100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Goederenrecht week 1 t/m 6 $4.70   Add to cart

Summary

Samenvatting Goederenrecht week 1 t/m 6

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het handboek Pitlo wat gebruikt wordt bij het vak Goederenrecht.

Preview 4 out of 63  pages

  • Yes
  • October 13, 2021
  • 63
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 1
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding

Begrip Omschrijving Artikel
Vermogen Activa, iemands op geld waardeerbare rechten en plichten.
Goederen Alle zaken en vermogensrechten. Art. 3:1 BW
Zaken Voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten → ‘res Art. 3:2 BW
nullius’ is ook een zaak.
 Gedachten, merken, energie, zee en lucht bijvoorbeeld
niet.
Vermogensrechten Begrip nader toegelicht in het wetsartikel. Art. 3:6 BW
Goodwill Vaste klantenkring, kwaliteit en ligging van het pand waarin het
bedrijf wordt uitgeoefend, de kwaliteit van het bedrijf zelf en
andere materiële en immateriële factoren.
Onroerende zaken Nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde Art. 3:3 BW
beplantingen en gebouwen.
Roerende zaken Alles wat niet onroerend is. Art. 3:3 BW
Registergoederen Zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving Art. 3:10 BW
in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is.
Bestanddelen Onderdelen van een zaak die niet zelfstandig zijn. Of iets een Art. 3:4 BW
bestanddeel is wordt a.d.h.v. verkeersopvattingen bepaald.
Natrekking Een voorwerp verliest zijn zakenrechtelijke zelfstandigheid
doordat het bestanddeel wordt van een andere zaak.
Zaaksvorming Wanneer er van meerdere voorwerpen een voorwerp met een
geheel nieuwe identiteit wordt gevormd.
Vruchten Sommige zaken werpen vruchten af: appels vallen van een Art. 3:9 BW
boom, graan wordt geoogst, dieren krijgen jongen enz.
(natuurlijke vruchten). Of periodieke rente, huur- of pachtprijs
(economische vruchten).
Inboedel Het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering Art. 3:5 BW
van een woning dienende roerende zaken.
Absolute en zakelijke Werken tegenover iedereen en verschaffen de gerechtigde een
rechten separatistpositie in faillissement. Absolute rechten zijn de
zakelijke rechten uit Boek 5 (eigendom, erfdienstbaarheden,
erfpacht, opstal en appartementsrechten). Boek 3 bevat de
volgende absolute rechten (vruchtgebruik, pand- en
hypotheek).
Absoluut recht Werkt tegenover iedereen.
Relatief recht Werkt slechts tegen een of enkele personen en alleen de
wederpartij(en) van de gerechtigden kan dit recht schenden.
Beperkte rechten Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal, vruchtgebruik, pand en
hypotheek.
Vordering op naam Elke vordering die niet d.m.v. het opmaken van een daartoe
strekkend papier tot order- of toondervordering is gemaakt.
Order- en Bij deze vorderingen is er steeds papier vereist.
toondervorderingen
Eigendom Meest volledige recht dat een persoon op een zaak kan Art. 5:1 BW
hebben.
Bruiklener Heeft geen recht op een zaak, maar een recht tegen de uitlener
om diens zaak te gebruiken (ook wel houder genoemd).

Pagina 1 van 63

,Hoofdstuk 10: Eigendom

10.1 Eigendom in het algemeen
Omschrijving van het recht van eigendom in art. 5:1 BW. Eigendom is het meest omvattende recht dat
een persoon op een zaak kan hebben. In art. 5:1 lid 2 BW wordt nader aangegeven welke bevoegdheden
de eigenaar heeft en wat de grenzen daarvan zijn. Het eigendomsrecht is beperkt tot een recht op een
zaak in de zin van art. 3:2 BW, namelijk een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object.

Kenmerken eigendomsrecht
 Eigendomsrecht is het volledigste recht.
 Eigendom is nooit dochterrecht.
o Eigendom is zelf nooit een beperkt recht, in de zin van art. 3:8 BW. Uit het
eigendomsrecht kunnen wel beperkte rechten worden afgeleid.
o De eigenaar kan zijn recht bezwaren met een recht van vruchtgebruik (art. 3:201 BW),
het eigendomsrecht kan niet uit een meer omvattend recht worden afgeleid, want het is
zelf het meest omvattende recht.
 Eigendom bergt in de kiem alle zakelijke rechten in zich.
o Eigendomsrecht kan bezwaard worden met beperkte (zakelijke) rechten, zoals
vruchtgebruik, erfpacht, erfdienstbaarheid, hypotheek en dergelijke.
 De bevoegdheden van de eigenaar vormen een eenheid.
o Het staat de eigenaar niet vrij om zijn recht op te splitsen in juridische bevoegdheden van
verschillende aard die dan vervolgens als zelfstandige rechten worden beschouwd.
o Men kan die bevoegdheden slechts afsplitsen door vestiging van een dochterrecht zoals
bijvoorbeeld het vruchtgebruik.
 Absoluut karakter en droit de suite.
o Het eigendomsrecht is net als alle andere zakelijke rechter een absoluut recht.
o Eigendom kan in beginsel tegenover iedereen worden ingeroepen.
o Met droit de suite wordt bedoeld dat dit recht de zaak waarop het rust volgt. Dus ook als
de zaak gestolen wordt, blijft je eigendomsrecht op die zaak rusten.

