De zee zien
De rode strik
Underdog
De passievrucht
Het gouden ei
De helaasheid der dingen
Zomerhuis met zwembad
Hersenschimmen
Kaas
Phileine zegt sorry
Alleen maar nette mensen
Kom hier dat ik u kus
Turks fruit
Bint
Boeken:
De zee zien
De rode strik
Underdog
De passievrucht
Het gouden ei
De helaasheid der dingen
Zomerhuis met zwembad
Hersenschimmen
Kaas
Phileine zegt sorry
Alleen maar nette mensen
Kom hier dat ik u kus
Turks fruit
Bint
,De zee zien
Koos Meinderts, 2015
Samenvatting
Het verhaal beslaat 113 pagina’s en begint met een proloog waarin de bijna jarige Kees - de
ik-figuur, die zeventig wordt over een week - vertelt over hoe zijn vriend, de zestienjarige
Jan, zingend tegen een schoorsteenpijp omhoog klimt. Hij hoort hem nog iets roepen, maar
kon niet verstaan wat. Hij vraagt zich af of hij riep: “Ik heb de zee gezien!” Vervolgens is Jan
uit de pijp gevallen. Hij was op slag dood. Kees rent naar huis en doet alsof hij van niets
weet. Als zijn vader hem vertelt dat Jan dood is, reageert hij verbaasd. Op dat moment
beseft hij pas echt dat Jan er niet meer is.
Kees heeft gedurende zijn leven nooit iemand vertelt dat hij getuige was van de val van Jan.
Als hij jarig is geeft hij een feest, omdat zijn kinderen dat willen, maar hij zal ze nooit
vertellen over Jan.
Hierna begint het eigenlijke verhaal, dat wordt aangegeven met het jaartal 1959. Het deel
dat over 1959 gaat, bestaat uit 39 korte hoofdstukjes. Op een gewone dag gaat de
vijftienjarige Kees vissen onder aan de Witbrug. Jan komt op dat moment met veel geweld in
zijn leven. Hij eist ‘zijn’ visplek op en geeft Kees een pak slaag. Aan deze eerste ontmoeting
met Jan houdt Kees een bloedneus en een blauw oog over. Dan blijkt Kees beet te hebben.
Samen halen ze de vis binnen; het blijkt een snoek te zijn.
Jan is anders dan alle andere jongens die Kees kent. ‘Ik wilde weten wie hij was en om die
reden wilde ik zijn vriend zijn en niet omdat hij aardig was, want dat was hij niet, niet
altijd.’(p. 46) Kees, die opgroeit in een groot katholiek gezin, moet maar wat wennen aan de
eigenzinnige trekjes van Jan, maar hij sluit hem ook direct in zijn hart. En niet alleen Jan,
want hij wordt ook nog smoorverliefd op Jans tweelingzus Marijke. Zij vergezelt Jan als deze
naar de Witbrug komt om samen met Kees de snoek vrij te laten. Marijke fotografeert de
jongens en de snoek. Dat Jan er ook een bijzondere relatie met Marijke op na houdt, wordt
later in het verhaal steeds duidelijker. Beide jongens zien elkaar op een gegeven moment
bijna dagelijks: Kees praat over het leven en Jan luistert en ondertussen roken ze sigaretten.
De gezinnen van beide jongens verschillen erg: Kees' ouders zijn Rooms-katholiek. De
moeder van Jan is ook katholiek maar niet erg fanatiek en de vader van Jan gelooft niet. Ze
runnen een bloeiende fotografiezaak. Als Kees een keer op een vrijdag bij Jan eet, wil hij het
stukje vlees niet aannemen, omdat hij dat als katholiek op vrijdag niet mag eten. De vader
van Jan dringt er bij hem op aan om het toch op te eten, omdat hij het wel kan gebruiken en
merkt vervolgens op: "Het geloof is mooi maar je moet er geen last van hebben." (p. 33) Dat
heeft Kees duidelijk wel, hij zit vol schuldgevoelens, iets waarvan Jan helemaal geen last
schijnt te hebben.
