Vermogensrecht wordt verdeeld in:
1. Goederenrecht (zakenrecht), dat betrekking heeft op de rechtsverhouding
van mens tot goed. Het regelt hoe de macht over de goederen onder de
mensen is verdeeld en hoe in die privaatrechtelijke machtsposities
verandering kan worden gebracht.
2. Verbintenissenrecht, “dat ziet op de rechtsverhouding van mens tot mens.
Rechtshandelingen
Een rechtshandeling is een handeling die gekenmerkt wordt door het ermee
beoogde rechtsgevolg. 2 soorten rechtshandelingen
1. Eenzijdige rechtshandelingen, tot stand gebracht door 1 persoon. Bij een
eenzijdige gerichte rechtshandeling is eveneens slechts één partij betrokken,
maar bovendien een geadresseerde.
a. Eenzijdige niet-gerichte rechtshandelingen (maken van testament,
verwerping nalatenschap).
b. Eenzijdige gerichte rechtshandelingen, tot stand gebracht door 1
persoon, maar die tot een of meer personen moet worden gericht. (opzeggin
huurovereenkomst, ontslag).
2. Meerzijdige rechtshandelingen, tot stand gebracht door twee of meer
personen. (bijvoorbeeld overeenkomsten). Een meerzijdige rechtshandeling
wordt tot stand gebracht door twee (of meer) partijen: men spreekt hierbij van
partij en wederpartij.
Totstandkoming gebaseerd op een dubbele grondslag
Vereiste rechtshandelingen:
1. De geopenbaarde wil (3:33), grondslag 1. De eerste grondslag verklaart het
intreden der rechtsgevolgen uit het feit dat zij door de handelende zijn
gewild. Maar een zuiver interne wil is onvoldoende: de wil moet in een
verklaring zijn geopenbaard (3:33).
2. Het opgewekte vertrouwen (3:35)
De twee genoemde grondslagen zijn overigens niet volstrekt gelijkwaardig. Uit
de formulering van 3:35 (‘kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van
wil’) blijkt, dat de geopenbaarde wil de primaire grondslag voor totstandkoming
is. Het opgewekte vertrouwen speelt een subsidiaire rol: het kan de
rechtshandeling tot stand doen komen in gevallen waarin de wil ontbreekt. Is wél
een wil aanwezig, dan komt men aan toepassing van 3:35 (vertrouwen) niet toe,
omdat de rechtshandeling dan reeds op de primaire grondslag tot stand komt.
Moment waarop de rechtshandeling tot stand komt (3:37)
De rechtshandeling komt tot stand op het moment waarop de wilsverklaring haar
werking verkrijgt. Hierbij zijn verschillende oplossingen denkbaar: moment van
wilsuiting, verzending, ontvangst of verneming.
a. hoofdregel: de verklaring werkt vanaf het moment waarop zij degene tot wie
zij is gericht heeft bereikt. Kennisgenomen van verklaring niet nodig. Enkel
ontvangen.
b. Nuancering: een verklaring die degene tot wie zij is gericht niet of niet tijdig
bereikt, heeft desondanks haar werking.
Discrepantie tussen wil en verklaring
De verklaring kan evenwel door verschillende oorzaken van de wil afwijken.
Voorbeelden: geestelijke stoornis, vergissing, verspreking, verschrijving,
simulatie, scherts, dubbelzinnig woordgebruik (misverstand), verminkte
,overbrenging door een fout in het communicatiemiddel (bode, telegram),
overbrenging aan de verkeerde persoon.
In al deze en dergelijke gevallen kan de totstandkoming van de rechtshandeling
niet op 3:33 worden gebaseerd, aangezien niet kan worden gezegd dat de
verklaring de wil van de handelende openbaarde. De rechtshandeling komt dan
ook niet tot stand, tenzij de totstandkoming door de in 3:35 neergelegde tweede
grondslag (opgewekt vertrouwen) wordt gerechtvaardigd.
Bewijs van discrepantie bij geestelijke stoornis (3:34)
Hij moet bewijzen:
1. Het bestaan van een blijvende of tijdelijke stoornis van zijn geestvermogens
op het moment waarop de verklaring werd afgelegd (zwakzinnigheid, hypnose,
etc.).
2. Verband tussen stoornis en verklaring:
a. de stoornis belette een redelijke waardering der betrokken belangen, of
b. de verklaring werd onder invloed van de stoornis gedaan. In dit kader
een weerlegbaar wettelijk vermoeden.
Grondslag 2 opgewerkt vertrouwen
Artikel 3:35 is van toepassing in alle gevallen, waarin bij een eenzijdige gerichte
of een meerzijdige rechtshandeling een discrepantie bestaat:
1. Een verklaring of gedraging van A (‘toedoen van A).
2. B vatte deze verklaring/gedragingen op als een tot hem gerichte verklaring
van een bepaalde strekking.
