Probleem 1
Plato (Rationalisme, Nativisme, Dualisme)
(1) De Waarheid (de Vormen) komt van de onsterfelijke ziel, is eeuwig en volmaakt en bestaat buiten de
tastbare werkelijkheid (en dus buiten het lichaam) (2) De Waarheid kan enkel worden gevonden door
rationeel denken (3) Het rationele deel van de ziel dient de rest van de ziel te beheersen
- Plato (427-347 bc): Atheens Filosoof. Hij was een leerling van Socrates (470-399 bc) en bouwde voort op
zijn ideeën. Hij richtte zich vooral op wat rechtvaardigheid is in de staat en voor het individu. Veel van
Plato’s ideeën komen terug in hedendaagse en oud-Griekse religies.
Vormenleer
- Epistemologie: Filosofie die de aard en oorsprong van kennis onderzoekt; gecreëerd door Plato
- Kennis over de Waarheid heeft volgens Plato 2 definiërende eigenschappen:
1. Een overtuiging is waar als deze altijd en op elke plaats waar is
2. Kennis moet rationeel te rechtvaardigen zijn (rationalisme)
- Ideeënleer / vormenleer: De Waarheid bestaat uit eeuwige, ideale Vormen. Alles in de fysieke wereld is
hier slechts een schaduw van (elk mooi object is bijv. een vage reflectie van de pure vorm van
schoonheid), en dus leidt perceptie niet tot ware Kennis. Metaforen voor de Vormen:
1. De zon: Zoals ogen objecten kunnen zien mbv de zon, zo kan het verstand Vormen zien mbv de
Vorm van het goede, die de Vormen verlicht
2. De lijn: Opdeling van steeds betere manieren van weten, waaronder (1) Beelden en fysieke
dingen, gebaseerd op verbeelding en geloof (world of appearances) en (2) Mathematische
objecten en Vormen en het Goede, gebaseerd op denken en kennis (intelligible world)
3. De grot: Gevangenen in een grot zien schaduwen van de echte wereld. Eén ontsnapt, ervaart
aanvankelijk leed, maar wil daarna niet meer terug. Op dezelfde manier zijn mensen gevangen in
imperfecte lichamen met idem zintuigen en kopieën van de Vormen, en zijn hun zielen gevangen
door conventionele, culturele overtuigingen; men wil niet aan deze onwetendheid ontsnappen
4. De ladder van liefde (Socrates): De eerste trede is seksuele liefde (liefde voor lichaam); die moet
worden verlaten voor de tweede trede: Liefde voor wijsheid (liefde voor ziel), waarbij men leert
over bijv. kunst en filosofie, tot op het moment dat Waarheid gelijkstaat aan Schoonheid.
- Plato’s dualisme: Het idee dat ziel en lichaam zijn gescheiden, waarbij de ziel het goddelijke en
onsterfelijke is en het lichaam het tastbare en vergankelijke
- Plato’s nativisme: Kennis is aangeboren. Volgens Plato had elke menselijke ziel de ware Vormen gezien
in de hemel, voordat men op aarde komt en de Vormen vergeet. Hierbij is leren het rationele proces van
het zich herinneren van wat men eigenlijk altijd al wist; men overdenkt perceptuele impressies (bijv.
mooie dingen) en haalt hieruit de Vormen (bijv. Schoonheid)
Motivatie van gedrag
- Volgens Plato vielen de burgers van de republiek in 3 klassen van persoonlijkheden, op grond van de
aangeboren grootsheid van hun ziel:
1. Guardians: Elite-klasse; worden vooral geleid door rational soul (in hoofd); zij leiden en
onderwijzen (Freud: ego)
2. Auxiliaries: Hulpen van Guardians (bijv. soldaten en functionarissen); worden vooral geleid door
spirited soul (in borst), die nobele dingen nastreeft en schaamte en schuld kan voelen (superego)
3. Productive class: Minst deugdzame klasse; wordt vooral geleid door desiring soul (in buik en
genitalieën), geleid door irrationele behoeftes en hebzucht (id)
- Dwaas gedrag wordt volgens Plato (naast onwetendheid) veroorzaakt door onvoldoende beheersing van
het rationele over de spirited en desired delen van de ziel (bijv. toegeven aan lichamelijke behoeftes).
- Rationalisme stuurt mensen niet alleen, maar is een doel op zich dat al dan niet wordt nagestreefd
- Kritiek op (Plato’s) dualisme: Humonuculusprobleem: Als men inderdaad over een rationele ziel beschikt,
als een soort mannetje in het hoofd dat lichamelijke passies probeert te sturen, wie of wat is dan
verantwoordelijk voor het gedrag van dat mannetje?
