100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting praktijk Module Onderzoek En Behandeling 2a $4.80
Add to cart

Summary

Samenvatting praktijk Module Onderzoek En Behandeling 2a

 36 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting praktijk Module Onderzoek En Behandeling 2a 2de jaar revalidatiewetenschappen en kinesitherapie

Preview 8 out of 64  pages

  • October 17, 2021
  • 64
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Onderzoek en behandeling IIa WPO


Inleiding:
Doel van functioneel onderzoek:

- Bepalen van de actuele belastbaarheid
- Vaststellen van aard en ernst in fysiologische functiestoornissen:
o Gewricht, spier – pees, zenuw en huid
- Bijdragen tot bepalen van aard/ernst letsel in anatomische structuren (bot/kraakbeen/spier
– pees /zenuw)
- Nagaan rode vlaggen (en terugkoppelen naar musculoskeletale tractus anamnese)
- Indicatie kiné?
- Bepalen van de doelstellingen voor therapie: adviseren/informeren/ motiveren/bandageren
(zwachtels)/ passief-actief mobiliseren/ oefentherapie/…

Functiestoornissen:

- Fysiologisch
o Verminderde mobiliteit/rekbaarheid (gewricht; spier, zenuw)
o Verminderde compressie BBH (bot; kraakbeen)
o Verminderde stabiliteit
o Verminderde kracht-uithouding
o Verminderde coördinatie
- Psychologisch
o Bewegingsangst
o Passieve coping

Doel:

- Brug naar therapie:
o Bewegingsbeperking: passief-actief mobiliseren
o Verminderde stabiliteit: stabiliserende oef of passief
o Stabiliseren: door een tape
o Verlies van kracht of uithouding: oefentherapie
o Verminderde compressiebelastbaarheid (steunname): CKK oef
o Bewegingsangst: informeren/adviseren/motiveren

Functiestoornissen gewricht:

- Gewricht is een orgaan en is een geheel van:
o Kraakbeen, subchondraal bot, gewrichtskapsel, ligamenten, synovium, meniscus of
labrum of discus
- Stoornissen in de mobiliteit: verlaagd of verhoogd
o Vb: osteoartrose (artritis), immobilisatie of postoperatief; blokkering: verlaagd
o Vb: voorstekruisband ruptuur of schouderluxatie: verhoogd
- Stoornis in de compressie-belastbaarheid (kraakbeen/subchondraal bot/ synovium)
o Vb: artritis; fractuur, immobilisatie

, - Stoornis in de stabiliteit
o Passieve component: mechanische treksterkte ligamenten
o Actieve component: neuromusculaire controle=controle van krachten die inwerken
op gewricht, controle door spierwerking en sturing zwaartepunt op basis van
afferente info
▪ Vb: elongatie/ruptuur kapsuloligamentair weefsel; postoperatieve
ligamentoplastie (reconstructie); post immobiliteit
- Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
o Vb: artritis
- Stoornis in de sensorische functie: houdings-en bewegingsgevoel
o Vb: ligamentair letsel; osteoartritis; centraal of perifere zenuwletsel

Functiestoornissen spier – pees:

- Stoornissen in de rekbaarheid: verlaagd
o Vb: spiercontractuur; spierscheur; postimmobiliteit
- Stoornis in de spierkracht: verminderd
o Vb: tendinopathie; centraal of perifeer zenuwproblematiek; osteoartritis; aging,
immobilisatie
- Stoornis in de spiertonus
o Vb: spiercontractuur; ziekte van Parkinson
- Stoornis in uithouding
o Vb: post immobiliteit; osteoartritis; aging
- Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
o Vb: acute tendinitis/tendinopathie

Functiestoornissen zenuw:

