Geneeskunde blok 2 herkansen?
Geen paniek, hier de digicolleges van 1.1 t/m 1.9 haarfijn nagetypt wat uitgelegd wordt in de digicolleges. Zo zie je makkelijker de verbanden ertussen.
Digicollege 2.1 Geneeskunde
Je hebt 4 ingrediënten nodig om een automatische beweging te maken:
1. zenuwstelsel
2. botten & gewrichten
3. spieren
4. energievoorziening om een fatsoenlijke beweging te maken.
Deze ingrediënten maken het mogelijk om normaal te bewegen.
Het centrale zenuwstelsel (hersenen&ruggenmerg)
Ik week 3 na de bevruchting begint het hartje van de foetus te kloppen, dit is de eerste
vorm van de motoriek.
In week 5 beginnen de eerste neuronen uit te lopen, die uiteindelijk naar de spieren zullen
uitlopen wat dan kan zorgen voor beweging.
In week 7 begint de eerste nekstrekking plaats en vervolgens zul je zien dat er steeds
meer beweging ontstaat.
Op 4 maanden is het brein al zo ontwikkeld dat baby reacties kunnen worden opgeroepen,
de foetus vertoond dan baby reacties.
Op 8 maanden kunnen die babyreacties extern worden opgeroepen.
Wanneer een baby klaar is om geboren te worden is de ontwikkeling van het brein nog
niet af en dit zal nog verder gaan.
Babyreacties, voorbeeld is een Moro reactie, wanneer je een baby'tje laat schrikken zal
de baby zijn armpjes spreiden en weer dicht doen. Dit is een reactie die alle baby's
vertonen.
Loopreactie is wanneer je een baby boven een vlakke ondergrond houdt, hij een
stapbeweging gaat maken. Na verloop van tijd doven al deze reacties uit en dit is een
teken dat het brein zich verder ontwikkeld.
Geen reflex maar reactie, want reactie is complexer dan een simpele reflexboog.
Als een baby geboren is is het brein nog lang niet volgroeid, maar je zult zien dat een baby
groei spurten doormaakt, hierbij neemt het brein toe in gewicht.
De groei van hersenen gaat samen met cognitieve en motorische ontwikkeling.
Het is dus nog ontwikkeling wanneer de baby is geboren, de primaire hersengebieden
zijn wel al aangelegd. Dat zit achterin je hoofd. (Primaire visuele cortex.)
De baby kan horen en zien zonder het betekenis te geven.
Wanneer het kind wat ouder wordt zullen ook de secundaire gebieden worden aangelegd,
dit stelt het kind in staat om ook betekenis te geven aan wat hij ziet.
Ook worden tertiaire gebieden aangelegd, deze zijn betrokken bij het associëren van
verschillende sensorische informatie tot 1 geheel.
Voorbeeld : Het baby'tje kan met de primaire waarnemen, met de secundaire ziet hij zijn
moeder, maar daarna kan hij aan de stem van de moeder de koppeling maken (door
tertiaire gebieden) naar een beeld waardoor hij zijn moeder herkent.
,Plasticiteit is het vermogen om aan te passen van de hersenen is een eigenschap van
het brein. Dit zie je tijdens het leren of op latere leeftijd.
Voorbeeld; Tussen de motorische(links) en sensorische (rechts) cortex.
Op latere leeftijd vindt er een amputatie van de hand plaats, wanneer iemand het gezicht
van de oudere aanraakt, dan ervaren mensen het als een aanraking van de arm die ze
niet meer hebben.
Dit is een bewijs dat de cortex betrokken is bij het voormalige armgebied, is overgenomen
door het hoofdgebied. Dit kan op jonge en oudere leeftijd voordoen.
Je leert je hele leven, het brein is plastisch.
Perifere zenuwstelsel
Sensorische informatie doorstaat 3 niveaus:
– Perifeer ingangsniveau (is daar waar de sensoren zitten) Dit is het signaal die sensor
te verwerken krijgt.
– Centraal verwerkingsniveau info wordt doorgestuurd door de ruggenmerg naar het
brein en daar wordt de info verwerkt.
– Bewustwordingsniveau, je wordt bewust van de prikkel.