(1) Materie en vorm (lichaam en geest) kunnen niet zonder elkaar bestaan (2) Alle wezens hebben zielen,
maar enkel mensen hebben rationele zielen, die hen in staat stellen kennis te vergaren (3) Kennis wordt
verkregen door perceptie van de tastbare wereld
- Aristoteles (384-322): Leerling van Plato en leraar van Alexander de Grote; natuurfilosoof en eerste echte
systematische filosoof. Aristoteles werkte meer als praktisch en empirisch wetenschapper dan als
mystieke denker zoals Plato, en dacht dat de waarheid op aarde was te vinden ipv in de hemel.
- De wetenschap van Aristoteles was op verschillende manieren anders dan de moderne wetenschap:
1. Hij dacht niet dat, om de natuur te begrijpen, experimentatie moest worden gebuikt
2. Hij ontwikkelde abstracte theorieën ipv nieuwe feiten of technieken te ontdekken
3. Hij zag oorzakelijke relaties als natuurlijk gedrag van dingen gegeven hun essentie, ipv de
natuurkundige of chemische interactie tussen objecten
Materie en vorm
- Volgens Aristoteles bestaat alles uit materie en vorm:
1. Materie: Onbekend fysiek bestaan (metafoor: klomp brons). Bij de mens is het lichaam materie.
2. Vorm: Samengevoegde materie (metafoor: standbeeld). Bij de mens is de geest de vorm. Anders
dan Plato dacht, bestaan vormen volgens Aristoteles niet zonder de fysieke belichaming ervan:
de ziel vormt de capaciteiten van een levend lichaam.
- Essential cause: De vorm maakt het ding wat het is (definieert zijn essentie). Een mens
is een mens omdat het de ziel van een mens heeft en zich daarom gedraagt als mens
- Efficient cause: De vorm omvat hoe dingen ontstaan of gemaakt worden. De ziel zorgt
voor groei en ontwikkeling; zonder de ziel is het lichaam enkel dode materie
- Final cause: De vorm omvat de reden waarom een ding er is. Het lichaam dient de ziel
en de ziel leidt zijn ontwikkeling en activiteit.
- Volgens Aristoteles heeft alles in het universum zowel actuality (wat iets is; bijv. klomp brons) en
potentiality (wat iets kan worden; bijv. standbeeld). 2 uitzonderingen: (1) Zuivere materie: pure potentiality
(2) De onbewogen beweger van die materie: pure actuality (God bij de christenen). Hoe vollediger een
ding is, hoe dichter het bij de onbewogen beweger is.
Verkrijgen van kennis
- 3 soorten niveaus van zielen die verschillende niveaus van actualisatie kunnen bewerkstelligen:
1. Nutritive soul: Ziel van planten; zorgt voor voeding, reproductie en groei
2. Sensitive soul: Ziel van dieren; meer complex, bijv. door beschikking over emoties en geheugen
3. Rational soul: Ziel van mensen; beschikt over geest, waarmee kennis kan worden verkregen
- Het verkrijgen van kennis in de sensitive en rational soul verloopt in verschillende fases:
1. Special Senses: De zes zintuigen; elk gespecialiseerd in het verwerken van een ander aspect
van een object. Door perceptie ontvangt de geest de vorm van een object, zonder de materie.
2. Interior Senses: Verwerken info uit special senses. Common sense: Integreert info van alle
special senses. Info gaat vervolgens in 2 richtingen:
- Imagination: Maakt mentale representatie van objecten mogelijk, beoordeelt (samen met
common sense) wat een object is en voelt plezier en pijn
- Memory: Opslag van ervaringen gecreëerd door common sense en imagination
(episodisch geheugen), gebaseerd op associatie
3. Mind: Rationeel deel van de ziel (uniek voor mensen), die kennis verkrijgt over abstracte
essenties in de vorm van beelden (bijv. een beeld van wat een kat is).
- Passive mind: Potentiality-deel; neemt de vorm aan van ervaren objecten (kennis)
- Active mind: Actuality-deel; pure, abstracte gedachten; stuurt passive mind.
Niet-persoonlijk (hetzelfde bij iedereen) en onveranderlijk (en dus onsterfelijk)
Motivatie van gedrag
- Menselijk gedrag wordt volgens Aristoteles naast het zoeken van plezier en mijden van pijn (appetite)
gestuurd door het verlangen naar wat goed is of voor toekomstige voordelen (wish). Dieren en mensen
doen dus dingen met doelen in gedachten.