- Stoornissen in de mobiliteit: verlaagde rekbaarheid
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal); perifeer
zenuwletsel; postimmobiliteit
- Stoornis in de sensorische functie: rekpijn, verandering in sensibiliteit (anesthesie,
hyperesthesie(overgevoeligheid), paresthesie (stoornis gevoelssensatie))
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal); perifeer
zenuwletsel; postimmobiliteit
- Stoornis in de spierfunctie: verminderde of afwezige reflex, spierkrachtverlies, verlies
coördinatie
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal); perifeer
zenuwletsel (N. peroneus letsel tgv een direct trauma)
- Stoornis in de bewegingsfunctie: verminderde of afwezige reflex, verlies coördinatie,
gestoord gangpatroon
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal)

Functiestoornissen huid:

- Stoornissen in de mobiliteit: verminderde oppakbaarheid, verminderde verschuifbaarheid
- Stoornissen in de herstelfunctie; littekenvorming
- Stoornissen in de sensibiliteit: drukpijn, rekpijn, tintelingen
- Trofiek stoornissen: verminderde doorbloeding (voeding van het weefsel)
- Stoornissen in de zweetsecretie

,Functiestoornis vestibulair (oor):

- Stoornissen in de balans/evenwicht: verlaagd
o Vb: centraal neurologisch problematiek; ligamentair letsel; osteoartritis; aging,
vestibulair probleem
- Stoornissen in houdings-en bewegingsgevoel
o Vb: tgv ligamentair letsel: bij osteoartritis vestibulair probleem

Stoornissen in de bewegingsfunctie:

- Stoornissen in de motorische reflex: pees reflex A-pees verminderd of afwezig
o Vb: centraal neurologische problematiek: discus hernia
- Stoornis in de willekeurige beweging: links-rechts coördinatie, oog-hand-coördinatie
o Vb: CVA (cerebrovasculair accident)
- Stoornis in de onwillekeurige bewegingsreactie: vertraagde of geen evenwichtsreactie
o Vb: CVA; hersentumor
- Stoornis in onwillekeurige beweging: tremor (voortdurende schudbeweging)
o Vb: ziekte van Parkinson
- Gestoord gangpatroon: manken
o Vb: ziekte van Parkinson; posttraumatisch; postoperatief, immobiliteit
- Gewaarwordingen gerelateerd aan bewegingsfuncties: spierstijfheid
o Vb: posttraining; spierletsel; post immobiliteit




 Oefening is niet hetzelfde als een testen
o Oefening ga je meerdere keren doen
o Test doe je 2-3 keer

, Enkel/voet:


Praktijk:
Functieonderzoek bestaat uit :

- Inspectie/ Palpatie (OTTAWA/BUFFALO ankle rules)
- Actief bewegingsonderzoek
- Passief bewegingsonderzoek
- Spiertesting
- Psychosociaal (bv. vragenlijsten)
 Moet ze aan elkaar koppelen en terugkoppelen naar de anamnese

Inspectie/palpatie:

= wat is er aan de hand

- Antalgie?
o Verwijderen van de pijn → op de tippen lopen
- Zwelling? Hoeveel/ waar?
- Verkleuring?
- Atrofie/ hypertrofie? → overtraining of compartimentssyndroom
- Afwijkende stand?
- Huid: trofiek/ litteken/ transpiratie (zweten)?
- Palpatie om te provoceren:
o Vb: OTTOWA ankle rules bij vermoeden fractuur
- Palpatie om een kwaliteit van een beweging te evalueren:
o Vb: anterieure translatie van tibia voorstekruisbandletsel (Lachman test)
- Palpatie om bv. de kuitspier, achillespees te testen:
o Vb: crepitaties (krakend geluid bij bewegen), onderbreking (gapping)
- Tenenstand:
o Mobiliteit & compressie belastbaarheid gewricht naar plantair flexie/ kracht peroneï
snelheid van uitvoeren/ mobiliteit/ herhaalbaarheid/ compensatie

Basis functioneel onderzoek:

