100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Contractenrecht $8.67   Add to cart

Summary

Samenvatting Contractenrecht

1 review
 476 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 42 pagina's met de voorgeschreven artikelen, arresten en enkele werkcolleges die er in zijn verwerkt.

Preview 3 out of 49  pages

  • February 4, 2015
  • 49
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: snoepfabriek • 7 year ago

avatar-seller
Week 1
H15 – Totstandkoming van ovk

§15.2 Een ovk komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan
15.2.1 Aanbod en aanvaarding
Een ovk komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (6:217 BW).
Uit 6:217 lid 2 BW volgt dat de bepalingen van 6:219-6:225 BW van regelend recht
zijn. Dit houdt in dat de aanbieder in zijn aanbod kan afwijken van genoemde
wetsartikelen.

15.2.2 Het begrip ‘aanbod’
Van een aanbod is pas sprake wanneer de verklaring de voornaamste elementen
van de inhoud van de eventueel te sluiten ovk bevat, zodat een eenvoudig ‘ja’ van
de wederpartij voldoende is om de ovk tot stand te doen komen.

Niet alles wat in het dagelijks taalgebruik een ‘aanbod’ heet, is een aanbod in de zin
van 6:217 BW. Een vaag gestelde advertentie is geen aanbod, omdat zij niet de
essentiële elementen van de te sluiten ovk omvat zodat niet een enkel ‘ja’
voldoende is voor de totstandkoming. Een advertentie waarin een individueel
bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden, zich in beginsel
niet ertoe leent door eventuele gegadigden anders te worden opgevat dan als een
uitnodiging om in onderhandeling te treden, waarbij niet alleen de prijs en
eventuele verdere voorwaarden van de koop, maar ook de persoon van de
gegadigde van belang kunnen zijn (zo volgt uit arrest Hofland/Hennis). Of een
mededeling is op te vatten als een aanbod of dat er slechts sprake is van een
uitnodiging om in onderhandeling te treden, is een interpretatiekwestie.

6:219 lid 1 BW gaat ervan uit dat een aanbod herroepelijk is, tenzij uit het aanbod
zijn onherroepelijkheid volgt. De aanbieder kan een herroepelijk aanbod zijn werking
ontnemen doordat hij er op tijd op terugkomt. Het aanbod vervalt door de tijdige
herroeping ervan. Uit 6:219 lid 2 BW volgt dat herroeping slechts mogelijk is zolang
het aanbod niet is aanvaard en evenmin een tot aanvaarding strekkende
mededeling is verzonden.

Onherroepelijkheid – Wanneer het aanbod een termijn voor de aanvaarding
inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt.
Optiebeding – In een dergelijk in een ovk opgenomen beding verbindt één der
partijen zich om, indien de wederpartij dit wenst, met haar een bepaalde ovk te
sluiten (6:219 lid 3 BW).

Vrijblijvend aanbod – Als een zaak ‘vrijblijvend’ te koop wordt aangeboden, is dit
geen aanbod, maar een uitnodiging om in onderhandeling te treden.

,Vrijblijvend houdt in dat de aanbieder na aanvaarding nog terug kan, maar zijn
herroeping moet dan wel onverwijld geschieden. Geschiedt de herroeping
onverwijld, dan is achteraf bezien door de aanvaarding toch geen ovk tot stand
gekomen.

Een schriftelijk aanbod vervalt pas, als het niet ‘binnen een redelijke tijd’ wordt
aanvaard. Een mondeling aanbod vervalt indien het niet ‘onmiddellijk’ wordt
aanvaard. Een aanbod vervalt ook indien het wordt verworpen (6:221 lid 2 BW). Een
aanbod vervalt niet door de dood of het verlies van handelingsbekwaamheid van
één van de partijen (6:222 BW). Dit betekent dat bij aanvaarding daarvan de
erfgenamen na de door van de aanbieder het aanbod gestand moeten doen.

15.2.3 Het begrip aanvaarding
De aanvaarding bestaat uit de verklaring van de wederpartij dat zij het aan haar
gedane aanbod aanvaard. De aanvaarding moet in overeenstemming zijn met de
inhoud van het aanbod (6:225 BW) en dat zij dient te zijn gedaan op een moment
dat het aanbod nog van kracht was (6:221 BW). Een verklaring kan in beginsel in
iedere vorm geschieden (3:37 lid 1 BW). Een verklaring verkrijgt pas werking indien
de verklaring de persoon heeft bereikt tot wie zij is gericht (3:37 lid 3 BW).

