Exam (elaborations)
Tentamen (uitwerkingen) Praktijk Blok 4
- Course
- Institution
uitwerkingen van de kaartjes
[Show more]
Seller
Follow
doorbeishuizen
Reviews received
Content preview
PraktijkFysiotherapie 1.4Leer de vaardigheid LIG → ZIT aan met knowledge of result
Knowledge of result is een beweging uit voeren zonder bewust ervan te zijn hoe je dat
gedaan hebt.
De patient ligt op de behandelbank. De therapeut verteld dat de patient met het
bovenlichaam naar voren moet komen
Leer de vaardigheid ZIT → ZIT aan met knowledge of performance
knowledge of performance is een beweging uitvoeren en je bent er heel bewust van hoe je
dat gedaan hebt.
de patient zit op de ene stoel. De therapeut verteld het volgende: kom naar voren, zet je
hand op de stoel en je andere hand naast je, sta op, draai je heupen en ga weer zitten.
Verbeter de vaardigheid ZIT → STAND aan met chaining en chunking
chaining is de hele beweging, chunking is een deel van de beweging. Opstaan/gaan zitten is
de hele beweging.
voorbeelden van chunking: naar voren buigen, naar voren buigen en iets opstaan, naar
voren buigen iets opstaan en de knieen strekken
Leer de vaardigheid GAAN aan met blocked en random practice
blocked practice is steeds een en dezelfde beweging herhalen. Random practice is
meerdere bewegingen door elkaar oefenen.
blocked practice met gaan is moeilijk. Als je de zwaaifase wil verbeteren dan laat je het been
overdreven schoppen en doorstappen.
random practice kan je de zwaaifase verbeteren door overdreven uit te schoppen, dan de
armzwaaien verbeteren en de standfase van het ene been op het andere.
Leer de vaardigheid ZIT → STAND aan met fading in en fading out
fading in betekent iets toevoegen en fading out betekent iets weglaten.
eerst ondersteun je de patient heel veel bij de schouder en bij de heup, daarna laat je de
persoon iets meer los, vervolgens moet de persoon naar voren kijken.
Leer de vaardigheid LIG → ZIT aan met 3 non-verbale manieren
non-verbale manieren is alle communicatie zonder te vertellen wat je bedoelt.
om iemand te laten zitten kan je zwaaien, kom omhoog
je raakt het been en ondersteunt de rug
je doet het voor
Leer een beweging aan met 2 manieren om re-afferente sensorische feedback te
manipuleren
re-afferente sensorische feedback is het aanraken van een spiergroep om contractie te
stimuleren.
staan -> zit: om iemand te laten staan kan je op het bovenbeen tikken, zodat de quadriceps
aanspannen
lig -> zit: om iemand te laten zitten kan je op de buik tikken, zodat de buikspieren
aanspannen
Leer een vaardigheid aan waarbij random practice herkenbaar is
random practice is in willekeurige volgorde een aantal bewegingen trainen.
lig → zit. Recht omhoog komen, zitten met de benen afhangend links, zitten met de benen
afhangend rechts.
zit → zit. zelfde stoel. Van stoel naar bank. Van stoel naar andere stoel.
,Leer de vaardigheid ZIT → ZIT aan met een opbouw van functie naar vaardigheid
opbouw van functie naar vaardigheid is het eerst aanleren van zit → zit en daarna dat de
patient het echt kan. Dit heeft te maken met de 3 fasen van motorisch leren: cognitief,
associatief, autonoom. Wanneer het een vaardigheid is dan hoeft de patient er niet meer
over na te denken.
De patient zit op een stoel. De patient buigt voorover en zet de dichstbijzijnde hand op de
andere stoel en de andere hand naast zich. Daarna staat de patient op, draait de heupen en
gaat zitten. door deze handelingen heel vaak te oefeningen en in kleine stapjes wordt het
steeds makkelijker of wordt de patient vaardiger.