3. De opvatting van B kwam overeen met de zin die hij in de gegeven
omstandigheden redelijkerwijze aan A’s verklaring/gedraging mocht
toekennen.
,Aanbod en aanvaarding: 6:217 lid 1
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan:
6:217 lid 1. Het woord ‘daarvan’ geeft aan, dat aanbod en aanvaarding met
elkaar moeten overeenstemmen.
Het aanbod
In wezen is het aanbod een eenzijdige gerichte rechtshandeling. Deze nadere
kwalificatie heeft hier nauwelijks zin:
A. Zolang nog niet is aanvaard, bestaat alleen het aanbod. Dit aanbod is echter
geldig, niet of vernietigbaar overeenkomstig de regels voor meerzijdige
rechtshandelingen: 6:218.
B. Nadat het aanbod is aanvaard bestaat een overeenkomst. Het aanbod en de
aanvaarding zijn daarin samengesmolten, zodat vanaf dat moment slechts de
geldigheid van de resulterende meerzijdige rechtshandeling ter discussie
staat.
Verval van het aanbod
Een aanbod vervalt;
1. Door herroeping
a. Het aanbod- tenzij het tegendeel blijk- herroepelijk (6:219 lid 1). De
herroeping kan echter niet meer geschieden (6:219 lid 2):
• indien het aanbod reeds is aanvaard;
• Indien reeds een aanvaardingsmededeling is verzonden.
b. Soms kan een aanbod in het geheel niet worden herroepen.
2. Door tijdsverloop
a. Aanbod waarin geen tijd is gesteld (6:221 lid 1) een mondeling aanbod
vervalt wanneer het niet onmiddellijk wordt aanvaard een schriftelijk aanbod
vervalt wanneer het niet binnen een redelijke tijd wordt aanvaard.
b. Aanbod waarin wel een tijd is gesteld: vervalt door het verstrijken van
de termijn. “vgl. 6:217 lid 2 en 3:38 lid 1)
3. Doordat het wordt verworpen. Ook een afwijkende aanvaarding geldt als
verwerping.
Een aanbod vervalt niet doordat de aanbieder of de geadresseerde overlijdt,
handelingsonbekwaam wordt of door bewind zijn bevoegdheid tot het sluiten van
de overeenkomst verliest (6:222).
Vrijblijvend aanbod en uitloving: 6:219 lid 2, 6:220
A. Vrijblijven aanbod (6:219 lid 2). Als het aanbod de mededeling “bevat dat het
vrijblijvend wordt gedaan, bestaat een ruime herroepingsmogelijkheid:
herroeping kan zelfs nog onverwijld na de aanvaarding geschieden.
B. Uitloving (6:220).
- Uitloving voor onbepaalde tijd is een gewoon herroepelijk aanbod.
- Uitloving voor bepaalde tijd is een onherroepelijk aanbod (termijnstelling,
6:219 lid
De aanvaarding
Ook de aanvaarding is een (eenzijdige gerichte) rechtshandeling. Zij geschiedt in
beginsel vormvrij (3:37 lid 1), haar inhoud wordt bepaald door de
wilsvertrouwensleer (3:33, 3:35).
Om de overeenkomst te doen ontstaan, moet de aanvaarding aan twee eisen
voldoen:
1. Zij moet inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen.
2. Zij moet zijn gedaan op een moment waarop he aanbod nog van kracht was.
Uitzonderingen:
, a. De aanbieder kan een te late aanvaarding als tijdig laten gelden door
dit onverwijld aan de acceptant mede te delen (6:223 lid 1).
b. Als de aanbieder begrijpt of behoort te begrijpen dat het voor de
acceptant niet duidelijk was dat aanvaarding te laat plaatsvond, geldt de
aanvaarding als tijdig, tenzij de aanbieder de acceptant onverwijld mededeelt
dat hij het aanbod als vervallen beschouwt (6:223 lid 2)
c.Als de aanvaarding de aanbieder niet of niet tijdig bereikt door een
omstandigheid die voor rekening van de aanbieder komt (het geval van 3:37 lid
3), wordt de overeenkomst geacht tot stand te zijn gekomen op het tijdstip
waarop de aanvaarding zonder de storende omstandigheid door de aanbieder
zou zijn ontvangen (6:224, zie ook nr. 34).
Aanbod en aanvaarding dienen met elkaar in overeenstemming te zijn (6:217 lid
1). Als de aanvaarding van het aanbod afwijkt, geldt zij als een nieuw aanbod, en
tegelijk als verwerping van het oorspronkelijke aanbod: 6:225 lid 1.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrtheberkel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.17. You're not tied to anything after your purchase.