100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting H 1 t/m 5 + 11 + 17 - Taal en taalwetenschap $6.96
Add to cart

Summary

samenvatting H 1 t/m 5 + 11 + 17 - Taal en taalwetenschap

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting H1,2,3,4,5,11 en 17

Preview 3 out of 28  pages

  • October 13, 2021
  • 28
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1. Wat is taalwetenschap?


Verschillen tussen mensentaal en dierentaal

Een van de belangrijkste manieren waarop mensen zich van andere dieren onderscheiden, is door
het gebruik van complexe taal. Er zijn pogingen gedaan om dieren, vooral mensapen, een taal te
leren, maar die hebben weinig succes gehad. Dieren hebben overigens wel communicatiesystemen
die je talen zou kunnen noemen. Er zijn echter enkele grote verschillen met mensentalen:

De variatie aan mogelijke boodschappen is bij dierentalen zeer klein.

Dierentalen kennen geen creativiteit, d.w.z. dieren kunnen niet zoals mensen met de taalregels die
ze kennen steeds nieuwe zinnen en boodschappen construeren.

Bij mensentaal is er interactie, het taalgebruik wordt afgestemd op de gesprekspartner. Bij
dierentalen is hier geen sprake van.

Mensentaal is spontaan, mensen kunnen taal namelijk gebruiken zonder dat er een directe
aanleiding of stimulus voor nodig is.

De uiterlijke vorm van mensentaal (bijvoorbeeld hoe woorden klinken) heeft gewoonlijk geen relatie
tot de betekenis. Er zijn wel gevallen waarbij een woord klinkt als dat wat het aanduidt (bijvoorbeeld
miauwen, koekoek). Dit soort woorden wordt onomatopeeën genoemd. Overigens er bij dieren ook
niet altijd een directe relatie tussen klank en betekenis (bijvoorbeeld het zingen van vogels).

Essentieel bij het menselijke taalgebruik is ‘dubbele articulatie’, d.w.z. woorden hebben op zichzelf
een betekenis, maar gecombineerd met andere woorden kunnen ze een ingewikkelde boodschap
vormen. De woordvolgorde speelt ook een rol bij het bepalen van de precieze betekenis.



Het menselijke taalbegrip

De taalwetenschap bestudeert het menselijke taalbegrip. Dit taalbegrip van mensen wordt abstract
en onbewust genoemd. Het is abstract omdat mensen bij het produceren van taal een aantal
taalregels gebruiken, en onbewust omdat mensen dit spontaan doen, zonder dat ze
noodzakelijkerwijs uit kunnen leggen wat die regels precies zijn. Taalwetenschap bestudeert deze
onderliggende regels van taal, de abstracte kennis van taal die in het menselijk brein is opgeslagen.
Een voorbeeld van een dergelijke regel is 'in mededelende hoofdzinnen komt de verbogen vorm van
het werkwoord op de tweede plaats.'

Taalwetenschap probeert de meest algemene regels te vinden, die voor zoveel mogelijk zinnen
opgaan. Regels voor zinsvorming zijn erg belangrijk maar ook bijvoorbeeld zaken als
meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden. In eerste instantie bestudeert de
taalwetenschap de regels van individuele talen, en in het verlengde daarvan worden algemene
regels opgesteld die voor veel of voor alle talen gelden.

,De regels van een taal noemen we de grammatica. Verschillende talen hanteren verschillende regels.
Er zijn echter ook enkele regels die voor alle talen ter wereld opgaan:

Alle talen maken gebruik van kleine elementen (bijvoorbeeld lettergrepen en woorden) als
bouwstenen voor een groter geheel.

Alle gesproken talen hebben klinkers en medeklinkers.

Alle talen kennen de mogelijkheid om te ontkennen, te vragen en te bevelen.

In alle talen bestaan manieren om de zinnen uit te breiden en zo complexere boodschappen over te
brengen.

Het woordje 'zich' heeft in alle talen dezelfde functie.

Alle talen kennen woorden voor zwart en wit en/of voor donker en licht.

Deze eigenschappen die in alle talen gelden worden ook wel universalia genoemd.



Verschillende soorten mensentalen

De taalwetenschap bestudeert natuurlijke mensentalen. Dit zijn talen die in de loop van de
geschiedenis spontaan zijn ontstaan en door kinderen middels interactie met hun omgeving van
jongs af aan worden geleerd, en vervolgens door hen weer worden doorgegeven aan de volgende
generatie.

Naast natuurlijke mensentalen bestaan er enkele andere soorten mensentalen.

