100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie - probleem 1-8 en hoorcolleges $7.20   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie - probleem 1-8 en hoorcolleges

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staan de problemen en hoorcolleges uitgewerkt. Met deze samenvatting heb ik een 8,7 gehaald.

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 45  pages

  • October 15, 2021
  • October 15, 2021
  • 45
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Sociologie – NBS 1

Leerdoel 1: Wat is sociale stratificatie en wat zijn belangrijke aspecten
ervan?
 vooral economische aspecten (armoede & klasse)

Stratificatie is een systeem waarmee een samenleving categorieën van
mensen in hiërarchie rangschikt. Sociologen spreken hierover om
ongelijkheden tussen individuen en groepen te beschrijven. Het is het
bestaan van gestructureerde ongelijkheden tussen groepen in de
samenleving
5 BASISPRINCIPES:
1. Sociale stratificatie is een karakteristiek van de
samenleving, niet zomaar een reflectie van individuele
verschillen.
- Systeem dat ongelijke toegang tot bronnen verleent
- Leden van industriële samenlevingen beschouwen sociale status
als een weerspiegeling van persoonlijk talent en inspanning, maar
we overdrijven de maten waarin mensen zelf hun lot bepalen
 Titanic: heeft de eerste klas het meer overleefd omdat ze
slimmer/beter konden zwemmen? Waarschijnlijk niet. Ze voeren
beter omdat ze in de bevoorrechte positie op het schip zaten.
 Rijke kinderen zullen sneller gezond, succesvol, langer leven dan
kinderen die arm zijn geboren. Hier kunnen ze niets aan doen, maar
het creëert wel sociale stratificatie.
2. Sociale stratificatie bestaat in alle generaties.
- Vaak wordt generatie op generatie overgebracht hoe mensen in de
samenleving staan. De ongelijkheid blijft voortbestaan.
- Sociale mobiliteit  iemands positie in de sociale hiërarchie
verandert.
3. Sociale stratificatie is universeel maar varierend.
- Bestaat overal, maar wat ongelijk is en hoe ongelijk alles is,
verschilt van de ene samenleving van de ander.
4. Sociale stratificatie betrekt niet alleen ongelijkheid, maar
ook geloof.
- Soms wordt ongelijkheid gerechtvaardigd. Net als wat ongelijk
betekent in verschillende samenlevingen, is dat hetzelfde bij
waarom mensen ongelijk moeten zijn (ideologieën, hegemonie)
5. Sociale stratificatie leidt tot gedeelde identiteiten
- Identiteit dient om de ene sociale scheiding van de andere te
onderscheiden en is vaak nauw verbinden met verschillende soorten
cultuur. In alle systemen van sociale verdeeldheid hebben mensen
een idee van hun locatie; die kunnen ze accepteren, verhandelen of
zelfs verzetten.
- Ik kan iemand bijv. goed aanvoelen door interesses/overtuigingen,
maar sociale stratificatie rukt dat uit elkaar
- Zelfde mensen voelen zich vaker beter verbonden en delen een
identiteit

,Intersectionaliteit: de manieren waarin andere vormen van ongelijkheid
en divisie interactie hebben met elkaar




OPEN EN GESLOTEN SYSTEMEN
- Gesloten systemen staan weinig verandering in sociale positie toe
- Open systemen bieden meer mobiliteit

Slavernij:
- Gesloten systeem

Feodaal stelsel:
- Gebaseerd op een systeem van rigide hiërarchie van rechten en
plichten
- 3 grote groepen: adel, geestelijken & burgers
- Het land werd gecontroleerd door landheren, boeren werden
gecontroleerd door adel, etc.
- Eigenlijk gesloten systeem, maar is nog in te schuiven (?)

Kastensysteem:
- Vorm van sociale stratificatie, gebaseerd op geërfde status of
tenaamstelling
- Eigenlijk een gesloten systeem
- In India, maar ook wat breder in andere landen

Klassensysteem:
- Meer open systeem  mensen met meer scholing en skills kunnen
sociale mobiliteit ervaren wanneer je kijkt naar hun ouders/kinderen
- Vervaagt klassen, sociale grenzen vervagen wanneer immigratie
plaatsvindt of binnenlandse emigratie
- Mensen BLIJVEN ongelijk, maar het is wel vrijer

ARMOEDE:
gebrek aan geld, economische, politieke of culturele macht
3 soorten armoede:
- Absoluut
- Relatief
- Structureel

Belangrijke dimensies armoede:
- Weinig technologie
- Grote populatiegroei
- Traditionele culturele patronen
- Grote ongelijkheid
- Hoge geslachtsongelijkheid
- Gekoloniseerde wereldwijde machtsrelaties

, KLASSE
…-thesis: Arbeidsklasse ging steeds meer op middelklasse lijken.
Welvarende klasse viel naar beneden. Iedereen zit in een middelste
levensklasse. (h10, boven marshall bijv.)

