Periode: Prehistorie (tot 3000 v.C.)
Tijdvak: Jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
Kenmerkende aspecten:
❖ De levenswijze van jagers-verzamelaars (P1)
❖ Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen (P1)
❖ Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (P2)
P1; De agrarische revolutie (landbouwrevolutie / neolithische revolutie)
9000 - 6000 v.C. > ontstaan landbouwsamenlevingen in het Midden-Oosten
- 7000 > Noord-Afrika (Egypte)
- 6000 > Europa
Eerst jagers-verzamelaars, dit waren nomaden;
- Leven in grotten, hutten, tenten
- Groepen van 20-30 mensen
- Kleine sociale verschillen
- Taakverdeling tussen man en vrouw
- Beperkte handel
- Grotschilderingen
Einde ijstijd (12.000 v.C.) > warmer en droger > minder voedsel > ander middel van bestaan
Andere manier van leven (door klimaatverandering of bevolkingsgroei):
- Natuur naar hand zetten
- Sedentair > dorpen
- Meer voedsel en hoger geboortecijfer > bevolkingsgroei
- Landbouw; akkerbouw en veeteelt
- Nieuwe uitvindingen; weven, potten, stenen gereedschap, metaal
- Slechtere gezondheid vanwege eenzijdig voedsel, harder werk, ondervoeding zodra
gewas mislukt, infectieziekten door dichtbevolktheid en vee
- Sociale ongelijkheid > hiërarchie
P2; Het ontstaan van steden
Vanaf 3300 v.C. ontstonden de eerste steden in M.O. (Soemerië ook wel Mesopotamië) bij
de Eufraat en de Tigris door laag slib > irrigatie > kanalen en waterreservoirs > dijken
Bevolkingsgroei en stedelijke gemeenschap door overvloedige oogsten
Gevolgen irrigatielandbouw:
- Specialisatie; nieuwe beroepen; ambachten, kooplieden, priesters, ambtenaren
- Er ontstonden sociale lagen / hiërarchie
- Er kwam een bestuur; orde handhaven, defensie, irrigatie onderhouden
- Uiteindelijk erfelijk koningschap; ambtenaren deden administratie; wetten, belasting
In Egypte later zelfde proces maar dan bij de Nijl die ieder jaar overstroomde
Met opkomst steden ontwikkelde zich ook het schrift; hiërogliefen en spijkerschrift
Handig voor bestuur; wetten en administratie konden worden opgeschreven
Soemeriërs waren het eerste volk dat de prehistorie verliet
Godsdienst zeer belangrijk; goden moesten te vriend blijven; priesterschap belangrijk
Vanaf 1500 v.C. een alfabetschrift
,P3; Machtige rijken in het Midden-Oosten
Rond 3100 v.C. ontstaat Egypte rond de Nijl onder farao Menes; eerste staat
- Afgebakend gebied
- Centraal bestuur (farao)
- Eigen rechtssysteem
- Geweldsmonopolie van overheid
De farao was opperbevelhebber van het leger, opperrechter en opperpriester (god)
Ambtenaren verdeelden na de overstroming het land, onderhielden het irrigatiesysteem en
inden belasting
Rond 2000 v.C. ontstond het Babylonische Rijk in Mesopotamië
De grenzen van Egypte waren gemakkelijk te verdedigen door de woestijn
Polytheïstische godsdienst; leven na de dood; grafgiften in piramides en rotsgraven
Farao moest Maät handhaven; kosmische orde, stabiliteit en harmonie in samenleving
Farao was verantwoordelijk voor alles en werd als god aanbeden; zoon van zonnegod Re
Farao en priesters zorgden dat goden tevreden bleven d.m.v. tempels en offers
In Mesopotamische / Babylonische Rijk was de koning geen god, wel opperpriester
Volgens Mesopotamiërs kwam je na dood in onderwereld, ook waren er minder
monumentale gebouwen
In Egypte was er geen vrije handel en in Mesopotamië wel
, Hoofdstuk 2; De klassieke oudheid
Periode: Oudheid (3000 v.C. - 500 n.C.)
Tijdvak: Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500 n.C.)
Kenmerkende aspecten:
❖ De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat (P1)
❖ De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur (P4)
❖ De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde (P3, 4)
❖ De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa (P4, 6)
❖ De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten (P5)
P1; De Griekse democratie
Beslissingen in Athene werden door de volksvergadering genomen; directe democratie
door vrije mannen met burgerrecht; arm of rijk maakte niet uit
Athene was een polis; stadstaat; stad omringd met platteland
Vroegere bestuursvormen; monarchie (koning), aristocratie (adel), tirannie
Mannen die vochten als soldaat of bij marine kregen burgerrecht
Volksvergadering; raad van 500 (voor 1 jaar); controleerde dagelijks bestuur (50 mannen,
voor 1 maand); dagelijks bestuur had elke dag andere voorzitter
Rechtspraak was in handen van volksjury; gekozen door lot
10 generaals / strategen werden elk jaar gekozen door volksvergadering
Er kon besloten worden iemand te verbannen door ostracisme (schervengericht)
Sommige filosofen hadden kritiek op de Griekse democratie;
- Socrates; ‘Ik weet niets, behalve dat ik niets weet’
- Plato; Athene moest bestuurd worden door filosofen
- Aristoteles; mengvorm van monarchie, aristocratie en tirannie en kennis
P2; het Hellenisme
Philippus van Macedonië (382 - 336 v.C.) veroverde Griekenland; einde autonomie
Alexander de Grote (356 - 323 v.C.) veroverde Perzische Rijk
Oorzaken succes Alexander;
1. Militair genie, doorzettingsvermogen, afdwingen trouw; wispelturig
2. Alexander speelde in op gewoontes; hij werd farao in Egypte en in Perzië nam hij de
bestaande bestuursstructuur over (satrapen)
3. Alexander streefde naar gemengde elite
Generaals verdelen het rijk; diadochenrijken > worden later veroverd door de Romeinen
Tijdens deze periode raakte de Griekse cultuur verspreid over dit gebied; hellenisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hansklok1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.