, CELLULAIRE REACTIES OP SCHADELIJKE
PRIKKELS
INLEIDING
Celpathologie houdt zich bezig met de mechanismen waardoor verstoringen in het intra- en
extracellulaire milieu leiden tot celfunctieverlies en uiteindelijk soms tot celdood.
Reactiepatronen van cellen op tijdelijke en op persisterende celbeschadiging vormen de basis de
homeostase/constante “milieu intérieur”. De cellen, organen en het algemeen geïntegreerd
organisme van het menselijke lichaam gaan altijd streven naar het terugvinden van het evenwicht bij
elke storing van balans.
CELBESCHADIGING
= elke toestand waarbij, door extracellulaire of intracellulaire invloeden, de cel niet meer in staat is
haar interne milieu binnen bepaalde grenzen te handhaven (homeostase).
Welke kenmerken van een cel zijn belangrijk voor haar werking en kunnen een gevaar vormen
wanneer er wijzigingen hieraan gebeuren? Ph, ionenconcentraties, temperatuur, …
Cellulaire homeostase = het instandhouden van de fundamentele functies van de cel:
o Normale aanvoer van substraten en zuurstof
o Integriteit van celmembranen en transmembraaneiwitten (deze garanderen uitwisselingen
van de cel met de buitenwereld)
o Normale enzymactiviteit, nodig voor energievoorziening en verweer tegen agressie
o Genetische informatie
→ Deze 4 elementen kunnen, indien ze aangetast zijn door schadelijke agentia, een gevaar zijn voor
de cel.
Oorzaken van celbeschadiging:
Fysische oorzaken:
o Mechanisch trauma
→ Wanneer iemand een ongeval heeft en een lichaamsdeel wordt hierbij verpletterd dan
treedt er veel weefselschade op
o Temperatuurwisseling
o Atmosferische drukveranderingen
o Ioniserende straling
Chemische oorzaken:
o Hypoxie
o Intoxicatie
→ Het inwerken van toxische stoffen die de 4 basisfuncties van de cel gaan aantasten
o Voedingsdeficiëntie
Microbiologische oorzaken:
o Infecties
o Immunologische reacties
1
,Genetische oorzaken:
o Stofwisselingsziekten
Fysische oorzaken
Mechanische traumata
o Directe cel- en weefselbeschadiging en verstoring van de bloedvoorziening
Extreme temperatuurwisseling
o Blootstelling aan hoge temperatuur → denaturatie van eiwitten en hypermetabolisme van je
cel
o Afkoeling → vasoconstrictie met als gevolg verminderde weefselperfusie (verminderd
transport van de nodige bouwstenen/voedingsstoffen)
o Sterke afkoeling → vasodilatatie
o Vaatwandbeschadiging kan leiden tot intravasale stolling
Bv door bevriezing: celwanden worden beschadigd door intracellulaire ijskristallen
Elektrische schokken
o Gevolg van verhitting. De ernst van beschadiging is afhankelijk van hoogte van de elektrische
spanning en weerstand van het weefsel
Atmosferische drukveranderingen
o Acute decompressie (caissonziekte)
→ Treedt op bij duikers als ze te snel terug naar de oppervlakte gaan
o Hypoxie: acuut vs langdurig
= een conditie waarbij weefsels in het lichaam niet voorzien worden van voldoende zuurstof
Ioniserende straling
o Elektromagnetische stralen: röntgenstralen en gammastralen (en UV → niet ioniserend)
o Deeltjes: α en β, neutronen, protonen
o Radiolyse: uit H2O komen de vrije radicalen H+ en OH- vrij. Deze reageren met
macromoleculen, waarbij membraanlipiden en DNA biologisch de belangrijkste doelen zijn.
→ Gevolg voor membraanlipiden: peroxidering (dit leidt tot functieverlies)
→ Gevolgen voor DNA: dubbelstrengsbreuken (ernstig)
Als de schade te groot is, dan gaat de cel in apoptose (= geprogrameerde celdood).
Wanneer de cel het overleeft, zullen er op langere termijn mutaties optreden. Dit zijn permanente
veranderingen aan het genotype (vooral voor stamcellen in permanent vernieuwende weefsels en in
de gonaden) → tumorprocessen of schade aan kiemcellen
Op weefselniveau is het gevolg van bestraling afhankelijk van volgende factoren:
o Mate van vasculaire schade
o Mate van beschadiging van parenchymateuze cellen
o Ernst van de schade aan het genoom (→ tumoren!)
Chemische oorzaken
Hypoxie kan het gevolg zijn van:
o Stremming in de bloedtoevoer (ischemie/verminderde bloedvoorziening)
o Onvoldoende zuurstoftransportcapaciteit van het bloed (bv hypovolemie (= onvoldoende
bloedvolume), anemie)
2
, Ischemie: wanneer de arteriële bloedtoevoer naar of de veneuze bloedafvoer van een orgaan is
gestoord. Bv:
o Atherosclerose
= ophoping van vetten, cholesterol en andere stoffen in en op de bloedvatwanden
Deze stukjes kunnen loskomen en komen dan in de bloedsomloop terecht. Deze gaan
emboliseren op andere plekken: longen → longembool, hart → hartinfarct, hersenen → CVA
o Afsluiting van een arterie door trombotisch materiaal
o Veneuze trombose
Intoxicatie
Vergiftigingen, door chemicaliën of medicamenten
o Sommige chemicaliën, zoals cyanide of dinitrofenol, zijn zelf ook toxisch
o Andere chemicaliën worden pas toxisch na conversie in de lever (vb: CCl4)
o Veel celgiffen interfereren met de energieomzettingssystemen in de cel.
Cyanide bindt aan het mitochondriale cytochroomoxidasesysteem (= celademhaling).
o Zware metalen (bv kwik) interfereren oa met sulfhydrylbruggen → Verstoren het
ionentransport
o Tetrachloorkoolstof wordt in de lever omgezet in vrije radicalen die de lipiden in de
celmembranen van het endoplasmatisch reticulum peroxideren → eiwitsynthese verstoord →
opeenhoping van triglyceriden in het cytoplasma
Voedingsdeficiëntie
Niet vanbuiten kennen
Bepaalde essentiële stoffen voor ons
celmetabolisme kunnen niet aangemaakt
worden door het lichaam. Deze moeten uit
onze voeding bv gehaald worden.
Microbiologische oorzaken
Infecties kunnen verschillende effecten hebben:
o Direct: invasie en celdood
o Schade aan de cellen door afgifte aan de omgeving van exotoxinen
o Schade door inductie van een (hormonale of cellulaire) immuunrespons
Rol exotoxinen:
o Extracellulaire enzymen die bestanddelen van cellen kunnen afbreken
o Ook kunnen dit remmers zijn van de eiwitsynthese op cellulair niveau zoals difterietoxine
o Zijn inhibitoren van cellulaire functies, vb. Neurotoxine Clostridium botulinum: neurotoxine is
da agonist van acetylcholine. Deze bindt dus op dezelfde receptor, maar geeft niet dezelfde
effecten door. Het zet de volledige transmissie via acetylcholine stil.
Choleratoxine activeert adenylaatcyclase in epitheel dunne darm → verstoorde membraan
permeabiliteit → water en ionenuitwisseling wordt verstoord → diarree
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phebe200000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.