, Descartes (Rationalisme, Dualisme, Nativisme)
(1) Anders dan dieren hebben mensen een zelfbewustzijn; een denkende geest (2) Het bestaan van deze
geest is het enige waar zekerheid over bestaat (3) Deze immateriële geest is compleet gescheiden van het
mechanische lichaam, hoewel ze op elkaar inwerken (4) De ziel krijgt een subjectieve projectie van de
werkelijkheid te zien (5) De ziel bezit bepaalde aangeboren principiële waarheden
- Descartes (1596-1650): Frans filosoof en wetenschapper, die zijn theorieën zorgvuldig ontwikkelde
binnen christelijk-gereformeerde kaders. Zo hing hij de uurwerk-theorie aan, waarbij actieve krachten
(bijv. zwaartekracht) enkel bestemd waren aan God, en probeerde hij filosofische stromingen te
vermijden die de onsterfelijkheid van de ziel ontkenden: (1) Averroïsme: De ziel bezit enkel algemene
kennis en geen persoonlijkheid, dus de ziel kan na het sterven niet worden veroordeeld (Descartes gaf
hier wel aan toe) (2) Alexandrisme: Geen onderscheid tussen vorm en materie (ziel en lichaam).
Ik denk dus ik ben
- Volgens Descartes zijn er 3 definiërende aspecten van menselijk denken, die mens scheiden van dier:
1. Ervaring. Mensen hebben zelfbewustzijn: ze zijn zich van zichzelf en hun omgeving bewust en
kunnen gedrag overwogen kiezen; gedrag van dieren is enkel automatisch (simpel bewustzijn)
2. Gedrag: Menselijk gedrag is flexibeler, doordat mensen kunnen reageren op nieuwe situaties
door erover na te denken, terwijl dieren enkel reflectief reageren op bekende stimuli
3. Gebruik van taal: Taal is uniek voor de mens en essentieel voor menselijk zelfbewustzijn, omdat
men denkt mbv een universele taal in de geest (onafhankelijk van menselijke talen).
- Radicale twijfel: Descartes trok elke overtuiging in twijfel, tot er maar één absolute waarheid overbleef: de
twijfel (de denkende geest) zelf. Je kan er niet over twijfelen dat je niet twijfelt, dus de geest bestaat
- Descartes radicale dualisme: Geest is compleet gescheiden van lichaam, waarbij lichaam een
mechanische constructie is die zich bevindt in de fysieke, wetenschappelijk kenbare wereld, en de ziel
een geest die het lichaam leidt en zich bevindt in de subjectieve wereld van het bewustzijn
- Cartesiaans Theater: De ziel krijgt via de zintuigen in de pijnappelklier een projectie van de werkelijkheid
te zien. Het cartesiaans theater betekende de geboorte van het zelfbewustzijn en het idee dat de ziel
enkel bestaat uit gedachten. Ook maakte het de weg vrij voor psychologie: Ons zelfbewustzijn is
subjectief, en om de wereld te begrijpen, moeten we subjectiviteit aftrekken door de mens te bestuderen.
- Descartes nativisme: Volgens Descartes bezat de ziel bepaalde aangeboren principiële waarheden,
geïmplanteerd door God (bijv. ideeën over God, de geest en mathematische objecten)
Kritiek op Descartes’ filosofie
- Het is onduidelijk hoe lichaam en ziel op elkaar inwerken. Descartes: De ziel geeft via pijnappelklier
opdrachten aan het lichaam. Maar hoe kan iets immaterieels inwerken op iets materieels?
- Je kan bewijzen dat je zelf een bewustzijn hebt, maar wie zegt dat anderen bewustzijn hebben?
Descartes: Ik weet dat ik denk en dat ik me uitdruk in taal. Anderen gebruiken taal, dus ze hebben
bewustzijn. Maar stel dat dieren taal kunnen leren?
John Locke (Empirisme, Hedonisme)
(1) Kennis wordt verkregen door ervaring (2) In de geest worden simpele ideeën (perceptuele
representaties van objecten) gecombineerd tot complexe ideeën (3) De mens streeft geluk na
- John Locke (1632-1704): Engels filosoof, wiens theorieën erg lijken op die van Descartes: Ideeën waren
volgens hem representaties van objecten; de geest bezit enkel ideeën.
- Locke’s empirisme: Volgens Locke werd Kennis verkregen door ervaring: de mens wordt geboren als
tabula rasa (onbeschreven blad) en moet zelf de waarheid ontdekken. 2 fundaties van ervaring:
1. Sensatie: Ideeën over objecten veroorzaken sensaties, waaronder plezier en pijn
2. Reflectie: Observatie van onze eigen mentale processen (toevoeging op Descartes ideeën).
- Locke dacht weldegelijk dat bepaalde dingen waren aangeboren. Zo delen mensen mentale vermogens
die tot universele ideeën leiden en is de mens geschapen als sociaal wezen dat taal kan gebruiken.
- Volgens Locke is de geest een complexe machine die simpele ideeën (verkregen uit directe ervaringen)
uitwerkt en combineert tot complexe ideeën.
- Locke over vrije wil: De mens streeft geluk na, en zolang de mens heeft wat hij wil, voelt hij zich vrij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pimtorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.