4 klassen:
1. Upper Class (upper-upper/lower-upper)
2. Middle Class (upper-middle/service-middle)
3. Lower middle Class
4. Working Class

Karl Marx: kapitalisme manifesteert ongelijkheid door uitbuiting, 2-
klassensysteem: proletariaat/kapitalisten. Kapitalisme is dus een
klassensysteem waarin conflict onvermijdelijk is omdat het in het belang
van de overheersende klasse is om de werkende klasse uit te buiten en
omdat het in het belang van deze werkers is om deze uitbuiting te
overwinnen.

Max Weber: klasse, status en macht. Stemde overeen met Karl Max dat
sociale stratificatie oplaait door sociale conflicten, maar verschilde van
mening in verschillende belangrijke aspecten. Weber vond 2-
klassensysteem te simpel. Hij toonde stratificatie als een complexer
samenspel van 3 dimensies: economische ongelijkheid, status en macht 
multidimensionale positie


Leerdoel 2: Hoe ontstaat sociale stratificatie, hoe kan het voorbestaan en
hoe kunnen we de huidige sociale stratificatie verklaren?

Modernisatie-theorie: conservatieve blik
- Een model van economische en sociale ontwikkeling dat wereldwijde
ongelijkheid omschrijft op gebied van verschillende levels van
ontwikkelde technologie in samenlevingen
- Ontstond in de 50’s, wanneer modern worden heel populair werd in
de Westerse wereld, maar ook een periode van vijandigheid naar de
VS (zij symboliseerde het) in veel arme samenlevingen
- Niet elke samenleving wilde die nieuwe technologie ook echt,
sommige waren te conservatief daarin. Deze theorie stelt traditie
dan ook als barrière van een economische ontwikkeling.
- 4 stadia: traditional states (geen techno), take-off states (heel
langzaam maar zeker), technologische volwassenheid, hoge massa
consumptie
- Critici: ontwikkeling door de technologie valt echt mee, rijke landen
meer een oorzaak van arme landen

Afhankelijkheids-theorie: kritische kijk
- Een model van economische en sociale ontwikkeling dat wereldwijde
ongelijkheid met betrekking tot historische exploitatie van arme
landen door rijke landen omschrijft

, - Door deze exploitatie zijn arme landen afhankelijk geworden van de
rijke landen. Het is een neerwaartse spiraal, misbruik door rijke
landen en multinationals.

Globaliserings-theorie
- Een theorie die ervan uitgaat dat de wereldeconomie steeds meer
verbonden raakt
- Onderscheid perifere/kernlanden


Ideologie
- Culturele overtuigingen zijn bijv. een oorzaak dat ongelijkheid wel
gerechtvaardigd is

Ideologie: was er ook een
Habitualisering: onderste klassen zijn gewend zo te zijn, generatie op
generatie
Onderwerping: klassen zijn te zwak om verandering in te brengen
Macht: mensen hebben te weinig macht om verandering te brengen

De Davis-Moore thesis verklaart dat sociale stratificatie universeel is
omdat het bijdraagt aan de werking van de samenleving. In klassen-
systemen, worden mensen gemotiveerd door ongelijke prijzen om
belangrijke posities in de samenleving op te vullen. Critici zeggen dat het
moeilijk is objectief te zien, stratificatie kan zorgen dat sommige mensen
hun skills niet kunnen ontwikkelen en dat sociale stratificatie vaak sociaal
conflict oplevert.
Meritocratie: samenleving gebaseerd op inspanningen van burgers, en
worden beloningen gegeven voor inspanning  die mensen die
beloningen uitdelen regeren ook

Conflict: arbeiders/eigenaren van fabrieken  arbeiders gingen het zat
worden en kwam een revolutie, tegen het kapitalisme (Marx)
 de van Marx evolutionaire ontwikkelingen zijn uitgebleven

!!!! soorten ongelijkheden

Sociologie – NBS 2

Leerdoel 1: Wat is racisme en wat zijn de belangrijke aspecten van
racisme?

Proces om mensen te rangschikken op basis van hun veronderstelde ras,
wordt nu racialisering genoemd: het vormt de kern van het systeem van
ongelijkheid en sociale uitsluiting. Mensen kunnen de radicale hiërarchie
ook verdedigen door te beweren dat de ene categorie inherent ‘beter’ of
intelligenter is dan de andere, hoewel geen gedegen wetenschappelijk
onderzoek dergelijke overtuigingen ondersteunt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rochelavb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.20
  • (0)
  Add to cart