Samenvatting Stapsgewijs overzicht van het vrije verkeer van goederen, diensten, vestigingen, kapitaal en werknemers (RGBEE10010)
7 views 0 purchase
Course
Recht Van De Europese Unie (RGBEE10010)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Een stapsgewijs overzicht van het vrije verkeer van goederen, diensten, vestigingen, kapitaal en werknemers. Op deze manier kan heel makkelijk en overzichtelijk beoordeeld worden of een casus onder één van de vrijheden valt en zo ja, of de vrijheden worden geschonden.
Overzicht vrijheden
Inhoud
Het vrije verkeer van goederen ...........................................................................................................1
Het vrije verkeer van diensten (Artikel 56 VWEU) ...............................................................................4
Het vrije verkeer van vestiging (artikel 49 VWEU)................................................................................6
Het vrije verkeer van kapitaal (Artikel 63 VWEU) .................................................................................8
Het vrije verkeer van werknemers (Artikel 45 VWEU)..........................................................................9
Als iets niet een goed, kapiteel, persoon is, dan zal het wel een dienst zijn. (Dit is meestal ook zo)
Diensten zijn niet ondergeschikt aan de andere vrijheden (Fidium Finanz), zoals die van het vrije
verkeer van goederen. Het feit dat de vier vrijheden elkaar uitsluiten, sluit niet uit dat in 1 casus
meerdere vrijheden relevant zijn.
Het vrije verkeer van goederen
Artikel 30 VWEU = verbod van in- en uitvoerrechten
Artikel 110 VWEU = binnenlandse belastingen belemmeringen
Artikel 34 VWEU = niet belasting gerelateerde belemmeringen
Stap 1: Wat zijn goederen:
• Op geld waardeerbaar en als zodanig het voorwerp van handelstransacties
• Tastbare fysieke eigenschappen
Structuur artikel 34 VWEU:
Stap 2: Artikel 34 VWEU is alleen van toepassing op situaties waarin er een “grensoverschrijdend
effect” is.
Artikel 34 VWEU is niet van toepassing op:
• Omgekeerde discriminatie (discriminatie van je eigen onderdanen of producten, op binnenlandse
producten mag je allemaal strenge eisen opleggen zolang je die eisen niet oplegt aan producten
die elders geproduceerd zijn. Er is dan geen grensoverschrijdend effect aanwezig)
• Alle andere “situaties waarvan alle aspecten zich binnen een lidstaat afspelen”
Stap 3: rechtstreekse werking
Wel verticale rechtstreekse werking en verlengde verticale rechtstreekse werking. Geen horizontale
rechtstreekse werking. Lidstaten moeten actie ondernemen las private partijen het vrij verkeer van
goederen belemmeren. (schmidberger)
Stap 4: is er een beperking?
Artikel 34 VWEU: “Kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn
tussen de lidstaten verboden”
1
, Dasonville: Het Hof zegt eigenlijk het maakt dus niet uit of een maatregel discriminerend is of niet als
het de handel kan belemmeren dan is het eigenlijk al een maatregel van gelijke werking. (R.O. 5) Als
je als lidstaat een redelijke maatregel wilt nemen om ervoor te zorgen dat die echtheid van
producten kan worden gecontroleerd, dan mag dat dan weer wel. (R.O. 6)
Verduidelijking van MGW in Cassis de Dijon: Wederzijdse erkenning; Als 1 van de lidstaten een
bepaalde productstandaard hanteert en je brengt in die lidstaat een product rechtmatig op de markt,
dan moeten alle lidstaten deze erkennen. Doe je dit als lidstaat niet, dan is dat een maatregel van
gelijke werking. Als de maatregel dwingende van algemeen belang is dan kan dat gerechtvaardigd
worden op basis van de cassis-rechtvaardiging. Is dan geval is de regel nog steeds MGW, maar niet in
strijd met artikel 34 VWEU.
Gevolg hiervan was dat iedereen ging procederen door de ruime definitie van een maatregel van
gelijke werking.
Keck en mithouard: Het Hof heeft er genoeg van (R.O. 14) en de definitie van Cassis de Dijon blijft
(R.O. 15). Dus voor producteisen blijft de regel gelden dat deze maatregelen van gelijke werking zijn,
maar bepaalde niet-discriminerende verkoopmodaliteiten (zoals verbod op wederverkoop met
verlies, verkoop op zondag) vallen niet onder art. 34 (de MGW-definitie van Dassonville) (R.O. 16). Zo
verkoopmodaliteit heeft geen invloed op de markttoegang van producten van andere lidstaten, want
de markttoegang wordt niet verhinderd of moeilijker gemaakt dan voor nationale producten (r.o.
17).
Keck-criteria:
1. Op alle marktdeelnemers van gelijke toepassing.
2. Rechtens/feitelijk dezelfde invloed op de verhandeling van nationale producten en op die van
producten uit andere lidstaten, dus rechtens (direct) en feitelijk (indirect) geen discriminatie.
(Markttoegangtoets)
Dus:
1. Directe en indirect discriminatie is altijd een MGW
2. Producteisen, zelfs zonder onderscheid, zijn altijd een MGW (fammiliapress)
3. “Bepaalde verkoopmodaliteiten” zijn geen MGW tenzij ze direct of indirect discrimineren
Fammiliapress: Als je iets moet veranderen aan het product om aan de regel te voldoen. Dan is die
regel een producteis.
Italiaanse aanhangwagens: Voor gebruiksverboden wordt niet de keck-uitzonder toegepast, dus niet
vergelijkbaar met verkoopmodaliteiten. Maar het Hof introduceert een nieuwe toets, de
markttoegangtoets. Als de regel de toegang tot de markt voor producten uit het buitenland
bemoeilijkt. Dan is dat een maatregel van gelijke werking. Dus ook gebruiksverbod is een maatregel
van gelijke werking en dus moet die gerechtvaardigd worden.
Stap 5: rechtvaardigingen
1. Artikel 36 VWEU
2. Cassis-rechtvaardiging
Criteria voor artikel 36 VWEU:
1. Een rechtvaardigingsgrond genoemd in art. 36; bescherming van de openbare zedelijkheid, de
openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PLodewijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.