Bevoegdheden van de eigenaar
 Exclusief gebruiksrecht (art. 5:1 BW): van niemand toestemming nodig.
o ‘Uitsluiting van eenieder’: eigenaar mag anderen uitzonderen van gebruik.
o Gebruiken omvat ook vernietigen, veranderen, verbruiken.
 Beschikken (art. 3:81 + 3:83 BW)
o Vervreemden en/of bezwaren.
 Revindiceren (art. 5:2 BW)
o Het object van eigendom terugvorderen, dus niet je eigendom! Eigendom blijft
behouden.

Revindicatie
De eigenaar van een zaak is bevoegd haar van eenieder die haar zonder recht houdt, op te eisen. Met
revindicatie vordert men het object terug. Revindicatie veronderstelt dat men immers nog eigenaar is. De
eigenaar die zijn bezit heeft verloren wordt ‘gedeposseerde’ genoemd.
 De gedeposseerde kan van iedere houder of bezitter afgifte vorderen, ook in geval van
faillissement. Hij hoeft daartoe slechts te stellen dat hij eigenaar is, en dat degene tot wie zijn
vordering richt de zaak onder zich heeft.
 Niet noodzakelijk is dat hij aantoont dat de ander de zaak onrechtmatig (i.d.z. van art. 6:162 BW)
onder zich heeft.
 Ter bewaring van zijn recht kan hij ook conservatoir beslag leggen (art. 730 Rv).
 Ook kan het zijn dat de eigenaar zijn recht op grond van de werking van art. 3:86 of 3:88 BW
heeft verloren. Zijn vordering zal dan worden afgewezen, omdat hij niet langer de eigenaar is.



Pagina 2 van 63

,  De eigenaar kan ook een declaratoire uitspraak vorderen ter bevestiging van zijn eigendomsrecht
indien dit recht bijvoorbeeld door een ander betwist wordt (art. 3:302 BW).

Een eigenaar kan niet revindiceren als er sprake is van:
 Verjaring;
o Door een tijdsverloop van twintig jaar (art. 3:306 BW)
o Na verjaring van de revindicatie wordt de bezitter eigenaar van het goed (art. 3:105 BW),
ook al was zijn bezit niet te goeder trouw. Op een gegeven moment kan de dief dus
eigenaar worden.
 Als een zaak kwijt is;
 Niet individualiseerbaar is;
 De zaak zijn zelfstandigheid is verloren door natrekking;
 Iemand houdt de zaak met recht;
 Derde bescherming.

Beperkingen aan het eigendomsrecht
Het eigendomsrecht is niet onbeperkt. Er moet rekening worden gehouden met:
 Rechten van anderen → zakelijke en persoonlijke rechten zoals huur, vruchtgebruik etc.

 Wettelijke voorschriften
o Burenrecht: bijvoorbeeld art. 5:50 en 5:42 BW of hinder (art. 5:37 BW).
 Toetsing onrechtmatige hinder: het komt erop aan wat de (1) aard, (2) ernst, (3)
schade, (4) duur van de hinder en (5) alle omstandigheden zijn van het geval.
Door aan deze vijf elementen te toetsen kan je bekijken of er sprake is van
(on)toelaatbare hinder.
- Denk aan: het verbranden van houtafval op het platteland is heel
gebruikelijk en zal waarschijnlijk geduld moeten worden, terwijl in
iemands achtertuin in een drukke buurt dit niet toelaatbaar is.
- Ook: op een industrieterrein zal er meer geluidsoverlast verdragen
moeten worden dan in een villawijk in de stad.
o Andere wetten in formele zin: bijvoorbeeld Belemmeringenwet Privaatrecht,
Onteigeningswet, Omgevingswet, Woningwet, Huurwet.

 Ongeschreven recht → onrechtmatige daad (art. 6:162 BW).

