Voeding en Dietetiek, Fysiotherapie, Logopedie, Ergotherapie
Pathofysiologie
All documents for this subject (55)
5
reviews
By: pepijnvandervorst • 1 year ago
By: manoukhesselink12 • 2 year ago
By: mwiekens • 2 year ago
By: mary-allenbell • 2 year ago
By: Kawtar1309 • 3 year ago
Seller
Follow
hildef
Reviews received
Available practice questions
Oefenvragen pathofysiologie jaar 2, periode 1
Flashcards10 Flashcards
Free4 sales
Flashcards10 Flashcards
Free4 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Er is sprake van ondervoeding door chronische ziekte met inflammatie. Het wordt gekenmerkt door een doorgaand verlies van skeletspiermassa dat niet volledig kan worden gekeerd door voedingsbehandeling en leidt tot ernstige achteruitgang in functioneren.
Welk begrip wordt hier omschreven?
A. Wasting
B. Sarcopenie
C. Vasten
D. Cachexie
Answer: D. Cachexie
2.
Welke suppletie is gewenst om het refeedingsyndroom te voorkomen?
A. Natrium, fosfaat & magnesium
B. Natrium, fosfaat & kalium
C. Kalium, magnesium & fosfaat
D. Kalium, magnesium & natrium
Answer: C. Kalium, magnesium & fosfaat
3.
Wat gebeurd er bij COPD?
A. Er blijft lucht in de longen achter na uitademing
B. De longen kunnen niet optimaal gevuld worden met lucht bij het inademen
C. De longen krimpen
D. Er kan te kort ingeademd worden om genoeg lucht binnen te krijgen
Answer: A. Er blijft lucht in de longen achter na uitademing
4.
Wat is de juiste route van de bloedsomloop, wanneer in de linkerkamer wordt begonnen?
A. Aorta – lichaam – holle ader - linkerboezem
B. Aorta – lichaam – holle ader - rechterboezem
C. Longslagader – longen – longader - linkerboezem
D. Longslagader – longen – longader - rechterboezem
Answer: B. Aorta - lichaam - holle ader - rechterboezem
5.
Welk hormoon zorgt voor de productie van melk voor de borstvoeding?
A. Prolactine
B. Oxytocine
C. Ghreline
D. Leptine
Answer: A. Prolactine
Content preview
Leerdoelen Pathofysiologie uitgewerkt
Inhoudsopgave
Thema 1: vet en spieren................................................................................................................................. 2
Fysiologie hart, bloedsomloop en longen.............................................................................................................2
Ondervoeding.......................................................................................................................................................6
COPD.....................................................................................................................................................................9
Thema 2: Levensloop................................................................................................................................... 15
Zwangerschap.....................................................................................................................................................15
Lichaamssamenstelling en levensloop (osteoporose, prednison en overgewicht bij kinderen).........................21
,Thema 1: vet en spieren
Fysiologie hart, bloedsomloop en longen
De DIO kan de bouw van de cel koppelen aan de functie ervan.
Aan de buitenkant van de cel zit het celmembraan. In de cel zit een vloeistof, het
cytoplasma, hier drijven de organellen van de cel in:
1. De celkern: Heeft een celkernmembraan die om de celkern heen zit. De celkern is het
regel centrum, hierin ligt onze erfelijke informatie (DNA) opgeslagen.
2. De mitochondrium: Is de motor van de cel, hier wordt ATP geproduceerd.
3. Het endoplasmatisch reticulum (ER): Bestaat uit twee delen:
a. Ruw ER: Is bedekt met ribosomen en is verantwoordelijk voor de productie
van eiwitten.
b. Glad ER: Hier zitten geen ribosomen op, het gladde ER zorgt voor de transport
van eiwitten
4. Het golgi-systeem (of golgi-apparaat): Zorgt ervoor dat het eiwit dat gemaakt is in de
cel blijft of de cel uit gaat.
5. Lysosoom: Zijn de ‘opruimers’ van de cel, ze zorgen ervoor dat alles wat niet in de cel
thuis hoort opgeruimd en afgebroken wordt. In een lysosoom zitten afbraak
enzymen, dat zijn eiwitten die speciaal bedoeld zijn om lange moleculen af te breken
tot hele kleine.
, De DIO kan de bouw van het ademhalingsstelsel koppelen aan de werking ervan.
Bovenste luchtwegen: neus- en mondholte, keelholte (pharynx) en strottenhoofd (larynx).
Onderste luchtwegen: luchtpijp (trachea), vertakt in 2 hoofdbronchiën, en in steeds kleinere
takken.
De onderste luchtwegen bevatten in hun wand kraakbeen, dit zorgt ervoor dat de
luchtwegen open blijven. De binnenbekleding bestaat uit trilhaarepitheel met slijm
producerende cellen.
Trilhaarepitheel reinigt: verplaatst de slijm (slijm vangt vuil- en stofdeeltjes op) naar de
keelholte, dit kan worden opgehoest of doorgeslikt.
De bronchi vertakken zich in bronchioli, geen kraakbeen maar vooral glad spierweefsel in
hun wand (elastisch).
Bij inademing (inspiratie): ontspant glad spierweefsel, verwijden bronchioli.
Uitademing (expiratie): spierweefsel trekt samen.
Bronchioli monden uit in de longtrechtertjes, deze heeft een aantal uitstulpingen: de
longblaasjes (alveoli), de wand hiervan is veerkrachtig. De alveoli wand is zeer dun en wordt
omringt door haarvaten (capillairen). Hier vindt de uitwisseling van lucht plaats
(gaswisseling), daar ademhaling (respiratie) wordt de lucht steeds ververst.
De longen zijn d.m.v. longvliezen ‘vastgeplakt’ aan de wand van de borstkas (thorax).
Vergroten volume thoraxholte is mogelijk door:
- Aanspannen van de buitenste tussenribspieren, waardoor de ribben omhoog worden
getrokken (borstademhaling).
- Aanspannen (afplatten) van het middenrif, waardoor de buikwand naar voren beweegt
(buikademhaling).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hildef. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.