Hoorcollege 1 Toepassing gehechtheidstheorie op professionele opvoeders (Debora
Roorda)
Voorbereidingsvragen:
- Kunnen relaties met professionele opvoeders (leerkrachten, pedagogisch
medewerkers, groepsleiders) worden gezien als gehechtheidsrelaties?
- Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen de drie contexten
(kinderopvang, schoolcontext en jeugdzorg) in de toepassing van de
gehechtheidstheorie op professionele opvoeder-kindrelaties?
Stellingen: worden tijdens het laatste hoorcollege gediscussieerd.
- De rol van professionele opvoeders is invloedrijker in de kinderopvang dan in de
schoolcontext en jeugdzorg, omdat kinderen in deze periode jonger zijn en daarom
kneedbaarder.
- Jongens hebben vaak een negatievere relatie met professionele opvoeders dan
meisjes. Dit geldt voor zowel de kinderopvang, schoolcontext als de jeugdzorg.
- Risicoleerlingen worden sterker beïnvloed door de relatie met de leerkracht. Dit geldt
ook voor de jeugdzorg en kinderopvang.
- De zes interactievaardigheden uit het CIP-model (kinderopvang) zijn ook van
toepassing op de schoolcontext en de jeugdzorg.
- In de residentiele setting zijn structuur en duidelijke regels belangrijker dan
emotionele ondersteuning en sensitiviteit, terwijl in de schoolcontext en de
kinderopvang de affectieve kwaliteit van de relatie belangrijker zijn.
Een gehechtheidsrelatie is een…
Een speciale emotionele band die
- Een duurzaam, exclusief (uniek) karakter heeft
- Niet per definitie wederkerig is
- Een belangrijke context biedt voor het (leren) reguleren van emoties
Een gehechtheidsrelatie is meer dan een affectieve band
- Onderscheidend kenmerk: het zoeken van veiligheid bij een partner
De relatie met professionele opvoeders is niet langdurig en ook niet exclusief. Sprake van
een ongelijkwaardige relatie. Je bent of degene die veiligheid zoekt of degene die veiligheid
geeft. Professionele opvoeders hebben vaak een grote groep waar zij voor zorgen en ook
wisselen de professionele opvoeders dagelijks over de verschillende groepen.
,2
Toch zijn er ook gelijkenissen: bijvoorbeeld vergelijkbare reacties bij stress.
- Veilige haven: nabijheid bij stress
- Veilige basis: voor exploratie omgeving
Professionele opvoeders kunnen dienen als potentiele gehechtheidsfiguren, vooral bij jonge
kinderen omdat hun veiligheidssysteem vaker wordt bedreigd. Daarnaast geldt hetzelfde
voor kinderen uit risicogroepen, bijvoorbeeld door problemen met zelfregulatie, in
overgangssituaties, die lijden onder (langdurige) stress in het gezin, die mishandeld of
misbruikt worden of kinderen in de jeugdzorg.
Emotionele veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen functioneren.
Alternatieven hiervan zijn passiviteit, agressie en bijvoorbeeld drugsgebruik. Als het zelf niet
lukt, is er een hechtingsfiguur nodig.
Mentale representaties zijn interne werkmodellen of een geïnternaliseerd beeld van de
relatie. Het gaat hierbij over gevoelens, gedachten, verwachtingen over zichzelf, de
relatiepartner en de onderlinge relatie. Dit is gebaseerd op vroegere ervaringen met relaties
en/of interacties met ouders. Deze mentale representaties kunnen slechts deels
gecorrigeerd worden. Ze zijn (mede)bepalend voor toekomstig gedrag binnen de relatie.
‘The first three years of life are crucial for social emotional and cognitive development
and overall mental health’.
Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang kunnen fungeren als secundaire
gehechtheidsfiguur. Betrokkenheid van de primaire verzorgende is enorm belangrijk.
Compenserende rol veilige hechting aan pedagogisch medewerker.
Binnen de jeugdzorg (Adshead, 1998): gehechtheidsrelatie gezien als nabijheid zoeken,
uitgelokt door dreiging/stress of angst, gebruikt als veilige basis. Hulpverlener wordt gezien
als tijdelijke gehechtheidsfiguur. Hechtingsproblemen gezien als verklaring voor
gedragsproblemen. Hulpverleners met hechtingsproblemen lijken meer kans te hebben om
zelf ook in de jeugdzorg te gaan werken. Ze zijn vaak overbetrokken of negeren de
problemen van cliënten. Ook zou je dit terug kunnen zien in het overschrijden professionele
grenzen, agressief gedrag of mishandeling.
Tips voor interventie:
- Empathisch luisteren en ruimte voor pijnlijke ervaringen
- Informatie op juiste manier aanbieden (niet bedreigend)
- Werken aan vertrouwensrelatie en zorgen voor veilige basis
- Consistentie hulpverleners heel belangrijk
- Hulpverleners helpen om gedrag te begrijpen en ermee om te gaan
Voorbereidingsvragen:
- Zijn ouders uit de ouderparticipatie-crèche even goed/minder goed/ beter dan
professionele opvoeders uit de kinderopvang?
- Waar staat de Nederlandse kinderopvang als het gaat om de pedagogische kwaliteit
t.o.v. andere landen en werelddelen?
- Welke zes interactievaardigheden zijn beoordeeld in recente peilingen van de
Nederlandse kinderopvang?
Jaarlijks gaan er 823.360 kinderen tussen 0-12 jaar naar de kinderopvang op zo’n 13.000
verschillende locaties.
Verbetering van de proceskwaliteit verklaart voor 53% groei in ontwikkeling van kinderen.
Pedagogische kwaliteit in de Nederlandse kinderopvang:
, 4
Voldoende: Ruimte en meubilering, taal, activiteiten (matig), interacties, programma.
Interactievaardigheden staf: emotionele ondersteuning, structureren en grenzen stellen,
praten en uitleggen en gedragsregulatie.
Onvoldoende: geletterdheid, rekenen. BSO: deel materiaal, taal en denken, natuur, video/tv,
muziek/dans/drama. Interactievaardigheden staf: educatieve ondersteuning,
ontwikkelingsstimulering, begeleiden van interacties.
Opvoedingsopgaven: opvoedingsvaardigheden die van belang zijn om het optimaal behalen
van ontwikkelingstaken mogelijk te maken.
- 0-2 jaar: sensitief en responsief reageren op behoefte en signalen van het kind
(emotionele ondersteuning).
- 2-4 jaar: emotionele steun bieden, autonomie erkennen, structureren en grenzen
stellen, uitleggen.
- 4-12 jaar: kind met vriendjes laten omgaan, autonomie bevorderen, structuur
bieden.
- 12-16 jaar: ondersteunen in bepalen van nieuwe positie ten opzichte van zichzelf,
vrienden en ouders.
6 interactie-vaardigheden:
- Sensitieve responsiviteit
- Respect voor autonomie
- Structureren en grenzen stellen
- Praten en uitleggen
- Ontwikkelingsstimulering
- Begeleiding van interacties
Interactievaardigheden pedagogisch medewerkers: ‘Gespleten profiel’
- Emotionele ondersteuning van de kinderen door de staf is doorgaans adequaat tot
goed.
- Structureren en grenzen stellen is adequaat tot goed.
- De educatieve stimulering door de staf is duidelijk zwakker.
Dit gespleten profiel is zichtbaar in alle kinderopvangsoorten.
Voorbeeldvragen tentamen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juulm99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.