Misbruik van (eigendoms)recht
 Art. 3:13 BW
 Doormiddel van eigendom iemand onrechtmatig benadelen.
 Ook sprake van misbruik ingeval de eigenaar op grond van zijn recht een bevoegdheid doet
gelden die hij gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, niet kan uitoefenend
(bijvoorbeeld een vordering tot afbraak van een gebouw dat voor een klein deel op het terrein
staat van degene die de vordering tot verwijdering heeft ingesteld).
 Een beroep op misbruik van recht wordt in de meeste gevallen gedaan als reactie op het verweer
van de eigenaar dat zijn eigendomsrecht hem de vrijheid geeft om een bepaalde handeling te
verrichten, zoals in het Watertoren arrest:
o Een huiseigenaar had ruzie met zijn buren. De eigenaar bouwde een watertoren in zijn
tuin om zijn buren te pesten, de watertoren hield zonlicht tegen. De rechter moest aan te
pas komen om te bepalen of het bouwen van een watertoren in de tuin toegestaan was.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de buurman te ver was gegaan, de watertoren was
immers ook niet in gebruik genomen. Hij had geen ander doel dan zijn buren te pesten.
Buren mogen elkaar niet hinderen → art. 5:37 BW.

Criteria misbruik van recht (art. 3:13 BW)


Pagina 3 van 63

, 1. Het gebruiken van de bevoegdheid voor een ander doel dan waartoe die bevoegdheid is
verleend;
2. Het handelen met de bedoeling om een ander te benadelen zonder dat men daar zelf een redelijk
belang bij heeft;
3. Het handelen in een situatie waarin sprake is van een te grote onevenredigheid tussen het
persoonlijk belang dat men dient en het belang van de ander dat men schaadt.

Eigendom van de vruchten
 De eigenaar van een zaak wordt, behoudens de rechten van anderen, eigenaar van de
afgescheiden vruchten (art. 5:1 lid 3 BW).
 Dit is anders wanneer een ander een zakelijk genotsrecht (vruchtgebruik, erfpacht) op de zaak
heeft, waarin het recht op de vruchten is inbegrepen (art. 5:17 BW).

10.2 Eigendom van roerende zaken
Bestanddelen
Eigenaar van een zaak is ook eigenaar van bestanddelen (art. 5:3 BW). Wat als bestanddeel wordt
beschouwd wordt vastgesteld door te bezien wat krachtens verkeersopvatting onderdeel van de zaak
uitmaakt.
 Een bestanddeel Is een onzelfstandig onderdeel van een hoofdzaak, bijv. een knoop van een jas,
schoorsteen van een huis. De jas en het huis zijn hoofdzaken.

 Bestanddeel kan worden aangemerkt als bestanddeel wanneer het verwijderen tot schade leidt
(materiële bestanddelen) of als het volgens verkeersopvatting erbij hoort (bijv. sleutels zijn
bestanddeel van een slot, zadel hoort bij een fiets, dop hoort bij een pen etc.) → dus zonder
beschadigingen.

 Eigenaar van de hoofdzaak wordt automatisch eigenaar van de bestanddelen.
o Stel je leent je fietszadel uit aan je buurman, en hij bevestigt dat zadel aan zijn fiets, dan
verlies je het eigendom van de zadel omdat het zadel bestanddeel is geworden van de
buurman zijn fiets. De buurman is eigenaar geworden → natrekking.

 Dus bestanddeelvorming = eigendomsverkrijging = natrekking.


Eigendomsverkrijging van roerende zaken
1. Toe-eigening (art. 5:4 BW)
o Originaire eigendomsverkrijging = roerende zaak behoorde aan niemand toe + feitelijke
macht verschaffen.
o Bijvoorbeeld: de handelaar van tweedehands spullen, die ‘s ochtends, nog voordat de
Gemeentereiniging het grofvuil ophaalt, zijn ‘voorraden’ aanvult. Deze handelaar
opereert rechtmatig, omdat hij weet dat de zaken die hij zich toe-eigent aan niemand
toebehoren.
2. Schatvinding (art. 5:13 BW)
o Schat = waardevolle zaak, die zolang verborgen is geweest dat daardoor de eigenaar niet
meer kan worden opgespoord (art. 5:13 lid 2 BW).
o Schatten kunnen ook hun ontstaan ontlenen aan natuurrampen, zoals overstromingen en
aardbevingen, waarbij zowel mensenlevens verloren gaan als voorwerpen zoekraken.
o Art. 5:13 lid 3 BW verplicht de ontdekker aangifte te doen van zijn vondst bij de
gemeente, zodat eventueel de herkomst van de zaak kan worden achterhaald.
o De schat komt aan gelijke delen toe aan degene die hem ontdekt en aan de eigenaar van
de zaak waarin de schat wordt aangetroffen.
 Vindt men een schat in eigen zaak, dan is men alleen eigenaar.
 Zijn er meer eigenaars, dan is de regeling van titel 3.7 van toepassing.


Pagina 4 van 63

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MikeR24. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.70
  • (0)
  Add to cart