Jan weet van Kees gevoelens voor Marijke en vindt het prima: "Dan zijn wij nu niet alleen
vrienden, maar ook broertjes.” (p.77) Maar vervolgens merkt Jan tot Kees zijn verbazing
op:”Mooi, heb ik niet voor niks met haar geoefend" (p. 78). Later wil Jan hem leren hoe hij
een bh los moet maken, maar dat vindt Kees maar niks.
In de tuin van Piet van Vliet – de tuinder waar Kees een bijbaantje heeft - staat een verlaten
fabrieksschoorsteen. Jan vraagt zich af of je van daarboven de zee zou kunnen zien. Kees
,moet zweren dat hij er mee op zal klimmen "op een nader te bepalen datum". Kees hoopt
dat die nooit komt, maar dat doet hij wel. Natuurlijk sleurt Jan Kees mee, die daar helemaal
geen zin in heeft. Dat is toch veel te gevaarlijk? Kees geeft onderweg op omdat hij last krijgt
van hoogtevrees en ziet dan zijn nachtmerrie werkelijkheid worden: op het hoogste punt
zwaaide Jan triomfantelijk. Hij riep nog iets, maar Kees kon niet goed verstaan wat: “Ik kan
de zee zien, zou hij dat hebben geroepen?” (p.80) En toen is hij gevallen met een doffe plof in
het gras. De zestienjarige Jan is op slag dood. “Het was Jan niet die daar lag, niet meer. Er lag
een lichaam, een niet-Jan.” (p.81). Nadat Kees had overgegeven in sloot is hij naar huis
gerend. Als een soort mantra herhaalde hij steeds in zichzelf: “Er was niets gebeurd. Er was
niets gebeurd.” (p.81)
Kees vertelt niemand dat hij Jan heeft zien vallen en doet alsof hij er niet bij was, toen deze
de toren in klom. Tijdens de begrafenis van Jan wordt Kees' broertje geboren: "Eén erin, één
eruit”. (p. 123).
Na de dood van Jan verandert Kees’ leven; hij verliest zijn jeugd. De eerste weken na de
begrafenis trekt Kees zich terug in zijn kamertje. Hij wil met rust gelaten worden en nergens
aan denken, maar denkt steeds aan Jan. Hij voert hele gesprekken met hem. Zijn vader,
broers en zussen proberen hem uit zijn isolement te halen, maar dat lukt ze niet. Dan komt
zijn moeder naar hem toe. Zij vraagt hem niets en komt gewoon bij hem zitten. Dan komen
bij Kees de tranen.
Marijke ziet hij pas een maand na de begrafenis. Hij komt haar op straat tegen. Ze weten
allebei niet wat ze moeten zeggen en gaven elkaar bij het afscheid niet eens een hand, laat
staan een zoen. Marijke emigreert met haar ouders naar Australië.
Het ongeluk van Jan blijft Kees de rest van zijn leven achtervolgen. Een schuldgevoel
overheerst. Alles in het boek ondersteunt dit op bijzondere wijze. Kees vertelt niet langer
over Jan, maar spreekt Jan rechtstreeks toe.
In 1997 wordt de schoorsteen opgeblazen. Kees wil er met zijn moeder naar gaan kijken,
maar die heeft daar geen zin in. Kees vertelt dat hij in het voorjaar van datzelfde jaar met
Marijke heeft afgesproken in een strandtent. Marijke was met haar zoon in Nederland om
hem haar land te laten zien. Ze was gelukkig met haar Italiaanse man en zoon, die naar Jan is
vernoemd: John Frank. Zij vertelt Kees dat Jan wilde weten of zij verliefd was op Kees en of
ze al hadden gezoend. Toen zij antwoordde dat ze dat nog niet hadden gedaan, wilde Jan
met haar oefenen en daar is het niet bij gebleven. Marijke bekent dat ze weleens denkt dat
Jan zelf is gesprongen. Kees had zich voorgenomen om tijdens hun afspraakje op te biechten
dat hij erbij was toen Jan in de toren klom, maar besluit het haar toch niet te vertellen. Hij
wilde Marijkes leven niet op z’n kop zetten, maar de ware reden is dat hij het gewoonweg
niet durfde te vertellen.