- Positieve likelihood ratio of LR+ = echte positieve/vals positieve → moet zo hoog mogelijk zijn
- Negatieve likelihood ratio of LR- = vals negatieve/echt negatieve → moet zo laag mogelijk zijn
➔ Likelihood ratio’s (LR): Combinatie van sensitiviteit & specificiteit
➔ Testen met een lage likelihood ratio dienen om dingen uit te sluiten

X-Ray alleen als er pijn is rond de zone van de malleolus en:

- Bot gevoeligheid aan de posterieure zijde of kant van de laterale malleolus of
- Bot gevoeligheid aan de posterieure zijde of kant van de mediale malleolus of
- Niet mogelijk is om 4 stappen te zetten (2 stappen aan de pijnlijke voet)

X-Ray alleen als er enige pijn is in de middenvoet en:

- Bot gevoeligheid aan de basis van de vijfde metatarsaal (kleine teen)
- Bot gevoeligheid aan het naviculare

, - Niet mogelijk is om 4 stappen te zetten (2 stappen aan de pijnlijke voet)

OTTOWA ankle rules:

- Vragen aan P vragen om 4 stappen te nemen zonder pijn
o Lokale belastbaarheid? Verkorte steunname? Stapt in exo?
- Palpatie achter de malleolus lateralis en 6 cm richting proximaal over de fibula
- Palpatie achter de malleolus medialis en 6 cm richting proximaal over de tibia
- Palpatie tuberositas met V op drukpijnlijkheid
o Voelt de tuberositas gaat naar beneden tot je in een putje komt → is een zachter
gedeelte
- Palpatie tuberositas os naviculare op drukpijnlijkheid
o Dorsaal flexie → peesaanhechting van de tibialis posterior aan naviculare
➔ Toegepast om fractuur enkel/middenvoet posttrauma < 72 u uit te sluiten
➔ Fractuur uitgesloten indien P 2 stappen kan nemen op aangedane voet (ondanks pijn)
én er geen drukpijn op fibula, tibia, os naviculare en tuberositas met V en dus (in
principe) geen RX-foto geïndiceerd
➔ LR- = 0.08
➔ Voor palpatie mag je doorduwen

Actief bewegingsonderzoek:
➔ Als je een test geeft moet er altijd een alternatief zijn
➔ Altijd duidelijk zijn tegen P → weten niet wat plantairflexie is

Hoe moeten we dit beoordelen

- Provocatie?
o Pijn/vermoeidheid/stram/ tintelingen/ gevoelloosheid
- Kwaliteit van bewegen?
o Bewegingsuitslag, snelheid, herhaalbaarheid, compensaties, coördinatie
- Pijn: wegens spier-peesletsel/zenuwletsel of gewricht probleem
- Vermoeidheid: onvoldoende kracht/uithouding/ gewaarwording
- Bewegingsbeperking: beperkte mobiliteit gewricht /verminderde rekbaarheid spier – pees/
verminderde rekbaarheid zenuwweefsel
- Coördinatieprobleem: tgv letsel/ziekte perifeer of centraal ZS
- Basisbewegingen:
o Vb: buigen en strekken van de enkel
- ADL: staan/stappen/ hurken
- Werk gerelateerd of sport specifiek:
o Vb tillen-dragen van lasten, shotbeweging voetballer, service tennisser
- Van weinig belastend naar meer belastend
o Vb: unipodale stand/ stappen/ traplopen/ hinkelen

Analytische bewegingen:

Volgende bewegingen laten uitvoeren en observeer:

- Plantairflexie
- Dorsaalflexie
- Inversie
- Eversie

,Functionele bewegingen:

➔ Gaat altijd alles testen, maar moet per test wel weten wat het meeste getest wordt