Leer een vaardigheid aan met een opbouw van elementair naar complex
elementair is een onderdeel van een vaardigheid
complex is de hele vaardigheid, waarin het steeds moeilijker wordt
je wil een transfer aan leren van zit in (rol) stoel naar zit op bed. Eerst leer je de patient om
op te staan uit de stoel. Daarna te draaien. Daarna op bed zitten en vervolgens goed
zitten/liggen op bed.
Inspectie N. ulnaris, N. medianus of N. radialis letsel
bij een ulnaris laesie ontstaat er een klauwhand, atrofie tussen de metacarpalen. Adductie
van de duim is niet meer mogelijk en kracht geven in de 4e en 5e vinger is niet meer mogelijk.
Bij een medianus laesie ontstaat er een predikershand, atrofie van de duimmusculatuur.
Pronatie, duim abductie en oppositie is niet meer mogelijk.
Bij een radialis laesie ontstaat een dropping hand. Het is niet mogelijk om een vuist te maken
of iets te grijpen terwijl de pols in extensie is.
Inspectie N. ischiadicus, N. tibialis, N. peroneus of N. femoralis letsel
Bij een ischiadicus laesie ontstaat een zwakke knieflexie en er is geen enkel/voet controle
tijdens elke fase van het lopen.
Bij een tibialis laesie is atrofie te zien in de kuit. Het is niet mogelijk om plantairflexie te
maken van de voet en de tenen te buigen. De eindstand van het lopen is verstoord.
Bij een peroneus laesie is een klapvoet te zien. Tijdens het lopen wordt de heup in extra
flexie gebracht zodat de voet niet over de grond gaat.
Bij een femoralis laesie is atrofie aan de voorkant van de heup te zien. Er is zwakte in het
buigen van de heup en het strekken van de knie. Tijdens de swingfase is het niet mogelijk
om de knieflexie te controleren.
Onderzoek AROM / PROM N. ulnaris, N. radialis of N. medianus letsel
Bij een actief bewegingsonderzoek test je eerst de niet-aangedane zijde en dit vergelijk je
met de aangedane zijde. Je benoemt de bewegingen die beperkt zijn en in welke mate. Je
constateert of er pijn optreedt en bij welke bewegingen dit is en je beoordeelt hoe de
bewegingen worden uitgevoerd.
Tijdens het passieve bewegingsonderzoek beweegt de therapeut voor de patient. Je begint
aan de niet-aangedane zijde en je vergelijkt met de aangedane zijde. Let erop dat de patient
recht op zitten tijdens het onderzoek. Let op je handgreep tijdens fixatie en dat beide handen
dicht bij het gewricht zitten. Benoem het eindgevoel.
n. ulnaris innerveert: m. flexor carpi ulnaris, m. flexor digitorum profundus, m. palmaris
brevis, m. flexor digiti minimi, m. abductor digiti minimi, m. opponens digiti minimi, m.
,adductor pollicis, m. flexor pollicis brevis (caput profundum), mm. Interossei palmares en
dorsales, mm. Lumbricales III en IV
verwachting: verminderde abductie, adductie en flexie vingers
AROM/PROM van: elleboog, pols en vingers
n. radialis innerveert: m. triceps brachii, m. anconeus, m. supinator, m. brachioradialis, m.
extensor carpi radialis longus en brevis, m. extensor digitorum, m. extensor digiti minimi, m.
extensor carpi ulnaris, m. extensor pollicis longus en brevis, m. extensor indicis, m. abductor
pollicis
verwachting: verminderde extensie elleboog, pols en vingers
AROM/PROM van: schouder, elleboog, pols en vingers
n. medianus innerveert: m. pronator teres, m. pronator quadratus, m. palmaris longus, m.
