Deze kennisclip gaat over de bewegers van de elleboog. Zowel enkele bovenarmspieren
als enkele onderarmspieren passeren de art. cubiti en bewegen in meer of mindere
mate dit gewricht. Uiteraard helpen deze spieren ook bij het stabiliseren van het gewricht
en bij het fixeren van de elleboog in een bepaalde stand.
De bouw van de art. cubiti heeft in een andere kennisclip reeds centraal gestaan.
Hieruit is duidelijk geworden dat de elleboog van nature een stabiel gewricht is waarbij
vorm- en passieve krachtsluiting factoren zijn de in belangrijke mate stabiliteit geven.
Het bewegen van de elleboog vindt plaats rond twee assen. Rond een frontale as vindt
flexie en extensie plaats. Rond een compromis-as vindt een beweging plaats die
gekoppeld is aan het bewegen van de onderarm: pronatie en supinatie. Zowel op de
bovenarm als op de onderarm zijn spieren gelegen die bij deze beide bewegingen een
rol spelen.
Spieren die aan de ventrale zijde van het ellebooggewricht gelegen zijn, kunnen het
gewricht buigen. Het gaat om m. biceps brachii en m. brachialis, die beide op de
bovenarm gelegen zijn, en om m. brachioradialis en m. pronator teres, twee
onderarmspieren.
M. biceps brachii is de oppervlakkig gelegen tweekoppige, bi-articulaire bovenarmspier
die insereert aan de tuberositas radii en via de lacertus fibrosus aan de algemene fascie
van de onderarm. Het caput longum begint op de tuberculum supraglenoidale vlakbij de
kom va het schoudergewricht, het caput breve heeft de origo aan de processus
coracoideus van de scapula.
,De mono-articulaire m. brachialis ligt dorsaal van de biceps en insereert aan de
tuberositas ulnae en het kapsel van de art. cubiti.
M. brachioradialis maakt deel uit van de dorsolaterale spiergroep op de onderarm.
Deze spier begint proximaal van de epicondylus lateralis humeri aan de margo lateralis
humeri en eindigt iets proximaal van de processus styloideus radii.
De m. pronator teres behoort tot de palmaire onderarmspieren en verbindt de
epicondylus medialis humeri en het proximale deel van de ulna met de facies lateralis
radii, ongeveer halverwege de onderarm.
De mate waarin deze spieren betrokken zijn bij de flexiebeweging is afhankelijk van een
aantal factoren. Ten eerste speelt de snelheid waarmee de buiging wordt uitgevoerd een
rol. Ten tweede is de grootte van de belasting van de onderarm en de hand van invloed.
En ten derde maakt het ook uit in welke stand de onderarm staat. De activiteit van de
flexoren onderling kan dus merkbaar verschillen.
, De m. brachialis is de enige spier die onafhankelijk van de stand van de onderarm,
zowel bij een langzame als een snelle flexie actief is. Dit komt doordat deze spier voor
een belangrijk deel insereert aan de tuberositas ulnae waardoor de stand van de
onderarm ondergeschikt is bij de beweging.
M. biceps brachii, die insereert aan de tuberositas radii, is het meest actief wanneer de
onderarm gesupineerd is of in de middenstand staat. Bij een flexie met een geproneerde
onderarm vertoont deze spier weinig activiteit.
De m. brachioradialis vertoont alleen activiteit bij de flexiebeweging wanneer de arm
snel gebogen wordt of de hand belast is.
Samengevat kan gesteld worden dat deze drie spieren de grootste activiteit vertonen bij
een snelle flexie van een belaste onderarm die in de middenstand staat.
M. pronator teres is ook een flexor van de elleboog. Deze spier fungeert als synergist
wanneer de flexie tegen een weerstand in wordt uitgevoerd.
Spieren die dorsaal liggen zijn uiteraard extensoren. Het gaat hierbij om de op de
bovenarm gelegen m. triceps brachii en de op de onderarm gelegen m. anconeus. Ook
voor deze spieren geldt dat hun activiteit afhankelijk is van de snelheid waarmee de
elleboog gestrekt wordt en van de belasting van de onderarm en de hand.
M. triceps brachii is de dorsaal gelegen driekoppige bovenarmspier waarvan twee
koppen mono-articulair zijn en een kop bi-articulair. Het caput longum passeert het
schoudergewricht doordat de origo gelegen is op het tuberculum infraglenoidale van de
scapula. Het caput mediale en laterale beginnen beide op de humerus. De spier
insereert aan het olecranon van de ulna.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottesvannoesel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.