100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Volledige samenvatting Inleiding in de rechtswetenschap (VEMIRE11), ISBN: 9789082278736 Inleiding Recht. Vastgoed & makelaardij leerjaar 1. Afgerond met een 9,5$6.97
Volledige samenvatting Inleiding in de rechtswetenschap (VEMIRE11), ISBN: 9789082278736 Inleiding Recht. Vastgoed & makelaardij leerjaar 1. Afgerond met een 9,5
Complete samenvatting inleiding recht. Bevat een samenvatting van alle aantekeningen, toelichting en het boek. Wetboekartikelen bij onderwerp genoemd, zodat dit ook makkelijk terug te vinden is. Eindcijfer 9,5 op het tentamen.
H7
- Kiesrecht art. 4 Gw
- Ontzet van kiesrecht door rechter art. 54 lid 2 Gw
- Regering art. 42 lid 1 Gw
- Kabinet art. 45 Gw
- Reglement van Orde van de Tweede Kamer art. 139a en 139b RvO II
- Regering en Staten-Generaal maken de wetten art. 81 Gw
- AMvB art. 89 Gw
- AMvB bij koninklijk besluit vastgesteld art. 89 lid 1 Gw
- Rechter mag wetten in formele zin niet aan art. 120 Gw
de Grondwet toetsen
- Rechter mag wetten wel aan regels van art. 94 Gw
Internationaal recht toetsen
- Koning onschendbaar, ministers verantwoordelijk art. 42 lid 2 Gw
- Vragenrecht art. 68 Gw
- Recht van interpellatie art. 68 Gw
- Enquête recht art. 70 Gw & Wet op de Parlementaire
Enquête
- Budgetrecht art. 105 Gw
- Vrijheid van godsdienst art. 6 Gw
- Vrijheid van vergadering art. 9 Gw
- Brief- en telefoongeheim art. 13 Gw
- Kiesrecht art. 4 Gw
- Verbod op discriminatie art. 1 Gw
, 3
H8
- Wettelijke belanghebbendenbegrip art. 1:2 Awb
- Recht van aanvraag indienen art. 1:3 lid 3 Awb
- Recht van toegezonden krijgen van een art. 3:13 lid 1 Awb
ontwerpbesluit
- Recht van indienen van zienswijzen art. 3:15 lid 1 Awb
- Recht van ontvangen van een motivering art. 3:46 lid 2 Awb
- Recht van het instellen van rechtsmiddelen art. 7:1 en 8:1 Awb
- Recht van indienen van een verzoekschrift art. 8:88 Awb
tot schadevergoeding
- Besluitbegrip art. 1:3 lid 1 Awb
- Beschikking art. 1:3 lid 2 Awb
- Beschikking aangevraagd door belanghebbende art. 1:2 lid 1 Awb
- Besluit art. 1:3 lid 3 Awb
- Beleidsregels art. 1:3 lid 4 Awb
- Attributie afdeling 10.1.3 Awb
- Delegatie afdeling 10.1.2 Awb
- Mandaat afdeling 10.1.1 Awb
- Zorgvuldigheidsbeginsel art. 3:2, afdeling 3.3 en 3.4
4.1.1 en 4.1.2 Awb
- Motiveringsbeginsel art. 3:46, 3:50 en 3:47 Awb
- Beginsel van fair play deels in art. 2:4 Awb
- Verbod van detournement de pouvoir art. 3:3 Awb
- Verbod van willekeur art. 3:4 lid 2 Awb
- Gelijkheidsbeginsel deels in art. 1 Gw
- Vertrouwensbeginsel ongeschreven
- Bestuursdwang art. 5:21 Awb
- Last onder dwangsom art. 5:32 Awb
- Bestuurlijke boete art. 5:40 lid 1 Awb
- Bezwaar maken bij bestuursorgaan art. 6:4 e.v. Awb
- Administratief beroep art. 1:5 en afdeling 7.3 Awb
- Beroep titel 8.1, 8.2 en 8.3 Awb
- Na administratief beroep geen beroep op art. 8:5 lid 2 Awb
rechter mogelijk
- Hoger beroep titel 8.5 Awb
H9
- Vragen begin rechtszitting art. 348 Sv
- Vragen na onderzoek ter terecht zetting art. 350 Sv
- Legaliteitsbeginsel art. 16 Gw en art. 1 Sr
- Uitlokking art. 47 lid 2 sub 2 Sr
- Doen plegen art. 47 lid 1 sub 1 Sr
- Medeplegen art. 47 lid 1 sub 1 Sr
- Medeplichtigheid art. 48 Sr
- Overmacht art. 40 Sr
- Noodweer art. 41 lid 1 Sr
- Noodweerexces art. 41 lid 2 Sr
- Wettelijk voorschrift art. 42 Sr
- Ambtelijk bevel art. 43 lid 1 Sr
- Onbevoegd ambtelijk bevel art. 43 lid 2 Sr
- Ontoerekenbaarheid art. 39 Sr
- Tbs art. 37a
- Functionele daders art. 51 Sr
, 4
Deeltoets vragen
Les 1 Ondernemingsrecht
1. Vereniging is een rechtspersoon
2. Een maatschap heeft geen afscheidend vermogen
3. Een bestuurder van een BV kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld in geval van wanbeleid
4. BV i.o. is een besloten vennootschap in oprichting
5. Een stichting heeft geen winstoogmerk
6. De AVA stelt de jaarrekening bij een gewone BV vast
7. Een ondernemingsraad is verplicht bij 50 werknemers of meer
