat ze wel/niet doorlaten. Op die manier
biedt het epitheel bescherming en selectieve doorlaatbaarheid.
Onderbreking van de epitheel laag (wond) zorgt ervoor dat stoffen makkelijker het lichaam kunnen
binnen treden en daarmee kunnen zorgen voor micro-organismen, bacteriën en virussen. Daardoor is
de onderbreking van de huid een verhoogd risico op een infectie, vochtverlies of vergiftiging.
Zenuwweefsel (zorgt voor communicatie met organen?)
Zenuwweefsel bestaat hoofdzakelijk uit zenuwcellen (neuronen):
- Ontvangen en verwerken van sensorische informatie
- Overbrengen van informatie -> effector orgaan, andere neuronen.
Neuronen zijn niet de enige cellen in zenuwweefsel. Maar ook gliacellen:
- Ondersteunende functie
Spierweefsel
3
, Spieren bestaan niet alleen uit spierweefsel. Ze bestaan uit spierweefsel maar ook uit bindweefsel.
Dit is nodig want daar zit het spierweefsel aan vast. Op het moment dat de cellen korter worden dan
trekken ze aan het bindweefsel en wordt de hele spier korter.
Bindweefsel
- Locatie
o Overal: in, om, tussen
- Functie
o Steunend, stabiliserend, verzorgend
- Bindweefsel bestaat uit relatief weinig cellen, veel tussencelstof.
Tussencelstof bepaald in grote mate de fysieke eigenschappen van het bindweefsel (is het
hard, zacht, buigzaam etc.).
Bindweefsel
- Bestaat uit een groep cellen die een overeenkomende structuur en functie hebben.
o O.a. fibroblasten (produceren de vezelvormige structuur), macrofagen (cellen van
immuunsysteem, ruimen afgestorven delen van cellen/bacteriën op), mestcellen
(cellen die een rol spelen bij ontstekingsreacties).
o Tussencelstof (in het interstitium)
Bestaat uit 2 delen:
Amorfe component (bestaat uit water + opgeloste stoffen)
O.a. glycoaminoglycanen
Geven de tussencelstof een gelei achtige structuur.
Vezelige component (door cellen geproduceerde vaste bestanddelen)
Collagene vezels, elastische vezels, reticulaire vezels
De samenstelling van de tussencelstof (amorfe + vezelige component) bepalen de aard van het
bindweefsel.
Vezeltypen:
- Collagene vezels (dunne touwtjes)
Buigzaam, maar trekvast
Bijv. pezen
- Elastische vezels
Zeer rekbaar
Bijv. wand van de vaten en longweefsels
- Reticulaire vezels
Netwerkvormige rangschikking
Bijv. Bloedvormende organen
Bindweefsel bestaat vaak uit een combinatie van meerdere weefsels.
Bindweefsel
Bindweefsel in engere zin Vloeibare bindweefsels Steunweefsel
Losmazig Bloed Dicht (bot) 4
Bestaat uit veel collagene en weinig In bloedvaten Vaste, kristallijne matrix
elastische vezels.
Functie: Lymfe Kraakbeen
1. stevigheid, maakt beweging mogelijk. Vaste, rubberachtige matrix
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annekeujer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.