Diëtetiek S1
Hoofdstuk 1: Inleiding – Algemene begrippen
(HGR p. 13-16, HANDBOEK p. 20-34)
1.1 Inleiding
Voedsel → voedingsmiddel → voedingsstoffen of nutriënten
Er zijn 3 voorwaarden om een nutriënt te zijn:
▪ Chemisch definieerbare entiteit: dezelfde samenstelling, dezelfde chemische structuur →
Geen definieerbare entiteit = geen voedingsstof
▪ Welbepaalde fysiologische functies in het lichaam
▪ Soms deels aangemaakt in het lichaam (bv. Vitamine K)
1.2 Inname – opname
Inname ≠ opname:
▪ Inname = De hoeveelheid voedingsstoffen die via de mond in het spijsverteringsstelsel
binnenkomt.
▪ Opname = De hoeveelheid voedingsstoffen die via de darm naar het bloed en dan verder in
het lichaam opgenomen worden.
→ Het is niet omdat je iets inneemt, dat je het opneemt
(Lichaamssamenstelling ongeveer van buiten kennen van zowel man als vrouw)
HGR: p. 69 hoofdstuk water ook te kennen
Figuur 1: Dit zijn de nutriënten die een volwassene op een jaar inneemt
Figuur 2: Dit is de lichaamssamenstelling van man en vrouw (uitgedrukt in %). Het skelet van een
man is 1% zwaarder, dit komt door de eiwitsamenstelling.
Figuur 3: Lichaamssamenstelling (kennen!)
▪ Samenstelling lichaam komt overeen met samenstelling voeding
▪ Man heeft meer spieren dan vrouw → spieren verbonden met pezen aan het skelet → skelet
man is zwaarder dan vrouw
▪ Vrouw hoger vetgehalte: voorbereiding vrouwenlichaam voor nageslacht
1
, Lichaamssamenstelling van een kind dat net geboren is:
▪ Water ± 73-80%
▪ Vet min. 4%
▪ Eiwit ± 20%
▪ Mineralen ± 3%
▪ Leeftijd ↗: Water ↘ en Vet ↗: Lichaamssamenstelling veranderd doorheen het leven.
Naarmate ouder worden: watergehalte daalt en vetgehalte stijgt
1.3 Eenheden voor voedingsstoffen
▪ g – mg – μg
▪ L – mL
Uitzondering: Vitamines
1. Internationale Eenheden (I.E.)
= eenheid van vitamine-activiteit
2. Vitamine Equivalenten
≠ chemische stoffen met dezelfde vitamine-activiteit
1.3.1 Vitamines: I.E. en Equivalenten
Vitamine-activiteit
= eenheid
Voor een hoeveelheid v/e vitamine
Gebaseerd op gemeten biologische activiteit
Voorbeeld van biologische activiteit = groeitoename
Vitamine- activiteit: Bv. groeitoename bepalen
→ Groep muizen krijgt specifieke uitgebalanceerde voeding
(controlegroep)
→ Groep 2,3,4 dieetvoeding -> geen vitamine die groeiactiviteit aanzet
Groep 2 krijgt aangepaste voeding + eieren
Groep 3 krijgt + worteltjes
Groep 4 worden magerder en slapper
Groep 2 worden sterker en groeien
Groep 3 wordt stilaan sterker: Eieren stimuleren de groei (vitamine A),
meer wortels nodig dan eieren om dezelfde hoeveelheid vitamines dan
eieren
= één Internationale Eenheid vitamine-activiteit
= zelfde meetbaar biologische effect
In dit voorbeeld: één gestandaardiseerde toename v/d groei
2
, ▪ Bepalen chemische formules van de vitamines
▪ Bepalen exacte concentraties voor eenzelfde toename van
biologische activiteit
1 μg retinol equivalent (= R.E.)
= 6 μg β-caroteen
= 12 μg (=microgram) α-caroteen
= 3,33 I.E. retinol
= 10 I.E. β-caroteen
→ Induceren allemaal dezelfde vitamine-activiteit
(Niet vanbuiten kennen, kunnen uitleggen dat deze allemaal dezelfde vitamine - activiteit induceren.)
1.4 Macro- of Micronutriënten?
→ Wordt bepaald door de hoeveelheden die we innemen
→ Heeft niets te maken met de grootte van de moleculen
→ Macronutriënten = iets waar we veel van innemen
→ Micronutriënten = iets waar we minder van innemen
Macronutriënten Micronutriënten
Eiwitten of Proteïnen Mineralen
Vetten of Lipiden Spoorelementen
Koolhydraten Vitamines
Voedingsvezels
Water
1.5 Voedingsstoffen
1.5.1 Essentiële voedingsstof
▪ Absoluut nodig voor normale fysiologie
▪ Lichaam kan voedingsstof niet zelf aanmaken
▪ Afwezigheid → verandering v/e biologische proces nadelig voor gezondheid
▪ Terug aanwezig → normale functie hersteld
▪ Meestal is fysiologische functie gekend
▪ Dagdagelijkse aanvoer in de voeding is noodzakelijk
▪ (Het is niet omdat je een voedingsstof een dag niet inneemt dat er een probleem is)
1.5.2 Niet-essentiële voedingsstof
▪ In reserve in het lichaam
▪ Lichaam kan voedingsstof zelf aanmaken
▪ Afwezigheid → geen verandering v/e biologische proces
Bv. Cholesterol (= voedingsstof in voeding) → ons lichaam kan zelf cholesterol aanmaken en is
voldoende aanwezig. Cholesterol is dus niet essentieel maar zit wel in onze voeding
3
, 1.5.3 Facultatief essentiële voedingsstof
▪ Essentieel in welbepaalde situaties:
o Zwangerschap
o Prematuur
o Ziekte/ Herstel
1.5.4 Semi-essentiële voedingsstof
▪ Niet noodzakelijk, wel wenselijk
o Voedingsvezels (Tekort aan voedingsvezels zorgt voor spijsverteringsproblemen)
1.6 Fysiologische functies voedingsstoffen
Fysiologie = studie v/d normale levensverschijnselen van planten en dieren
3 fysiologische hoofdfuncties:
Bouwstof
▪ Water
▪ Eiwit → voor spieren
▪ Mineralen → voor skelet
Brandstof
= macronutriënten die energie leveren
(Als er eiwitten worden afgebroken als energie →
ruikende adem)
Regulerend en beschermend
▪ Enzymen (= speciale soorten eiwitten)
▪ VIT + MIN + SPOORE → stofuitwisseling regelen
Energieleverende functie heeft altijd voorrang op de
opbouwfunctie.
Belangrijk: Bij een tekort zullen de eiwitten gebruikt worden
voor energie en niet voor opbouw.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisegoyvaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.