Op de terugweg gaat Kees op een bankje zitten in de duinen en laat daarop het kettinkje
achter dat hij destijds stiekem van Marijke had weggenomen, om het in een kistje te
bewaren samen met andere spulletjes die hij van haar had gestolen. Hij had het haar terug
willen geven, maar daar was het niet meer van gekomen.
Onbeantwoorde vragen komen bovendrijven: “Maar is dat ook zo? Heeft Marijke gelijk en
ben je gesprongen? Maar waarom wilde je dan dat ik met je mee omhoogklom? Wilde je
soms dat we samen de dood tegemoet zouden springen?” (p.107) Verderop in het verhaal
vraagt hij zich af of Jen hem wilde straffen, omdat hij een relatie had gekregen met Marijke.
Kees’ verdriet, zijn onmacht en zijn schuldgevoelens spelen de boventoon.
, In de epiloog neemt de zeventigjarige Kees afscheid van zijn vriend. Op zijn verjaardag zong
zijn dochter Anne: “Wie ben je, papa? Ik heb je nooit gekend.” (p. 113) Kees en zijn dochter
moesten naar aanleiding van deze tekst beide huilen. ‘’Ik ben hun vader. Ik ben blij dat ze er
zijn. Ik hou van hen, maar ik heb hen tekortgedaan, zoals ik ook Emma, mijn ex-vrouw, tekort
heb gedaan. Ze hadden recht op meer. Ik kon het ze niet geven.” (p. 113) Als zijn kleinzoon
hem vraagt wat hij gaat doen als het feest voor zijn zeventigste verjaardag is afgelopen,
antwoordt hij: “Naakt door een weiland rennen.” (p.113) Dat was wat Jan eens antwoordde
toen Kees hem vroeg wat vrijheid is.
Titelverklaring
De titel verwijst naar het ongeluk van Jan. Hij daagt Kees uit om samen met hem in een oude
schoorsteenpijp te klimmen, omdat hij wil weten of je bovenin de zee kan zien.
Motto
-
Personages
Kees
Kees is het oudste kind van een oer-katholieke gezin van zeven kinderen met een achtste
kind op komst. Hij studeert goed maar zijn ouders vinden ULO (uitgebreid lager onderwijs)
al voldoende, want: "Wij waren geen hoeden, wij waren petten" (p. 31). Hij wil naar de HBS,
maar na de dood van zijn jeugdvriend besluit hij naar het seminarie te gaan. Hij wordt echter
geen priester, maar trouwt en sticht een gezin.
Kees wordt zijn hele leven geplaagd door schuldgevoelens omdat hij heeft verzwegen dat hij
getuige was van de dood van zijn beste vriend, maar ook omdat hij zijn gezin te kort heeft
gedaan.
Hij raakt op vijftienjarige leeftijd bevriend met Jan, alhoewel hij deze niet altijd aardig vindt.
Kees is een rustige, niet zo’n stoere jongen. Hij is introvert, want gedurende heel zijn leven is
hij niet in staat met anderen zijn ware gevoelens te delen. Hij vindt van zichzelf dat hij
hongerwinterarmpjes, slappe schouders en meisjestepels heeft.
Het gezin van Jan boeit hem, omdat zij niet zo gelovig zijn en anders in het leven staan. Als
Jan zijn zus Marijke een keer meeneemt, wordt hij op slag verliefd. Hij durft zijn gevoelens
voor haar niet uit te spreken. In plaats daarvan steelt hij spulletjes van haar en bewaart die
in een kistje. Op een dag treft hij Marijke alleen thuis aan. Ze draait platen en danst. Hij
wordt emotioneel en dan zoent zij hem. Na de dood van Jan, durft Kees geen contact met
haar te zoeken.
Jan
Een stoere jongen, een beetje een vrijbuiter, die niet bang is uitgevallen. Hij had een
gespierd bovenlijf, brede schouders en gepierde armen. Later blijkt dat hij wel wat
depressief van aard is. Hij doet uitspraken als: “Ik zie de straat en de zijstraten, ze liggen er
niet voor mij.” En: “Voor hen is de wereld, alleen voor hen, de anderen, zij mogen ermee doen
wat ze willen.” (p. 45). Als Kees hem erop wijst dat de wereld er toch ook voor hem is,
antwoordt Jan: “Voor jou misschien maar niet voor mij.”
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavandruten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.