Onbelaste dorsaal- en plantairflexie

➔ P in ruglig op tafel → voeten over de tafelrand → vragen aan P om de voeten zo hoog
mogelijk pp te trekken → dan zo veel mogelijk naar beneden proberen te krijgen
o Doen we meerdere keren
o Voet naar boven bewegen → krijgen een indruk van de mobiliteit van het
bovenste spronggewricht en het aanspanningsvermogen van dorsi flexoren van
enkel en voet
o Voet naar beneden bewegen → krijgen een indruk van bewegelijkheid van
plantair flexoren in het bovenste spronggewricht

Onbelaste eversie en inversie van de enkel

➔ P ruglig op tafel → voeten over de tafelrand → vragen aan P of hij de voet zo veel
mogelijk naar buiten wilt brengen
o Doe de beweging altijd eerst voor dat P zeker de juiste uitvoert
o Naar lateraal → krijgt een indruk van het aanspanningsvermogen van de
peroneï
▪ Kan verstoord zijn door een inversietrauma of door een
zenuwproblematiek
o Naar mediaal → kijken of de invertoren kunnen worden aangespannen krijgen
ook een klein beetje info over de rekbaarheid van de peroneï
o Doen we een paar keer

Onbelaste extensie van de teen

➔ P ruglig op tafel → voeten over de tafelrand → vragen aan P of hij zijn teen zo ver mogelijk
naar boven kan brengen
o Krijgen een indruk van het aanspanningsvermogen van de hallucis longus

Stappen:

➔ Op een lijn stappen
o Kan P dat?
o Kijken naar steunname op beide benen → wilt hij er op steunen, is er een
verminderde steunfase
o Stapt P in inversie of eversie
o Sneller stappen → belasting is groter

Unipodale stand

➔ Kan P met twee voeten steunen, op 1 voet staan, op 1 voet staan met handen in de zijen, op
1 voet staan en romprotaties maken
- Ervaart P pijn of niet? Zo ja hoeveel op 10
- Hoe herhaalbaar is de oefening
o Zegt iets over de compressiebelastbaarheid
- Kan P ook op een onstabiele ondergrond zetten
o Letten op de compensaties
o Aan de rand van de mat gaat er meer inversie worden uitgelokt

, o Kan P ook vragen om voor zich te kijken dan heeft hij minder visuele controle
o Of een duale taak uitvoeren → armen omhoog brengen
 Bij sporters ga je ze langer laten staan dan een oudere persoon die zijn enkel heeft
omgeslagen tijdens het wandelen
 Test balans/posturale controle/compressie belastbaarheid
 Kan verstoord zijn na een zenuwproblematiek of na een enkelverstuiking
➔ Kan ook in inversie gaan staan of eversie gaan staan
- Indruk van de inversie van het onderste spronggewricht
- Bij eversie krijgen we een indruk van het aanspanningsvermogen van de peroneï
- Kijken naar de hoek tussen de hiel en het onderbeen

Tenenstand bilateraal vs. unipodaal

➔ Voeten op heupbreedte→ vasthouden aan een stoel of sportraam
(evenwicht uitschakelen) → op de tenen gaan staan op 2 voeten
- Is er een verschil in hielhoogte
- Compenseert P door heterolateraal het bekken te heffen
- Hoe herhaalbaar is de oefening
- Ervaart P pijn
➔ Voeten op heupbreedte→ vasthouden aan een stoel of sportraam
(evenwicht uitschakelen) → op de tenen gaan staan op 1 voet
- Compenseert P door heterolateraal het bekken te heffen
o Niet buigen in de knieën of doorzakken in de lumbale wervelkolom
- Hoe herhaalbaar is de oefening
- Unilateraal vergelijken met de andere kant
- Ervaart P pijn
 Kuitspier wordt getest als je op de tenen gaat staan → test kracht en compressie
belastbaarheid
 Test bewegelijkheid in het bovenste spronggewricht en het aanspanningsvermogen van
plantair flexoren
 Vasthouden aan sportraam of niet → anders testen we ook nog stabiliteit

Belaste dorsaalflexie (bilaterale squat)