Belangrijk is dat elke sensor gevoelig is voor 1 soort prikkel, dit wordt de adequate
prikkel. (voorbeeld: netvlies is gevoelig voor licht)
Evenwichtsorgaan is een belangrijk orgaan die we nodig hebben om een normale
beweging te maken, dit bestaat uit 3 halfcirkelvormige kanalen en 2 kamers (de sacculus
en de utricilus, hier bevinden zich de sensoren die het verschil van de vloeistof in de
ruimten te kunnen reflecteren) Dit gebeurd d.m.v. de actiepotentiaalfrequentiemodulatie.
Actiepotentiaalfrequentiemodulatie:
Een actiepotentiaal staat gelijk aan een prikkel, door de frequentie te moduleren geven de
sensoren informatie aan het systeem over de toestand van je lichaam.
Geneeskunde digicollege 2.2
We gaan het hebben over de opbouw van de spieren & de energievoorziening (datgene
wat we nodig hebben om een beweging tot stand te laten komen)
Spieropbouw:
Een spier zit altijd tussen 2 botten verbonden met daar tussen een gewricht, zodat het ene
bot ten opzichte met het andere bot bewegingen kan uitvoeren.
, Een spier → opgebouwd uit verschillende spierbundels → verder inzoomen zie je
spiervezels → die bestaat weer uit myosine fibril (opgebouwd uit actine & myosine)
Actine zit om de myosine filamenten heen zit.
Tijdens het bewegen gaat de actine tussen de myosine filamenten wordt geschoven d.m.v.
verbindingen.
De myosine bevatten kopjes, de kopjes willen graag hechten aan de actine filamenten.
Zodra er een plek, een bindingsplaats vrij is op het actine filamenten zal de myosine kopje
hechten aan de actine waarna het kopje ombuigt en de actine tussen de myosine wordt
geschoven ( op dat moment vindt er een verkorting plaats van de spier)
Vervolgens moet het myosine kopje loslaten en weer teruggaan naar de uitgangspositie,
waarna het hele proces opnieuw kan worden gevormd.
Nu weet je hoe een spier kan verkorten.
Nu: hoe weet een spier dat die moet verkorten?
Dit gaat door middel van neuronen, zenuwstelsel geeft informatie door het ruggenmerg en
dit komt uiteindelijk bij de spier terecht.
Dit gaat door het motorunit, de motorunit is het aantal spiervezels wat door 1 motorische
zenuwvezel wordt aangestuurd.
Dit kan in grote verschillen afhankelijk van het doel van de spier waarvoor die gebruikt
moet worden.
Als we meer spierkracht willen zullen er meer motorunits worden aangezet.
En als je kijkt in de praktijk zul je zien dat wanneer je een grote motoriek hebt (bijv. de
bodybuilding) hier heb je weinig motorunits, maar ze zijn per stuk wel heel groot. Dus er
zitten veel spiervezels op 1 motorische zenuw in de bovenbeenspier.
In de handen zijn kleine bewegingen, daardoor zul je veel motorunits vinden maar die zijn
klein. Dus maar een klein aantal spiervezels aan 1 motorische zenuwvezel in de handen.
Je ziet dat het hoofd in de handen (hier is veel motoriek nodig), denk aan schrijven, je
woorden kunnen verwoorden met je handen, hebben we veel, kleine motorunits nodig.
Hier zie je dat de handen en het hoofd een grote plek innemen op de cortex. En grote
spieren (in bovenbeen) maar een kleine plek innemen op de cortex. Dit heeft dus te
maken met het aantal motorunits per spierbundel per spier.
Energievoorziening
In de vorm van ATP (bestaat uit ADP & fosfaat). Dit is een energierijke verbinding.
Afhankelijk van glucose, vetzuur → zo vindt er verbranding plaats
En we moeten zorgen dat de glucose en zuurstof op de juiste plek in de spieren komt, dit
gebeurd door middel van circulatie .
De myosine kopjes klappen om, hechten aan actine en op het moment dat ze omgeklapt
zijn moeten ze worden losgelaten, hier is ATP voor nodig. (bij het loslaten)
Wat we zien bij lijkstijfheid (Rigor Mortis) is er geen ATP, er zijn wel verbindingsplaatsen,
de myosine kopjes grijpen aan, klappen om → maar kunnen niet losgelaten worden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annlot18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.10. You're not tied to anything after your purchase.