Als uitzondering kan toch een ovk tot stand komen indien de aanvaarding de
aanbieder niet tijdig bereikt door diens handeling, door de handeling van personen
voor wie hij aansprakelijk is of door omstandigheden die zijn persoon betreffen en
rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt (3:37 lid 3 BW).

§15.3 Wil, verklaring en gerechtvaardigd vertrouwen
15.3.1 Inleiding
Een rechtshandeling (een ovk) vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard (3:33 BW). Voor een ovk zijn dan ook twee
overeenstemmende (wils)verklaringen nodig. Aanbod en aanvaarding vormen de
bedoelde wilsverklaringen die, wanneer ze op elkaar aansluiten, een ovk doen
ontstaan.
Wilsovereenstemming – De optelsom van de voor de totstandkoming van een
ovk benodigde wilsverklaringen.

Wil en verklaring kunnen door allerlei oorzaken uiteen lopen (zie p.192-193). In
gevallen waarin wil en verklaring uiteenlopen, is geen sprake van een geslaagde
rechtshandeling.

15.3.2 Bescherming van de wederpartij die gerechtvaardigd heeft vertrouwd
Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij
daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft
opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde

, strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze
verklaring overeenstemmende wil (3:35 BW). Dit houdt in dat de schijn van de wil
die door de verklaring of gedraging is opgewekt bij de wederpartij, deze in beginsel
voor de werkelijk bestaande wil mag houden, als was die feitelijk niet aanwezig of
had die niet de inhoud die de wederpartij er o.g.v. de verklaring of andere gedraging
aan toekende.

De wederpartij mag de ander slechts aan de door zijn verklaring opgewekte schijn
houden als zijn vertrouwen ook gerechtvaardigd was. Heeft de ene partij vertrouwd
op de verklaring van de ander, terwijl zij had behoren te begrijpen dat die wil van de
ander niet door die verklaring werd gedekt, dan was dat vertrouwen niet
gerechtvaardigd.

Gerechtvaardigd vertrouwen vereist ‘goede trouw’ (3:11 BW). Voorop valt te stellen
dat wanneer iemand iets verklaart doorgaans mag worden aangenomen dat die
verklaring ook is gewild. Dat een verklaring niet is gewild, is een uitzondering.
Omstandigheden kunnen meebrengen dat een wederpartij er niet zonder meer van
uit kan gaan dat een verklaring zoals deze door haar wordt opgevat door de ander
ook daadwerkelijk is gewild. Een algemeen gegeven is dat hoe nadeliger een
bepaalde verklaring voor de partij is die zich op wilsontbreken beroept en hoe
voordeliger die verklaring uitvalt voor haar wederpartij die zich op het opgewekte
vertrouwen beroept, hoe minder snel er sprake van zal zijn dat het vertrouwen dat
de verklaring daadwerkelijk is gewild, gerechtvaardigd is.

15.3.3 In uitzonderingsgevallen correctie door redelijkheid en billijkheid
Is door de wederpartij een verklaring anders opgevat dan door de ander is gewild,
dan komt o.g.v. 3:35 BW de rechtshandeling toch tot stand indien de wederpartij het
gerechtvaardigde vertrouwen had dat de ander de verklaring ook zo bedoelde als hij
hem opvatte. Gehoudenheid aan de door de verklaring opgewekte schijn kan onder
bijzondere omstandigheden echter onacceptabel zijn. Bij uitzondering kan de
beperkende werking van redelijkheid en billijkheid helpen.
Beperkende werking – 6:248 lid 2 BW bepaalt dat redelijkheid en billijkheid er bij
hoge uitzondering toe kunnen leiden dat een tussen partijen geldende regel in een
bepaalde situatie niet van toepassing is.

15.3.4 Een bijzonder geval: wilsontbreken ten gevolge van een geestelijke stoornis
Degene die zich op wilsontbreken beroep zal moeten bewijzen dat een met zijn
verklaring overeenstemmende wil ontbrak. 3:34 BW beoogt mensen met verstoorde
geestvermogens te hulp te komen indien hun geestelijke stoornis een redelijke
waardering van de bij de ovk betrokken belangen heeft belet of indien hun
wilsverklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. De bepaling van 3:34 BW
stelt dat een geestesstoornis kan leiden tot wilsontbreken. Daarbij biedt zij degene
die beroep doet op wilsontbreken o.g.v. een geestesstoornis steun bij het rond
krijgen van het bewijs dat zijn wil heeft ontbroken. De sanctie van het bovenstaande

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller minicooper. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60281 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.67  9x  sold
  • (1)
  Add to cart