Kunsttalen zoals Esperanto, die meestal door één of enkele personen bedacht zijn (vaak uit
idealistische motieven) verschillen in twee belangrijke opzichten van natuurlijke talen:

Ze ondergaan nauwelijks verandering in de loop der tijd.

Ze worden meestal niet van jongs af aan verworven door interactie met de directe omgeving.

Bij computertalen is er, in tegenstelling tot natuurlijke talen, een directe eenduidige relatie tussen
vorm en betekenis. Ook speelt bij computertalen context geen rol en kunnen dus geen ‘woorden’
worden weggelaten of vervangen op basis van aanname van voorkennis bij de
toehoorder/ontvanger.

Nog een soort taal is non-verbale communicatie. Die vindt plaats door middel van bijvoorbeeld
handgebaren, lichaamshouding en gezichtsuitdrukking. Grammatica en dubbele articulatie bestaan
niet bij dit type taal.

Talen zijn in de basis systemen van tekens. Verkeersborden en andere pictogrammen zou je dus ook
een soort taal kunnen noemen, maar deze heeft weinig gemeen met menselijke natuurlijke talen.

Taal is het overbrengen van betekenis, en daarom wordt het woord taal ook wel overdrachtelijk
gebruikt bij allerlei soorten betekenisoverdracht.

Gebarentaal valt onder de natuurlijke talen en voldoet ook aan dezelfde regels, alleen de modaliteit
is anders, namelijk visueel in plaats van auditief.

, Geschreven taal

Het opschrijven van taal is relatief een nog niet zo oud verschijnsel. Het oudste schriftsysteem is
ongeveer 5000 jaar geleden ontwikkeld. De geschreven vorm van taal is afgeleid van spreektaal en
dus secundair. Door schrijven wordt taal visueel en tevens veel duurzamer. Informatie wordt
opgeslagen buiten het menselijke geheugen. Nog steeds zijn er overigens veel samenlevingen met
een taal zonder schrift; daar vindt cultuuroverdracht plaats middels een orale (mondelinge) traditie.



Verschillende talen

Taalwetenschap gaat er vanuit dat er niet zoiets bestaat als primitieve mensentalen. Alle talen
kunnen namelijk alles uitdrukken dat ook in andere talen kan worden uitgedrukt. De manier waarop
dit gebeurt, verschilt natuurlijk wel van taal tot taal. Als er voor een bepaald verschijnsel geen woord
is kan het bijvoorbeeld omschreven worden met meer dan woorden, of er komt een nieuw woord of
leenwoord om dit te doen. In de taalwetenschap wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen
moeilijke en makkelijke talen om te leren. Voor kinderen zijn namelijk alle talen eenvoudig te leren.



Verschillende typen grammatica’s

De taalkundige beschrijft de grammatica die de moedertaalsprekers gebruiken en geeft eventueel
aan wanneer iets een dialect of oude variant van taal is. Zo komt een descriptieve grammatica tot
stand. Hierbij wordt geen enkele taalvariant als beter of slechter/correct of niet correct bestempeld,
maar enkel beschreven. Wanneer een bepaalde taalvariant genoeg voorkomt en er een regel voor
aan te wijzen is kan deze opgenomen worden in een descriptieve grammatica. Wetenschappelijke
grammatica’s zijn altijd descriptief en meestal veel uitgebreider dan andere soorten grammatica’s.

Er bestaan ook zogenaamde prescriptieve grammatica’s, die precies voorschrijven wat de correcte
vorm van taal is en wat niet. De veranderingen die in de loop der tijd in een taal plaatsvinden,
worden bijna altijd als fout beschouwd hierbij. Deze visie op de taal was in de 18e en 19e eeuw
dominant.

Nog een type grammatica is de historische grammatica. Hierbij hanteert de taalkundige een
diachrone (door de tijd heen) aanpak, waarbij hij of zij de ontwikkeling van een taal door de eeuwen
heen beschrijft. Tegengesteld aan de diachrone aanpak is de synchrone beschrijving, die de regels
van een taal op een bepaald moment weergeeft.

Pedagogische grammatica's, tot slot, zijn beschrijvingen van taalregels, die toegespitst zijn op het
onderwijs. In zulke werken komen veel voorbeelden en oefeningen voor. Verder wordt ook
gebruikgemaakt van vergelijkingen met de moedertaal van de leerling. Pedagogische grammatica's
zijn vaak niet per onderwerp ingedeeld maar de hoofdstukken volgen elkaar in volgorde van
complexiteit op, omdat het stap voor stap leren van de taal centraal staat. Ook hebben
pedagogische grammatica's meestal een prescriptief karakter.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittanyschaap. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added