100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
belangrijke vragen hoofdstuk 2 goederenstroom $7.02
Add to cart

Other

belangrijke vragen hoofdstuk 2 goederenstroom

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

belangrijke vragen uit hoofdstuk 2 die voor komen op het examen goederenstroom, met deze vragen ben je goed voorbereid op het examen

Preview 2 out of 6  pages

  • October 11, 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Hoofdstuk 2
Vraag 3A: een magazijn kan verschillende functies hebben. Omschrijf minimaal 4 van deze
functies:
B: geef van elke functie een voorbeeld uit de winkel waar je werkt of een winkel waar je
klant bent:
A:
 Artikelen neerzetten waarvoor nog geen plaats is in de winkel.
 Artikelen opslaan die je nog niet in de winkel kunt aanbieden.
 Artikelen bewaren die door klanten (online) zijn besteld en in de winkel worden
afgehaald.
 Artikelen opslaan die je vlak voor piekmomenten nodig hebt.
 Artikelen voor transport klaarzetten die naar een klant, het distributiecentrum, een
leverancier of een ander filiaal moeten.
 Diefstalgevoelige artikelen opslaan.
 Onderdelen opslaan die voor reparatie en service worden gebruikt.
B: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: opstelruimte ontvangen geleverde containers (nog geen
plaats in de winkel), folderartikelen Welkoop (pas aanbieden als de folderdatum is
aangebroken en weghalen na afloop van de actie), bestelling van boeken via bruna.nl
(online bestellingen), pallets die retour gaan (Welkoop), elektrische tuingereedschappen
worden in het magazijn opgeslagen (Welkoop).
Vraag 7: wat is fulfilment?
Na het bestellen door de klant worden alle taken door een ander bedrijf uitgevoerd
Vraag 8: wat is een distributiecentrum?
Een distributiecentrum (DC) is een centraal magazijn dat wordt gebruikt om de goederen op
te slaan en te verdelen over verschillende winkels.
Vraag 11: vindt in een DC een controle van de goederen plaats? Waarom wel of niet?
Eigen antwoord. In een DC worden de goederen geleverd door leveranciers. Die goederen
worden gecontroleerd, in ieder geval op aantallen of aantal colli. Hoe uitgebreid die
controle is, hangt af van de goederen, de afspraken binnen een winkelorganisatie en of ze
worden uitgepakt (dat hoeft niet per se).
Vraag 12: beschrijf van het vaste en vrije opslagsysteem een voordeel en een nadeel
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Vast opslagsysteem: X Voordeel: structuur, makkelijk
artikelen vinden. X Nadeel: niet altijd plek voor artikelen, terwijl er wel lege plekken zijn. Vrij
opslagsysteem.: X Voordeel: elke vrije ruimte kun je benutten. X Nadeel: je hebt een
informatiesysteem nodig om de producten terug te vinden in het magazijn.

, Vraag 13: stelling: een slow mover kan opeens een fast mover worden. Klopt deze
stelling? Leg je antwoord uit.
Ja, dit klopt. Een slow mover, zoals schaatsen in een sportwinkel worden in de winter veel
sneller dan in de zomer verkocht. Deze artikelen zijn bijvoorbeeld seizoensgebonden.
Vraag 14: welk locatiesysteem wordt hier gebruikt?
A: de meeste artikelen hebben een vaste plek in het magazijn, maar sommige artikelen
wisselen van plek. Dit zijn bijvoorbeeld actieartikelen.
B: de artikelen liggen op vaste plekken. Deze zijn bijvoorbeeld ingedeeld in
assortimentsgroepen.
C: de artikelen hebben geen vaste plekken, maar door middel van een locatiecode weet je
waar ze liggen.
A: gemengd locatiesysteem
B: vast locatiesysteem
C: vrij locatiesysteem
Vraag 15: bedenk 2 redenen om een artikel op een locatie in het magazijn op te slaan die
zo dicht mogelijk ligt bij de locatie van het artikel in de winkel
Het zijn snellopers of tijdelijke snellopers (actieartikelen, seizoenartikelen, rageartikelen), of
de artikelen zijn zwaar en je wilt er zo kort mogelijk mee lopen.
Vraag 18: welke artikelen plaats een winkelmedewerker nabij de onderstaande artikelen
in een magazijn, wanneer de artikelen in dat magazijn geordend zijn in
assortimentsgroepen?
A: spijkerbroeken
B: koffie
C: blu-ray spelers
D: schoenen
A: Bijvoorbeeld: andere soorten broeken.
B: Bijvoorbeeld: thee, koffiemelk.
C: Bijvoorbeeld: andere apparatuur die aan een tv gekoppeld kan worden.
D: Bijvoorbeeld: laarzen, slippers.
Vraag 20A: noem 4 verschillende manieren om artikelen op te slaan in een
magazijnruimte.
B: geef bij elke van de manieren 2 voorbeelden van artikelen die je daar op zou slaan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tryntsjevdv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.02
  • (0)
Add to cart
Added