flexor carpi radialis, m. flexor pollicis longus, m. flexor digitorum profundus, m. flexor
digitorum superficialis, m. abductor pollicis brevis, m. opponens pollicis, m. flexor pollicis
brevis (caput superficialis), m. lumbricales I en II
verwachting: verminderde palmairflexie
AROM/PROM van: pols en vingers
AROM/PROM schouder
Beweging Uitvoering bewegingsuitslag
Anteflexie A: zit. armen voorlangs omhoog bewegen 170-180 graden
P: zit. fixatie schouder, bovenarm distaal vastpakken
en omhoog bewegen
Retroflexie A: zit. armen naar achteren bewegen 50-60 graden
P: fixatie scapula, humerus distaal vastpakken en
naar achteren bewegen
Abductie A: zit. arm zijwaarts omhoog bewegen 80-90 graden
P: fixatie acromion. Humerus distaal vastpakken en
tot 90 graden abductie maken, dan fixatie andere
schouder en de abductie afmaken
Adductie A: zit. arm horizontaal voor het lichaam langs 50-75 graden
P: fixatie scapula. humerus distaal vastpakken en
adductie maken. aan de andere kant staan.
Endorotatie A: zit. hand op de rug leggen 80-90 graden
P: fixatie schouder en ondersteuning elleboog. Hand
van de rug af bewegen
exorotatie A: zit. elleboog in de zij en onderarm naar buiten 80-90 graden
P: fixatie schouder en ondersteuning elleboog. Bij de
pols vastpakken en naar buiten bewegen
AROM/PROM elleboog
Beweging Uitvoering bewegingsuitslag
Flexie A: zit. pols naar schouder bewegen 140-150 graden
P: pols naar schouder bewegen, ondersteuning
humerus
Extensie A: zit. arm strekken 0-10 graden
P: humerus distaal tillen en pols naar beneden duwen
Pronatie A: zit. elleboog in de zij en handpalm naar beneden 80-90 graden
P: elleboog in zij en distaal onderarm eindgevoel
voelen
, supinatie A: zit. in de zij en handpalm omhoog 80-90 graden
P: elleboog in zij en distaal onderarm eindgevoel
voelen
AROM/PROM pols
Beweging Uitvoering Bewegingsuitslag
Palmairflexie A: pinkzijde op de bank. handen naar binnen 80-90 graden
bewegen
P: fixatie pols. Pols buigen
Dorsaalflexie A: pinkzijde op de bank. handen naar buiten 70-90 graden
bewegen
P: fixatie pols. Hand naar extensie
Radiaire deviatie A: handpalm op de bank. handen naar radiair 15 graden
bewegen
P: fixatie pols. Hand naar radiair
Ulnaire deviatie A: handpalm op de bank, handen naar ulnair 30-45 graden
bewegen
P: fixatie pols. Hand naar ulnair
AROM/PROM vingers
Beweging Uitvoering bewegingsuitslag
Flexie A: Vingertoppen in handpalm brengen MCP: 85-90, PIP:
P: 100-115, DIP: 80-
90 graden
Extensie A: Vingers strekken MCP: 30-45, PIP:
P: 0, DIP: 20 graden
Abductie A: Vingers spreiden 20-30 graden
P:
adductie A: Vingers sluiten 0 graden
P:
Onderzoek AROM / PROM N. ischiadicus, n. tibialis, n. femoralis of n. peroneusletsel
n. ischiadicus innerveert: m. semitendinosus, m. semimembranosus, m. biceps femoris, m.
adductor magnus
verwachting: verminderde knie flexie
AROM/PROM van: heup en knie
n. tibialis innerveert: m. triceps surae, m. plantaris, m. popliteus, m. tibialis posterior, m.
flexor digitorum longus, m. flexor hallucis longus
verwachting: verminderde plantairflexie
AROM/PROM van: knie, enkel en tenen
n. femoralis innerveert: m. iliopsoas, m. pectineus, m. sartorius, m. quadriceps femoris
verwachting: verminderde heup flexie en knie extensie
AROM/PROM van: heup en knie
n. peroneus innerveert: m. peroneus longus en brevis, m. tibialis anterior, m. extensor
digitorum longus en brevis, m. extensor hallucis longus en brevis
verwachting: verminderde dorsaalflexie
AROM/PROM van: enkel en tenen
AROM/PROM heup
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller doorbeishuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.37. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
79271 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now