Kosten: kosten boek je op het moment van verkoop (opbrengst), kosten laten het eigen
vermogen dalen. Kosten hebben betrekking op een periode en zijn exclusief btw.
De interestkosten die moeten betaald worden vallen dan onder de kosten van het
vermogen.
De kosten van het vermogen worden berekend door het interestpercentage te
vermenigvuldigen met het gemiddeld geïnvesteerd vermogen.
Transfer pricing: de interne prijs voor een grondstof die een bedrijf in rekening brengt tussen
verschillende afdelingen of tussen dochterondernemingen.
Kostenallocatie: verdelen van kosten over verschillende landen, omdat bijvoorbeeld daar het
belastingpercentage lager is.
Hoofdstuk 2
De activa kan gewaardeerd worden tegen historische kosten of tegen de actuele waarde. De
waardering vind je terug op de balans.
Historische kosten: gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (= inkoopprijs + bijkomende kosten
van activa) of tegen vervaardigingsprijs (= alle kosten, ook indirecte kosten).
Actuele waarde: de huidige waarde van het activa op het moment. De waardeverandering
komt in uitdrukking tot de herwaarderingsreserve (stijging) of het resultaat (daling).
Systeem van voorraadwaardering waarbij de voorraad wordt gewaardeerd tegen een vooraf
ingeschatte gemiddelde inkoopprijs + inkoopkosten.
Hoofdstuk 3
Een handelsonderneming berekent het nettoresultaat (= nettowinst of nettoverlies door van
de omzet de inkoopwaarde van de omzet af te halen. Dan krijgen ze het brutoresultaat.
Wanneer daar de bedrijfskosten worden afgehaald dan krijg je het nettoresultaat.
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutoresultaat
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat (= winst of verlies) of bedrijfsresultaat
, Gewaardeerd ondernemersloon: vergoeding uit het nettoresultaat voor de werkzaamheden
die de eigenaar en andere gezinsleden in de onderneming verricht. (Hoeveel had hij/zij als
werknemer verdient).
Gederfde interest: misgelopen interest, oftewel de vergoeding voor het beschikbaar stellen
van het gemiddelde eigen vermogen.
Wanneer je deze twee van het nettoresultaat af zou halen kom je uit op het
bedrijfseconomisch resultaat.
Dit is de beloning die de ondernemer krijgt voor het ondernemersrisico.
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutoresultaat
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat (= winst of verlies) of bedrijfsresultaat
Gewaardeerd ondernemersloon -
Gederfde interest –
Bedrijfseconomisch resultaat (= uitkomst positief, dan heb je een vergoeding voor het
ondernemersrisico
Het brutowinst percentage is uitgedrukt in een percentage van de inkoopprijs of
verkoopprijs.
In de tekst staat altijd …% van de inkoopprijs/verkoopprijs. Wat er achter de van staat is
altijd 100%
Voorcalculatie betekent dat je bijvoorbeeld de omzet met de begrote/verwachte afzet aan
het berekenen bent. Hier haal je dan alle verwachte kosten vanaf en dan kom je tot het
begrote nettoresultaat.
In de nacalculatie reken je met werkelijke/gerealiseerde cijfers.
Hierna maakt de ondernemer een gedetailleerde analyse met verschillen in afzet,
verkoopprijs, inkoopprijs en overige kosten, dit doen we in paragraaf 3.3.
Het verkoopresultaat = afzet x (verkoopprijs – inkoopprijs) dit is dus hetzelfde als het
brutoresultaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavandruten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.