Hoofdstuk 8 paragraaf 1 t/m 5 met bijbehorende begrip nummers
October 17, 2021
20
2020/2021
Summary
Subjects
een bemand ruimteschip
dampkring
een overbevolkte planeet
voedsel op aarde
draaiing van aarde
water kringloop
klimaat verandering en duurzaamheid
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Samenvatting Aardrijkskunde
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Aardrijkskunde
3
All documents for this subject (2463)
Seller
Follow
amieralmoussawy
Content preview
Aardrijkskunde
§8.1 Een bemand Ruimteschip
5 factoren die het leven op aarde mogelijk maken
1. De afstand tot de zon is precies goed.
Het is niet te warm en niet te koud.
Door het broeikaseffect blijft de temperatuur goed.
2. De dampkring.
Het is de lucht om ons heen.
Er zit zuurstof in die we inademen, we ademen koolzuurgas uit.
Dat gebruiken bomen en planten om te groeien.
De bomen en planten ‘ademen’ weer zuurstof uit.
3. De zwaartekracht.
Zwaartekracht zorgt er voor dat de gassen en voorwerpen niet de ruimte in vliegen,
maar binnen de dampkring blijven.
4. Water.
Mensen, dieren en planten kunnen niet zonder zoet water.
5. Voedsel.
Voedsel is een noodzakelijke natuurlijke hulpbron.
Als de dampkring van de aarde beschadigt raakt, dan kan dat grote gevolgen hebben voor
het leven op aarde. We moeten er dus duurzaam mee omgaan, en dus goed voor zorgen.
De Ecologische Voetafdruk begint steeds groter te worden. Dit heeft slechte gevolgen voor
de aarde. Er is normaal 1.8 hectare per persoon aanwezig op de aarde maar gemiddeld op
de aarde gebruikt met 2.7. Dus eigenlijk hebben we 1.5 zoveel aarde nodig als nu.
Bij de ecologische voetafdruk gaat het om de bruikbare delen van het aardoppervlak voor de
mensen.
De Biocapaciteit verschilt per gebied.
Koud~Laag
Droog~Laag
Warm~Hoog
Vochtig~Hoog
Gemiddelde biocapaciteit op aarde wordt weergeven met mondiale hectares.
§8.2 Een Overbevolkte Planeet
Sinds 1950 is de wereldbevolking met 5 miljard gestegen.
In 2060 zal de wereldbevolking volgens wetenschappers de 10 miljard halen.
Een berekende voorspelling van het bevolkingsaantal noem je de Bevolkingsprognose.
De wetenschap die zich bezighoud met het aantal, de samenstelling en de spreiding van de
bevolking heet Demografie.
,De bevolking groeit gemiddeld 1% per jaar toe. In 1950 was dat 2%. De relatieve
bevolkingsgroei is dus afgenomen. Dat komt vooral door het aantal kinderen per
vrouw, Vruchtbaarheidscijfer. Van 4.7 naar 2.5 in vijftig jaar.
In de meeste rijke landen groeit de bevolking niet.
Mensen worden daar steeds ouder, boven de 65, Vergrijzing.
Arme landen hebben juist een hele jonge bevolking, door hun snelle bevolkingsgroei.
De veranderingen in bevolking vragen extra investeringen.
Bij een Bevolkingsexplosie zijn er veel nieuwe huizen, scholen en ziekenhuizen
nodig. Landen moeten daarom geld investeren om zulke voorzieningen op peil te
houden.
Bij een dalende bevolkingsgroei, is er ook extra geld nodig. Nu niet voor de jonge
mensen, maar voor de ouderen: Ouderenzorg, pensioen, etc.
De miljarden euro’s die nodig zijn om de gevolgen van een veranderende
samenstelling van de bevolking op te vangen, noem je Demografische investering.
Sommige gebieden hebben grote Vertrekoverschotten, andere trekken juist veel
mensen aan.