➔ Voeten heupbreedte → voeten in natuurlijke stand (links en rechts gelijk) →
squatten (knieën mogen niet voorbij de tenen en rechte rug)
- Kan P de knie boven de tenen bewegen
- Blijft de hiel op de grond
- Geen verhoogde eversie subtalair/ endorotatie knie merkbaar
- Is de beweging/ steunname symmetrisch
- Ervaart P pijn of niet
- Hoe herhaalbaar is de oefening → paar keer uitvoeren omdat compensatie meestal daarna
zichtbaar is (na 10 keer)
o Inzakken van het mediale voetgewelf → ook bekijken langs achter
- Kijken naar de hoek tussen de tibia en voet
 We testen compressie belastbaarheid en mobiliteit
 Letten op snelheid van uitvoeren/ mobiliteit/ compensatie
 Vereist stabiliteit van het gewricht naar dorsaal flexie
 Progressie: hinkelen/lopen/richtingsveranderingen
 Krijgen een indruk van bewegelijkheid van het bovenste spronggewricht naar dorsieflexie

, Unilaterale squat

➔ Zelfde als een gewone squat maar dan op 1 been
- Vraagt meer bewegelijkheid en stabiliteit dan een bilaterale squat
- Hoe herhaalbaar is het
- Vergelijken met de andere kant
- Compensatie in de knie of onderste spronggewricht
o Valgisatie van de knie en niet te veel naar inversie bewegen met de enkel
- Is er posturale controle → romp niet te veel naar lateraal of mediaal

Belaste dorsaalflexie (trap op en trap af)

➔ Wilt het linkerbeen testen → gaat met links omhoog een rechts naar beneden → beweging
moet traag en gecontroleerd
- Beoordelen: Kan de P de knie boven de tenen bewegen?
- Kan de P de hiel plat op het trapje houden tijdens het afstappen?
o Brengt hij het zwaartepunt naar het te belaste been
- Laat de P zich niet vallen als hij de trap afgaat?
- Ervaart de P pijn?
- Hoe herhaalbaar is de oefening? → voor het testen van de lokale belastbaarheid
- Kan zijn da P slecht omhoog gaat maar goed naar beneden
- Is er een goede steunname van de voet en is er voldoende dorsieflexie
- Kijken of de knie genoeg naar voor gaat tijdens het opstappen
- Kijken naar het zwaartepunt of het op 1 been blijft → kijken of de romp niet te veel gaat
bewegen
- Kijken langs achter voor de romp en zwaartepunt, kijken langs lateraal voor de knie en
dorsieflexie, kijken als frontaal voor de knie voor valgisatie
 We testen compressie belastbaarheid + mobiliteit + kracht
 Letten op snelheid van uitvoeren/ mobiliteit/ compensatie
 Vereist stabiliteit van het gewricht naar dorsaal flexie
 Progressie: hinkelen/lopen/richtingsveranderingen

Rompflexie frontaal

➔ P buigen naar voren en laat zich gewoon hangen
- Is de lordose op L1-L5 nu een kyfose?
- Wijkt de romp van de P uit naar links of rechts (anthalgie?)
- Kan P de beweging eindstandig uitvoeren?
- Lokt deze beweging de verwachte scherpe pijn in onderbeen-voet uit of
de typische neurologische symptomen?
- Langs lateraal en dorsaal bekijken
 Als je deze oefening en paar keer gaat herhalen zal je sowieso wel een zenuw gevoelig
maken waardoor je tintelingen kan ondervinden
 Pijn/ uitstraling in het been van P moet herkenbaar zijn
 KNGF richtlijnen: bij vermoeden van radiculopathie
 Kan P de beweging eindstandig uitvoeren? → afstand vingertoppen – grond < 25cm
 Test voor uitstralingspijn
➔ Kan ook naar extensie gaan → armen gekruist over de romp en naar extensie gaan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller silke_bertels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.80  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added