8. Bij een VOF is er sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid bij beheersdaden
9. Het bestuur heeft de dagelijkse leiding over de BV
10. Een beheersdaad is een daad die binnen het doel van de maatschap valt
Les 2 Goederenrecht
1. Het goederenrecht is onderdeel van het vermogensrecht
2. Onroerende zaak= een zaak die vast zit aan de grond
3. Absoluut recht kun je tegenover een ieder inroepen
4. Bram en Mo wonen naast elkaar. Bram moet gebruik maken van het erf van Mo om in zijn eigen
woning te komen. Dmv het absolute recht ‘recht van erfdienstbaarheid’ kunnen Bram en Mo deze
situatie regelen
5. Esra huurt grond van William. Voor haar gereedschap laat ze een schuur op die grond bouwen.
Welk absoluut recht moeten Esra en William vestigen om ervoor te zorgen dat het schuurtje
eigendom is van Esra: ‘recht van opstal’
6. De 3 eisen waaraan voldaan moet worden voor een geldige overdracht:
a. Geldige titel
b. Beschikkingsbevoegdheid
c. Levering
7. De absolute recht ‘pandrecht’ is een zekerheidsrecht
8. Huurbeding= de woning mag niet verhuurd worden zonder instemming van de bank
9. Eigendom is het meest omvattende recht dat iemand op een zaak kan hebben
10. Erik steelt de fiets van Hasan. Erik is juridisch gezien bezitter.
Les 3 Verbintenissenrecht
1. Een nietige overeenkomst is nooit geldig geweest. Een overeenkomst die je kan vernietigen is iets
wat je zelf kan doen omdat het niet nagekomen is etc.
2. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding
3. Bedrog= als er opzettelijk onjuiste mededelingen worden gedaan
4. Nakoming= dat partijen aan de overeenkomst voldoen
5. Sprake van consumenten aankoop: Rachid koopt een auto van autodealer BV
6. Één van de voorwaarden voor een onrechtmatige daad is causaal verband. Causaal verband= de
schade is het gevolg van de daad
7. Vermogensschade= schade die je kunt uitdrukken in geld
8. Risicoaansprakelijkheid= schade wordt aan iemand toegerekend zonder dat er sprake is van schuld
9. Tijdens een storm zijn de dakpannen van de woning van Halina op de auto van Ben gewaaid,
waardoor de auto is beschadigd. Halina moet de schade aan de auto voldoen, omdat de schade is
ontstaan door haar gebrekkige woning
10. John heeft een laptop gekocht, maar bij betaling heeft hij 2x betaald. Er is hier sprake van
onverschuldigde betaling
, 5
Les 4 Burgerlijk procesrecht
1. Een rechterlijke organisatie bestaat uit 3 soorten gerechten: Rechtbanken, gerechtshoven en Hoge
Raad
2. Met het gerecht in eerste aanleg worden de Rechtbanken bedoeld
3. Nederland kent 1 Hoge Raad
4. Lijdelijkheid van de rechter betekent dat de rechter zich laat leiden door de feiten die partijen
presenteren
5. Je moet je in een gerechtelijke procedure niet bij te laten staan door een advocaat. Je kunt bij de
kantonrechter namelijk zonder advocaat procederen
6. Een dagvaarding is een schriftelijk stuk waarin staat wat de eiser van de gedaagde eist
7. De uitspraak van de Hoge Raad heet een arrest
8. Hoger beroep wordt ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank
9. Een verstekvonnis is een vonnis dat wordt gewezen terwijl een gedaagde afwezig is.
10. Een kort geding wordt ingesteld als er sprake is van een spoedeisend belang.
Les 5
1. Decentralisatie= bevoegdheden worden territoriaal of functioneel gespreid
2. De Tweede Kamer telt 150 zetels
3. De Eerste Kamer wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten
4. De regering bestaat uit de Koning en de ministers
5. De Tweede Kamer wordt direct gekozen door de burgers
6. AMvB betekent Algemene Maatregel van Bestuur
7. De wet in formele zin wordt gemaakt door de regering en de Staten-Generaal
8. Passief kiesrecht= het recht om je kandidaat te stellen bij verkiezingen
9. De Provinciale Staten is de volksvertegenwoordiger op provinciaal niveau
10. De overheid mag zich niet bemoeien met de klassieke grondrechten
, 6
H1 Introductie
Met internationaal = internationaal publieksrecht = Volkenrecht.