De steden trekken de meeste mensen aan.
Vroeger leefde 8 van de 10 mensen op het platteland. Nu is het bijna omgekeerd.
In arme landen is het Urbanisatietempo heel hoog.
Ongeveer 230 miljoen mensen wonen in landen waar ze niet in zijn geboren.
De grootste groep bestaat uit Economische Migranten die van arme naar rijke
landen zijn gegaan. Ze zijn vertrokken voor meer hoop op werk en geld.
De bevolking groeit sneller dan de productie voor voedsel op aarde.
Dit kan tot een catastrofe leiden met veel armoede en honger.
Overbevolking spreekt als er meer mensen zijn dan dat er genoeg middelen van
bestaan.
De draagkracht is het vermogen van de natuur om mensen te voorzienen van hun
bestaan.
§8.3 Voedsel op aarde
Vroeger: eigen regio
In de 19e eeuw hadden boeren op de Nederlandse zandgronden een gemengd
bedrijf. Dat is een landbouwbedrijf met zowel akkerbouw al veeteelt.
, De boeren hielden schapen om hun akkers vruchtbaar te houden. Overdag
graasden de schapen op de heidevelden en ‘s avonds gingen ze terug naar de
schaapskooi. De mest uit de stal vermengden de boeren met heideplaggen en
strooisel. Dat mengsel werd op de akkers gegooid.
Als je een akker ter grootte van een voetbalveld wou besmetten, dan had je 10
voetbalvelden heide nodig.
De voedselkringloop speelde zich direct af in de omgeving van de boerderij. Hij
kan ze zich voorzienen dmv graan en vee. Ook het vee leefde van voedsel van de
omgeving. Er was weinig input van buitenaf.
Nu: globalisering
De voedselproductie is sterk veranderd.
De boeren zijn zich gaan specialiseren in akkerbouw of veeteelt.
Ze willen een hoge opbrengst met een zo laag mogelijke kosten.
Daarvoor zijn steeds grotere bedrijven voor nodig: Schaalvergroting.
Vroeger lagen er een paar varkens in de modder, nu zijn het er drieduizend in de
stallen. Die komen nooit buiten.
De veeteeltbedrijven kopen nu een groot deel van het voer in het buitenland, met
name sojaproducten uit Brazilië. Voor de sojateelt is er veel land gebruikt, waaronder
uit het tropisch regenwoud in Amazonegebied.
Je hebt rond de 4.000km2 oppervlakte nodig om het te verbouwen, waarvan
1.500km2 in brazilië is. Nederland maakt dus gebruik van de braziliaanse akker.
De globalisering van landbouw zie je nog steeds terug bij voedselproducten. Een
groot deel van ons voedsel komt via import ons land binnen. Omgekeerd, NL
produceert ook veel voor de export. De hele wereld verkoopt en koopt in.
Er is genoeg voedsel in de wereld om alle mensen te voeden. Maar toch dreigt er
een Voedselcrisis: Tekorten aan voedsel en stijgende prijzen.
- De wereld bevolking stijgt snel, dus er is meer voedsel nodig.
- De verdeling van voedsel is ongelijk
Rijke inwoners importeren nu voedsel uit de hele wereld. Hun Voedsel
afdruk is groot: Het aantal hectares dat nodig is om een inwoner per land
voedsel te verbouwen. Er is per inwoner 0.9 beschikbaar, maar in NL gebruikt
men gemiddeld 2.1 hectare.
- Door stijgende welvaart veranderd het eetgewoonten in opkomende landen,
zoals China en Brazilië. Wie kan betalen neemt het westerse
voedingspatroon over: veel vlees en zuivel.
- Rijke landen willen overschakelen naar duurzame energiebronnen. Dat is
goed voor het milieu, maar niet goed voor de voedselproductie, Veel
biobrandstoffen worden gemaakt van eetbare gewassen. Een volle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amieralmoussawy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.