Internationaal privaatrecht is de tak van het recht die in een internationale situatie zal uitmaken welk recht
van welk land van toepassing is, welke rechtbank van welk land bevoegd is, en hoe andere landen die
rechterlijke uitspraak eventueel zullen erkennen en uitvoeren.
Het nationaal recht omvat het privaatrecht en het publiekrecht.
Het privaatrecht omvat het geheel van rechtsregels dat de rechtsbetrekkingen tussen particulieren regelt.
Het privaatrecht is in hoofdzaak te vinden in het burgerlijkwetboek en het wetboek van de burgerlijke
rechtsvordering.
Het privaatrecht wordt verdeeld in:
- Personenrecht
- Vermogensrecht
- Burgerlijk procesrecht
Het verbintenissenrecht wordt weer onderscheiden in:
- Overeenkomsten- of contractenrecht
- De verbintenissen uit de wet
Het publiekrecht geeft regels voor de verhouding tussen de burger en de overheid en tussen
overheidsinstanties onderling. Publieksrecht kan worden onderverdeeld in:
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
- Strafrecht
Het staatsrecht heef hoofdzakelijk betrekking op de instelling, de organisatie en de bevoegdheden van de
staatsorganen en de verhoudingen van deze organen tot de burgers. Het staatsrecht is in hoofdzaak
neergelegd in de Grondwet en daarop gebaseerde wetten, zoals de gemeentewet, de provinciewet en de
Waterschapswet.
Het bestuursrecht is niet op 1 plaats te vinden. Daarvoor moeten wet internationaal recht, de nationale
wetgeving, de jurisprudentie en de literatuur worden bestudeerd. Onder nationale wetgeving vallen veel
bestuursrechtelijke wetten, algemene maatregelen van bestuur en decentrale regelingen. Deze verzameling
staat bekend als bijzonder bestuursrecht. Veel algemene regels van bestuursrecht zijn in de afgelopen jaren
samengebracht in de algemene wet bestuursrecht. Dit heet het algemeen bestuursrecht.
Strafrecht is in hoofdzaak opgenomen in het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering.
Het Europees en internationaal publiekrecht, het volkenrecht, omvat de rechtsregels die tussen staten
gelden.
, 7
Niet elk mens is goed en de interpretaties van een situatie verschillen nogal van elkaar. In dat geval is het
aan de rechter om een oordeel te geven.
Het recht is te vinden in rechtsbronnen. Rechtsbronnen zijn:
- Wetten
- Verdragen
- Jurisprudentie
- Gewoonten
Wetten
Het recht is in de eerste plaats te vinden in wetten, ook wel regelgeving genoemd.
Wetten worden gemaakt door de overheid, de centrale overheid of de decentrale overheid, zoals provincie
en gemeente. Ook andere, aan de overheid gelieerde instanties kunnen regels opstellen
Regelgeving
Nationale regels Europese regels Verdragen
Algemeen verbindende voorschriften
Wet in formele zin Wet in materiële zin
Gemaakt door Gemaakt door
regering en Staten- andere wetgevers
Generaal
Rangorde tussen wetten en de daarin neergelegde regels:
- De hogere regel gaat voor de lagere regel
- De bijzondere regel gaat voor de algemene regel
- De jongste regel gaat voor de oudere regel
- Algemeen verbindende voorschriften
Formele wetten zijn gemaakt door de nationale wetgever: de regering en Staten-Generaal. (2e en 1e kamer)
Materiële wetten richten zich op alle inwoners van Nederland. Een besluit dat maar tot één persoon of één
bepaalde groep mensen gericht is, is geen materiële wet. Een formele wet die bedoeld is voor alle mensen in
Nederland is tegelijk ook een materiele wet. Een gemeentelijke verordening is geen formele wet, want zij is
niet gemaakt door de nationale wetgever. Het is wel een materiele wet want zij geld voor alle mensen
binnen de gemeente.
Jurisprudentie
Jurisprudentie betekend rechtspraak. Het interpreteren of uitleggen van de wet door de rechter wordt
jurisprudentie genoemd. Rechters gebruiken de volgende interpretatiemethoden:
- Anticiperende interpretatiemethode
- Grammaticale interpretatiemethode
- Wethistorische interpretatiemethode
- Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EvelineSchipperHR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.